Poolse alt Ewa Podleś overleden
De Poolse alt Ewa Podleś is op 19 januari op 71-jarige leeftijd overleden.
Podleś had een grote internationale carrière en was zeer geliefd bij het Nederlandse en Belgische operapubliek.
In Amsterdam zong zij in concertante uitvoeringen van Oorlog en Vrede van Prokofiev (1991) en was ze een onvergetelijke Polinesso in Händels Ariodante (1997) onder leiding van Marc Minkowski met Anne Sofie von Otter in de titelrol. Dit optreden, in de toenmalige Matinee op de Vrije Zaterdag, zorgde voor uitzinnige taferelen na haar aria’s. Kasper Jansen schreef destijds: ‘In de rol van de booswicht Polinesso produceerde zij haar coloraturen met zulk een suggestief vervaarlijke laagte dat zij al haar aria’s nog voor de begeleiding was beëindigd door het verder zo gedisciplineerde publiek bekroond zag met hartstochtelijk applaus.’
Ze keerde terug naar Amsterdam in de titelrol van Rinaldo (1999).
Bij de Koninklijke Opera van Wallonië te Luik zong ze Isabella in L’Italiana in Algeri van Rossini in het seizoen 1990- 1991 en Arsace in ‘Semiramide’ van Rossini. In de titelrol van Tancredi trad zij in 1991 op bij de Vlaamse Opera en in 1999 in een concertante uitvoering in De Munt te Brussel.
In 1994 gaf Podleś een concert samen met sopraan Martina Rowland. Dit concert was voor belcanto liefhebbers een waar festijn. In Vredenburg in Utrecht zongen Rowland en Podleś onder leiding van Kenneth Montgomery en het Radio Kamerorkest de sterren van de hemel.
Haar donkere, volle altstem was zeer flexibel en had een bereik van meer dan drie octaven. Dit in combinatie met haar persoonlijkheid maakte Ewa Podleś bij uitstek geschikt voor de dramatische barok- en belcanto rollen.
Carrière verloop
Ze maakte haar debuut in 1974 als Dorabella in Così fan Tutte in Warschau toen zij nog student was. Aansluitend won ze enkele competities en werd in het theater van haar debuut (het Teatr Wielki in Warschau) geëngageerd als soliste. Daar zong ze rollen als Rosina in Il Barbiere di Siviglia, Angelina in La Cenerentola en de titelrol van Carmen.
Tien jaar na haar debuut, in 1984, kwam haar grote internationale doorbraak toen zij aan de Metropolitan Opera in New York in Rinaldo van Händel zong, een van haar paradepaardjes. Het zou daarna wel lang duren voor zij daar terugkwam. In 2008 zong ze La Cieca in vijf voorstellingen van La Gioconda van Ponchielli
Podleś maakte in 1990 haar debuut in het Royal Opera House Covent Garden en een jaar later aan La Scala in Milaan waar zij in Le Comte Ory en L’enfant et les sortilèges zong, alvorens ook daar in een coloratuurrol te schitteren; in 1993 zong ze de titelrol van Tancredi. Maar ook in romantische rollen, zoals Dalilah had ze succes, onder meer in de Opera Bastille in Parijs en in haar brede repertoire zaten zeer uiteenlopende rollen van Erda in Siegfried, Adalgisa in Norma, tot Babulanka in de Speler van Prokofiev, Ulrica in Un Ballo in Maschera,en Klytemenstra in Elektra. Haar laatste operarol zong ze in La fille du régiment in het Liceu in Barcelona in mei 2017. Daarna gaf ze wel nog recitals en was ze een geliefd docente.
Ewa Podleś was getrouwd met pianist Jerzy Marchwiński, die vorig jaar november overleed.
Opnames
Gelukkig zijn de stem en het unieke kunstenaarschap van Ewa Podleś te horen op talrijke opnames. Naast lied- en oratoriumopnames zijn er een groot aantal operaopnames van Ewa Podleś, onder meer van haar Orfeo in Orfeo ed Euridice, L’Opinion Publique in Offenbachs Orphée aux Enfers, van de boosaardige Zia Principessa in Suor Angelica maar ook van de komische rol van La Zita in Gianni Schicchi van Puccini, de titelrol van Tancredi, en natuurlijk ook de legendarische opname van haar Polinesso in Ariodante’ en La Haine in Armide van Gluck. Op Naxos is Ewa Podleś te horen in de titelrol van Tancredi, samen met onder meer Sumi Jo, onder leiding van Alberto Zedda.
Verder luisteren, kijken en lezen
Ewa Podleś in de legendarische opname van Ariodante in het Concertgebouw.
Ewa Podleś als Ciro (di Babilonia) van Rossini
De auteur
