Zeer geslaagde La Rondine live uit de Met
Afgelopen zaterdag zag ik de dernière van La Rondine Live in HD uit de Met in filmtheater Pathé Schouwburgplein Rotterdam. De zaal was redelijk goed gevuld, het publiek begint de weg naar Pathé en de Met weer te vinden na de magere post Covid periode.
La Rondine is de minst gespeelde van de opera’s uit de Puccini canon. Het werk is vrijwel volledig doorgecomponeerd: ‘Chi il bel sogno di Doretta’ is de enige echte aria. De vele gezongen dialogen geven het bij vlagen het karakter van een conversatiestuk. De muziek ligt prettig in het gehoor en dat is een van de redenen dat deze door sommigen wordt weggezet als opgeklopte slagroom. Maar luister je aandachtig naar La Rondine, dan valt op dat dit onmiskenbaar een ‘echte Puccini’ is. Alleen de verhaallijn is nogal afwijkend: er gaat niemand in dood en iedereen gedraagt zich heel beschaafd.
De productie uit 2008 van regisseur Nicholas Joël en decorontwerper Ezio Frigerio is geplaatst in de jaren ’20 met een fraai toneelbeeld in Art Deco stijl. In de eerste akte komt dat het meest tot zijn recht, mede dankzij de muurschilderingen die doen denken aan het werk van Gustav Klimt. De kostuums van Franca Squarciapino zijn daar goed op afgestemd. Het verhaal past prima in dit tijdsgewricht.
Vrouw die zich laat onderhouden door rijke oudere man wordt verliefd op jonge man uit de provincie. Ze beleven een korte idylle maar worden ingehaald door geldgebrek en door haar verleden dat niet verenigbaar is met zijn burgerlijke achtergrond. Ze beëindigt de relatie omdat ze weet dat ze zijn ouderlijk huis niet kan betreden. Doet denken aan La traviata zonder de dood van de sopraan. Mogelijk heeft Puccini’s librettist Giuseppe Adami zich ook laten inspireren door Giordano’s korte opera Marcella uit 1907 die een vergelijkbaar thema heeft, eveneens zonder ziektes en sterfgevallen.
De vrouw in kwestie heet Magda werd uitstekend vertolkt door sopraan Angel Blue. De muziek klinkt simpel, maar kent zeer lastige passages die ze met het grootste gemak aankon. Acterend kwam ze een heel eind, maar leunde naar mijn smaak iets teveel op haar brede glimlach. Ruggero, gezongen door Jonathan Tetelman, is de jongeman van goeden huize uit de provincie die Magda weliswaar bezoekt in haar woning, op zoek naar de man die Magda onderhoudt, maar haar niet herkent als ze in eenvoudige kledij zich als Paulette door hem laat versieren in Café Bulier. Het tekent zijn naïviteit: daar kan zijn verdere optreden nauwelijks nog iets aan toevoegen. De handeling in Café Bulier werd ‘opgeleukt’ door een kort dansnummer waarin zo ongeveer met de ballerina’s werd gegooid en gesmeten. De hele zaak werd op zijn kop gezet, geweldig.
Jonathan Tetelman had last van hooikoorts, zo wist Met directeur Peter Gelb vooraf te vertellen. Hij gaf echter geen krimp en sloeg zich op bewonderenswaardige wijze door zijn optreden. Alleen tijdens een scène in de derde akte nam hij tijdelijk gas terug door een paar minuten met kopstem te zingen. Daarmee wist Tetelman in elk geval zeker te stellen dat hij tot het einde voluit kon gaan. Tetelman is de nieuwe stertenor van dit moment en we kunnen hem op 11 mei opnieuw zien als Pinkerton in Madama Butterfly.
Waarschijnlijk omdat de plot nogal dun is, is er een tweede koppel aan het verhaal toegevoegd. De dichter Prunier gelooft in de ware liefde, maar wil eigenlijk niet verder kijken dan intrigerende beroemde vrouwen zoals Berenice, Francesca en Salome, daarmee impliciet te kennen gevend dat iemand als Magda beneden zijn stand is. Prunier heeft het voortdurend aan de stok met Magda’s vrijpostige dienstmeisje Lisette. Dat is echter maar schijn, hij is helemaal weg van haar en ze zijn in het geheim allang een stelletje.
Tenor Bekhzod Davronov gaf een prima vertolking van Prunier, die overigens het eerste deel van ‘Chi il bel sogno’ zingt. Hij zet zich achter de piano en strooit met akkoorden als gevorderd amateur die een stukje huismuziek ten beste gaat geven, alvorens zijn lied aan te heffen dat al snel stokt door het ontbreken van een passend einde. En daar neemt Magda het over. Zoiets zul je in een reguliere opera niet gauw aantreffen. Het is duidelijk een overblijfsel uit het stadium dat Puccini nog werkte aan La Rondine als operette.
Emily Pogorelc excelleerde als de brutale dienstmeid die door Prunier voortdurend als een Eliza Doolittle wordt behandeld. Haar te zien acteren was een feestje en vocaal stak ze Angel Blue naar de kroon.
Drie vriendinnen van Magda vormden een leuke omlijsting van de handeling in de eerste akte, prima gedaan. Ook de overige rollen waren adequaat bezet.
Koor en orkest van de Met stonden onder leiding van Speranza Scappucci, die tijdens de pauze, gezeten achter de piano, een verhelderende analyse van het werk ten beste gaf.
La rondine is nog te zien in een paar Pathé bioscopen in de ‘Encore’ op 5 mei.
Verder kijken, luisteren en lezen
Fragment uit ‘Chi il bel sogno’, de aria van Magda uit La Rondine, door Angel Blue.
Peter Franken zag in december 2023 Florencia en les Amazones live uit de Met in HD.
De debuut Cd Aria van Jonathan Tetelman kwam in 2022 uit.