CD-recensiesFeatured

Lenneke Ruiten neemt Strauss-liederen onder de loep

Terwijl menig operazanger zich verheugt dat volwaardige producties weer op de rol staan, verkiest Lenneke Ruiten juist nu grotere afstand tot het operabedrijf. De Nederlandse sopraan schitterde een decennium in de meest prestigieuze theaters, maar wil zich meer gaan richten op de liedkunst, waar haar hart altijd al lag. Een nieuwe cd op het eigen label Lenneke Ruiten Record, met pianist Thom Jansen, is gewijd aan Richard Strauss, deels door zijn eigen orkestraties als de wellicht meest ‘operateske’ liedschrijver beschouwd.

Bij beluistering treft hoe glashelder elk woord de luidsprekers uitkomt. Dankzij Ruitens gecultiveerde voordracht maar ook door een close geregistreerde stem ten bate van haar, in eigen bewoordingen, minutieuze Schubertiaanse benadering. Cruciaal is daarbij uiteraard pianist Thom Janssen, al jaren Ruitens trouwe reisgezel door de liedwereld. Met variaties in tempo, dynamiek en stemkleur drukken beiden een fris stempel op liederen die we doorgaans horen via brede gebaren en lange adembogen.

Lenneke Ruiten en Thom Janssen Fotograaf Simon van Boxtel

De directe en gedetailleerde aanpak is geknipt voor bijvoorbeeld Freundliche Vision, handelend over een werkelijkheid wordende droom. In de meer gracieuze liederen wordt de valkuil van behaagzieke schattigheid vakkundig omzeild. Ich wollt’ ein Sträusslein binden, met echo’s van Zerbinetta, heeft zelfbewuste nonchalance en in Wiegenlied krijgt de erotische onderlaag vrij baan. Maar tere liederen als Morgen en Die Nacht lijkt het virtuele vergrootglas iets van hun romantische goed te ontnemen.

Keerzijde is immers dat kleine oneffenheden of lichte ruis op de stem ook blootliggen, zoals in de vaak uitdagende hoge noten van de korte cyclus Mädchenblumen. Meer dan aan de ligging dankt dit werk zijn relatieve zeldzaamheid aan de gedateerde poëzie, die meisjes via bloemmetaforen in neerbuigende hokjes plaatst. Ruiten doet recht aan de fragiele melodische schoonheid maar geeft de portretten knap wat meer eigentijdse ruggengraat. De speelse Mohnblumen (klaprozen) krijgen zelfs een vleugje zotheid, wie weet beïnvloed door de diverse waanzinscènes die ze in opera’s vertolkte.

Een verhaal apart zijn de origineel orkestrale Vier letzte Lieder in piano-bewerkingen door anderen.  Van eenkleurigheid echter geen sprake, weelderig schildert Ruiten lentelicht en dan herfsttinten in vertolkingen ontdaan van elk onnodig gewicht. Hoogtepunten vond ik het pas in 1974 gepubliceerde Wer hat’s getan, met een bijzonder expressief naspel van Janssen, en het komisch-knusse Schlechtes Wetter. Een moeder met lantaarntje, feestelijke taartbakkerij en een doezelend goudharig dochtertje in de fauteuil, levensecht getuigen deze taferelen van een door opera geslepen vocaal acteertalent.

Verder lezen over en kijken en luisteren naar Lenneke Ruiten

Vorig jaar zong Lenneke Ruiten met Thom Jansen in het Internationale Liedfestival Zeist. Franz Straatman schreef er lovend over.

In 2017 gaf het liedduo een recital in de Edesche Concertzaal en Jordi Kooiman was daarbij.

Lenneke Ruiten zingt samen met Thom Jansen en het Matagni Quartet de opera-aria ‘Und ob die Wolken sie verhülle’ uit Der Freischutz, haast als een ingetogen lied.

Lenneke Ruiten als uitbundig als Zerbinetta in Richard Strauss’ opera Ariadne auf Naxos.

De Cd is vanaf 29 april verkrijgbaar.

 

Vorig artikel

Boekman zoveel meer dan een zaal

Volgend artikel

Originele Zoroastre van Rameau een waar barokfeest

De auteur

Martin Toet

Martin Toet