AchtergrondFeatured

Nieuwe opera is ook opera

Lotte de Beer timmert hard aan de weg als operaregisseur. Haar nieuwste initiatief: het gloednieuwe gezelschap New Opera Amsterdam, dat zich richt op opera’s uit de 20e en 21e eeuw. ,,We zijn niet zomaar een clubje experimentalisten, we willen echt iets bijdragen aan de kunstvorm.”

(Foto: Jochem Jurgens.)

Lotte de Beer assisteerde bij De Nederlandse Opera in vier producties, regisseerde eigen producties in binnen- en buitenland, was leerling van Peter Konwitschny en ontving in 2009 de Ton Lutz Prijs als ‘grootste regietalent’. Met andere woorden: een veelbelovende naam binnen de nieuwe generatie operaregisseurs.

In gesprek in het Muziekgebouw aan ’t IJ – waar binnenkort haar productie Moonstruck Intoxication te zien is – blijkt al snel waar haar successen op gestoeld zijn: een grote bevlogenheid en passie voor muziek en theater, haar liefdes van jongs af aan.

De Beer besloot op haar twaalfde dat ze operazangeres wilde worden. Ze volgde een vooropleiding zang en piano aan het conservatorium van Den Haag, maar viel daarna voor het toneel en besloot een opleiding tot actrice te volgen aan de toneelschool.

Langzamerhand ontdekte ze echter dat ze het maakproces interessanter vond dan het spelen zelf. ,,Ik wilde iets doen waarbij je altijd aan het repeteren bent”, zegt ze. ,,Toen ik voor de eerste keer iets regisseerde, wist ik direct: dit is het helemaal.”

Eerst richtte De Beer zich op het theater, maar via een project rond Die Zauberflöte kwam ze haar oude liefde opera weer tegen. ,,Daar voelde ik me helemaal thuis. Het samenkomen van muziek en theater is voor mij het samenkomen van twee grote liefdes in één genre.”

Een groot goed

Afgelopen seizoen ontstond het idee om een nieuw operagezelschap op te richten, New Opera Amsterdam. De voorzet kwam bij dirigent Christian Karlsen van het New European Ensemble vandaan. Met zijn jonge ensemble van internationale topmusici wilde hij graag moderne opera’s gaan uitvoeren, waarna De Beer voorstelde om een nieuw operagezelschap op te richten.

,,We hebben ons wel eerst afgevraagd of het echt iets zou bijdragen aan het operalandschap, omdat in Nederland al snel voor alles een apart clubje wordt opgericht”, zegt De Beer. Ze kwam echter tot de conclusie dat er tussen de grote operahuizen en de kleinschalige productiehuizen nog wel wat ruimte op te vullen is. Gezelschappen voor middelgrote werken zijn er naar haar idee maar weinig. ,,Daardoor worden hele interessante stukken uit de 20e en 21e eeuw niet of nauwelijks opgevoerd.”

Met New Opera Amsterdam willen De Beer en Karlsen, samen met het ontwerpersduo Clement & Sanôu en zakelijk leider Kirsten Visser, zich specifiek op die werken richten. Ook willen ze nieuwe opera’s gaan maken, in samenwerking met jonge componisten.

Waarom nieuwe opera? De Beer ziet het als haar verantwoordelijkheid. ,,Van de generatie boven ons horen we vaak dat opera stervende is, alsof dat een feit is waar niets meer aan te doen is. Ik zie natuurlijk ook dat het er niet rooskleurig uitziet, dat het publiek wegblijft, maar als regisseur is het, denk ik, je eigen verantwoordelijkheid om daar wat aan te doen. Om te zoeken naar wat nu interessant en nodig is. Hoe kun je de mensen de zalen in slepen?”

,,Kunst is zo ongeveer het enige in de maatschappij dat je niet vanuit de consumptiemaatschappij opgedrongen wordt”, vervolgt ze. ,,Kunst is minder aangepast aan de algemene smaak. Dat is een heel groot goed. Wij moeten alleen zorgen dat men de weg ernaartoe wel blijft vinden.”

‘Het woord opera is belangrijker dan het woord nieuw’

De Beer is zich ervan bewust dat veel mensen huiverig zijn voor ‘nieuwe opera’, dan wel door onbekendheid, dan wel door vooroordelen of slechte ervaringen. De zalen zitten bepaald niet vol als er weer eens een nieuw werk in wereldpremière gaat. ,,Maar wij willen een hand uitsteken en zeggen: kom eens kijken”, zegt ze.

,,Je moet mensen ook niet onderschatten. Het zit vooral in je benadering, de manier waarop je het presenteert. Ja, wij brengen nieuwe opera, maar het woord opera is belangrijker dan het woord nieuw. We zijn niet zomaar een clubje experimentalisten, we willen echt bijdragen aan de kunstvorm. Mensen moeten de muzikale taal van moderne opera’s misschien een beetje leren, maar dat kan snel gaan. Toen ik voor de eerste keer Schönberg hoorde, dacht ik: dit is muziek voor wiskundigen. Nu zit ik te huilen bij zijn strijkkwartetten.”

Om nieuwe opera voor het voetlicht te brengen, steekt New Opera Amsterdam veel tijd in publiciteit en promotie. ,,Wij vinden dat ook een deel van de taak van het artistieke team”, meent ze. ,,Wat wil je precies communiceren? Waar spreek je mensen op aan op je affiches?”

Eén van de ideeën is om mensen te prikkelen met mini-opera’s van enkele minuten. New Opera Amsterdam gaat daar samen met het Kameroperahuis aan werken. De minivoorstellingen moeten dienen als een soort ‘live-trailers’ voor reguliere operavoorstellingen en kunnen vertoond worden op studentendagen of evenementen als de Museumnacht. Het kost mensen geen geld en bijna geen tijd, maar kan hen wel warm maken voor een avondje hedendaagse opera.

Totaaltheater

De eerste productie waarmee New Opera Amsterdam zich aan de wereld presenteert, is Moonstruck Intoxication. De productie bestaat uit de Sonata for Six Players van Hans Werner Henze en de twee monodrama’s Pierrot Lunaire (Arnold Schönberg) en Miss Donnithorne’s Maggot (Peter Maxwell Davies), die in thematiek aan elkaar verbonden zijn.

Schönbergs drama gaat over een vrouw in een diepe crisis, door De Beer in een geabstraheerde badkamer geplaatst. Uit de wasmachine komt een naakte vrouw, Pierrot, die haar een spiegel voorhoudt, haar prikkelt en tot het uiterste laat gaan, todat ze het leven weer in al zijn volheid kan zien.

Het drama van Davies is waargebeurd en gaat over een bruid die bij het huwelijksontbijt door haar bruidegom in de steek wordt gelaten en vervolgens dertig jaar lang weigert haar jurk uit te doen of de tafel met de bruidstaart af te ruimen.

,,De stukken hebben zeer abstracte teksten, maar zijn juist heel concreet in hun emotionele ontwikkeling”, vertelt De Beer. ,,Beide drama’s gaan over een vrouw in een crisis. Het asymmetrische decor van Clement en Sanôu zorgt er daarbij voor dat de verstoorde balans van de personages fysiek wordt uitvergroot. Verder spelen in beide stukken een zangeres en een actrice. Die combinatie werkt erg goed. Ze voeden elkaar enorm vanuit hun disciplines en dat houdt het spannend.”

Voor De Beer is het erg belangrijk dat de productie zowel muzikaal als theatraal interessant is. ,,Opera is het beste van afzonderlijke disciplines, niet een compromis ervan. Alles moet hetzelfde verhaal vertellen. Vaak zie je dat een zanger muzikaal iets heel anders moet uitdrukken dan scenisch. Dat kan niet. Opera is totaaltheater.”

Ook voor de verdere toekomst wil New Opera Amsterdam nadrukkelijk zoeken naar werken die zowel muzikaal als theatraal veel te zeggen hebben. Er zijn vergevorderde plannen voor een productie van Arabische Nacht van Christian Jost en het gezelschap overweegt opera’s van Thomas Adès en Wolfgang Rihm te produceren. Verder denkt de Zweedse componist Benjamin Staern over een nieuwe opera voor het gezelschap.

Uiteraard zijn er ook vele werken uit vroegere eeuwen waarin muziek en theater hand in hand gaan, beaamt De Beer. ,,Mozart was bijvoorbeeld een echte theaterman. We willen ons daarom ook niet vastkluisteren aan de 20e of 21e eeuw. Zo ga ik zelf binnenkort Manon doen bij Opera Zuid. Als New Opera Amsterdam willen wij echter op dit specifieke gebied iets bijdragen. Juist omdat het een genre is waar het grote publiek nog wat onwennig tegenaan kijkt, ligt er voor ons een taak om daar verandering in te brengen. Tussen nu en morgen zal dat niet gebeuren, maar we gaan ons ervoor inzetten.”

Moonstruck Intoxication gaat op 19 augustus in première in Schouwburg Orpheus in Apeldoorn. Daarna zijn er nog vier voorstellingen, waaronder in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam (25 augustus). Zie voor meer informatie de website van het New European Ensemble.

Vorig artikel

Operazangeres in finale Holland’s Got Talent

Volgend artikel

Amerika in de ban van 10-jarig zangeresje

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.