Kullervo, een majestueuze uitvoering door James Gaffigan
Sibelius weet niet wat hij gemist heeft tijdens zijn leven. Na de première van diens toongedicht opus 7 in 1892, wilde de Finse componist niet dat dit werk nog uitgevoerd zou worden. Hij beschouwde de symfonische verklanking van een oud Finse legende Kullervo, als een jeugdzonde.
Als hij de bevlogen overweldigende interpretatie van het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van James Gaffigan in Tivoli/Vredenburg gehoord had, met de prachtige inbreng van het Groot Omroepmannenkoor en de twee goede Finse solisten, had hij die beslissing mogelijk nooit genomen.
Het Radio Filharmonisch Orkest begon het concert met de Ouverture Coriolan van Beethoven. Niet een uitvoering voor de aanhangers van de ‘authentieke uitvoeringspraktijk’, maar een volbloedige, rijke Beethoven met precisie en grote dramatische bogen, die stond als een monument voor de Romeinse veldheer. De openingsmaten gaven direct aan dat het een theatrale uitvoering zou worden en het orkest speelde gedisciplineerd en volgde elk gebaar en instructie van dirigent Gaffigan. Spatgelijk waren alle inzetten die in deze ouverture vaak uit stilte gemaakt moeten worden en de climaxen waren net zo indrukwekkend als de steeds zachter worden afscheidsmaten van de stervende Coriolanus. Gaffigan en het orkest toonden dat er nog steeds meerde wegen naar Beethovens ‘Rome” leiden.
In Sibelius klonk het orkest mogelijk nog rijker dan in Beethoven. Gaffigan heeft een groot hart voor de werken van Sibelius en brengt zijn liefde voor het werk meer dan overtuigend over op het orkest, het koor en de solisten.
Sibelius was in Wenen, waar hij in 1891 studeerde, in aanraking gekomen met de nieuwe ideeën van Sigmund Freud en mogelijk heeft dat geholpen bij de onderwerpskeuze van zijn symfonische gedicht. Kullervo is dan wel geen Oedipus, hij verkracht onwetend wel zijn eigen zus en maakt schuldbewust, net als de antiheld van de Beethoven ouverture, een einde aan zijn leven. Het verhaal van Kullervo komt uit de Finse sagen, de Kalevela. Deze poëtische vertellingen zouden voor de belangrijkste ommekeer in het leven van de Zweedstalige Sibelius zorgen; hij raakte meer en meer gefascineerd door de Finse cultuur en verdiepte zich in de uitvoeringspraktijken van de poëzie. In de eerste twee delen heeft het orkest het rijk vooralsnog voor zich alleen. De inleiding en het deel dat de naam Kullervo’s jeugd meekreeg, doen je vermoeden dat het om een symfonisch gedicht gaat, maar dan komen delen drie en vier, met koor en solisten en wordt Kullervo een werk dat zich ergens tussen een cantate, een muziekdrama en symfonie probeert te profileren en identificeren.
In de orkestrale delen schetsen de donkere tonen en soms haast mysterieuze orkestrale kleuren een Fins landschap vol dreiging en spanning maar ook vol schoonheid. Gaffin gaf elk detail glans zonder de grote lijnen uit het zicht te verliezen.
In derde en veruit het langste deel ‘Kullervo en zijn zuster’ lieten de mannen van het Groot Omroepkoor in verstaanbaar en voor mij heel erg goed Fins horen hoe Kullervo op zijn slee over de besneeuwde vlakten trekt. Met zich veelvuldig herhalende, haast betoverende frasen horen we hoe Kullervo en een Finse schone ontmoet. Zijn avances zijn niet aan haar besteed maar Kullervo laat zich niet door haar weerhouden en met geweld verovert en verkracht hij de jonge vrouw, die later zijn zus blijkt te zijn.
De Finse sopraan Johanna Rusanen-Kartano, zong de rol van de zuster van Kullervo al meer dan zestig maal en die enorme schat aan ervaring in het werk bracht ze met volle dramatische sopraan stem (dit jaar staat haar eerste Brünhilde op het programma) prachtig over het voetlicht. Haar interpretatie liet meer de krachtige, dan de kwetsbare jonge vrouw zien maar dat past goed bij de manier waarop zij haar belager vervloekt en nogal vreselijke dingen toewenst. Als ze toch onder de indruk raakt van het goud en de juwelen die Kullervo in zijn slee heeft, stapt ze op zijn slee, maar nadat ze een deel van haar levensverhaal verteld heeft, wordt ze door Kullervo gewelddadig misbruikt. Haar vertelling was genuanceerd en mooi.
Kullervo zelf werd gezongen door de bas-bariton Arttu Kataja. Hij heeft niet de ervaring van Rusanen en was soms nog wat bescheiden en een tikje onzeker, maar dat maakte zijn vertolking van de jonge onstuimige Kullervo juist wel ontwapend. Hij kwam in met name de lagerere passages wel wat kracht te kort maar was toch een goede Kullervo, die te laat zijn vreselijk foute gedrag inziet en wordt overmand door schuld als de jonge dame ook nog eens zijn zuster blijkt te zijn. In het vijfde deel neemt het koor de rol van verteller weer over en beschrijft hoe Kullervo wanhopig door schuld, zich uiteindelijk in zijn zwaard stort.
Het mannenkoor, voortreffelijk voorbereid door Klaas-Jan de Groot, liet maar weer eens horen van wat voor een unieke kwaliteiten het heeft. Weinig koren weten met deze niet overdreven omvang, zoveel klank en bovenal klankschoonheid en scharkeringen te creëeren. Na afloop in haar kleedkamer zei Johanna Rusanen-Kartano hoe ontroerd zij was door de manier waarop het koor en orkest ‘haar’ Finse muziek verklankt hadden. Dat lijkt me het beste compliment.
Het was een waar genot dit werk zo te horen en het was des te triester dat er een relatief klein publiek in de Grote Zaal van Tivoli/Vredenburg van dit fenomenale concert heeft kunnen genieten.
De AVRO/TROS Radio opname is gelukkig terug te beluisteren.
In 2015 leidde James Gaffigan een opwindende Rigoletto in de Zaterdagmatinee.