Concerto Köln en Julia Lezhneva stralen
In de ZaterdagMatinee in het Concertgebouw op 30 april, stond een prachtig uitgebalanceerd programma op de lessenaars van het barokensemble Concerto Köln.
Het is moeilijk om ook een gebalanceerde recensie over dit concert te schrijven, waarin de orkestrale muziek zo fabelachtig mooi werd uitgevoerd door Concerto Köln, maar sopraan Julia Leznheva met haar betoverende vertolkingen, zonder dat het haar bedoeling was, de show toch helemaal stal.
Zonder dirigent, maar met de sublieme concertmeester violist Emilio Percan, klonken orkestrale werken van Johan Georg Pisendel, (een leerling van Vivalidi), Georg Friedrich Händel, Jan Dismas Zelenka, Johann Adolf Hasse en natuurlijk van Antonio Vivaldi zelf. Thematisch waren de werken prachtig op elkaar afgestemd. Daarin speelt Dresden, net als bij een eerder concert van Concerto Köln en Lezhneva, een hoofdrol.
Het concert opende met de leerling van Vivaldi, J.G. Pisendel (1687-1755). Hij had in 1716 Vivaldi leren kennen en werd zijn viool-en compositie student, maar bovenal een soort agent voor de muziek van Vivaldi. Hij zorgde voor de roem die Vivaldi oogstte in Duitsland en baande de weg voor Italiaanse muziek in het algemeen die daardoor een nieuwe status aan het Saksische Hof verwierf. Dat trok weer musici uit heel Europa aan, waaronder Zelenka die in 1711 in Dresden als musicus aan de slag ging. Tot slot kwam Hasse in 1731 naar Dresden na eerst alle kneepjes van het operavak in Venetië en Napels te hebben geleerd. Zijn echtgenote was de beroemde diva Faustina Bordoni, waardoor de connectie met Händel is gelegd omdat zij lange tijd de favoriete (zangeres) van Händel was geweest.
Van al deze componisten klonken orkestrale werken; een Concerto van Pisendel, waarin de Japanse violiste Mayumi Hirasaki prachtig soleerde, een trio-sonate van Händel en diens Concerto Grosso in D., het enigzins bizar getitelde Hipocondrie van Zelenka en een dubbel-concert van Vivaldi waarin Hirasaki haast dansend duetteerde met concertmeester Percan. Alles was even mooi, stijlvol, en vol spelplezier uitgevoerd, maar omdat dit nu eenmaal Place de l’Opera is, wil ik toch meer ingaan op de vocale werken van deze memorabele Zaterdagmatinee, zonder ook maar iets af te willen doen aan de geweldig orkestrale stukken.
Julia Lezhneva is al jaren een trouwe soliste bij Concerto Köln en hun gezamenlijke uitvoeringen zijn dan ook organisch met elkaar vergroeid. Lezhneva begon met het motet In furore iustissimae irae van Vivaldi. Haast als een instrumentalist voegde Lezhneva zich in het orkest met haar, in de laagte, haast omfloerste donkere timbre en haar sprankelende stralende hogere tonen. Virtuoos en vlekkeloos zong zij zowel de langzame delen als de snelle, waarbij alles in het teken van de muziek stond. Sommigen zullen hun wenkbrauwen mogelijk optrekken bij wat portamenti, (het glijden van een toon naar de andere), maar voor mij zijn die juist het bewijs van haar grote muzikaliteit. Alles wat ze zingt, of het een versiering is of een dynamisch effect of dus een portamento, staat bij haar in dienst van de muziek en wordt niet gezongen ter meerdere eer en glorie van de vocaliste Lezhneva. Samen met de orkestleden ontstond er een chemie van de grootste schoonheid en expressiviteit.
Na de pauze zong Julia Lezhneva twee delen uit Irene van Hasse. De eerste aria ‘Un si funeste addio’, was zo innig dat je zelf bijna niet durfde te ademen om vooral de magie op het podium niet te verstoren. Haar zachte en ingetogen zang creëerde een stilte die ik zelden in de Grote Zaal van het Concertgebouw beleefd heb. Lezhneva was één met de musici en de muziek en diep in de emoties van Irene. En wij, het publiek waren één met haar en Irene.
In de tweede scène en aria (uit dezelfde opera), voorafgegaan door de orkestrale sinfonia tijdens het spelen waarvan Lezhneva langzaam de trappen van de Grote Zaal afdaalde, nam de sopraan ons weer mee in het drama van Irene. Het orkestraal begeleide recitatieve deel ‘Che d’un bene io mi privi’ en ‘Crudo onor, virtù tiranna’ waarin Irene overweegt haar geliefde Nikeforos een wisse dood in te sturen, staat bol van de wisselende gemoedstoestanden van Irene, variërend van woede, tot wanhoop, angst en twijfel. Lezhneva beeldde al deze emoties uit met een enorm palet aan kleuren, vocale variaties en dynamische extremen. De even furieuze als virtuoze aria ’Si, di ferri mi cingete’ was het afsluitende vuurwerk waarin Lezhneva en Concerto Köln alle al beschreven kwaliteiten nog eens flink tentoonspreidden. Een ovatie viel hen terecht ten deel. En dus werden we beloond met toegiften; niet één, niet twee, nee, het werden er maar liefst vier.
In de (Bartoli) hit-aria ‘Agitata da due venti’ uit Griselda van Vivaldi deed Julia Lezhneva nog schepje op haar virtuositeit met nóg halsbrekendere coloraturen in het da capo, maar ook met eerlijke expressie, zonder valse sentimenten.
In ‘Tu del Ciel ministro eletto’ uit ll Trionfo del Tempo e del Disinganno van Händel, vroeg Lezhneva de Japanse viool soliste Mayumi Hirasaki de toegift met haar te delen. Samen met de leden Concerto Köln, waarin een speciaal aandeel was weggelegd voor luitist Michael Freimuth, werd de aria eerder een intiem samenspel van muzikale vrienden, dan een optreden in een van de meest prestigieuze concertzalen ter wereld.
En het publiek in die zaal liet Julia niet gaan. Er volgde nog een virtuoze aria, ook uit – ll Trionfo del Tempo e del Disinganno ‘Un pensiero nemico’ waarin eerst concertmeester Enrico Percan haar duet-partner werd en in het tweede deel van de aria organiste en klaveciniste Flora Fabri.
En nog steeds was de bodem in de rijke bron van haar vocale kunnen niet bereikt, want tot slot van dit onvergetelijke concert zong Julia Lezhneva de ‘andere’ Lascia-aria. Niet ‘Lascia que io pianga’ uit Rinaldo maar ‘Lascia la spina cogli la rosa’ wederom uit ll Trionfo del Tempo e del Disinganno.
En toen was het letterlijk mooi geweest.
Verder luisteren, kijken en lezen
Het concert is gelukkig voor iedereen terug te luisteren op Radio 4
‘Agita da due venti ‘ van Vivaldi door Cecilia Bartoli met Sonatori De La Gioiosa Marca, in 1998
In 2013 liet Jordi Kooiman ons kennismaken met Julia Lezhneva