AchtergrondFeatured

Andrea Rost: ‘Ik wil graag toerist zijn’

New York, Wenen, Milaan, Parijs; Andrea Rost zong in alle grote operahuizen. Maar nu is ze moe. Moe van het operawereldje, niet van muziek. Daarom wil ze zich op andere dingen richten. Een jaar of tien, want dan wil ze stoppen. En lekker toerist worden. Portret van een diva die houdt van eenvoud.

Andrea Rost tijdens een recital.
Andrea Rost tijdens een recital.

Andrea Rost heeft een eigenaardige hobby: auto’s. Eens was ze de trotse bezitter van een Jaguar, maar die heeft ze van de hand moeten doen. Tot haar grote verdriet. Ze hoopt er echter ooit weer eentje aan te schaffen. Of een Audi, dat mag ook.

Voor het interview in Boeda – de rustiger, groenere helft van Boedapest – komt ze aanzetten in een Nissan Micra, geleend van haar dochter. Een wagentje dat het woord ‘auto’ volgens haar niet waard is. Nietttemin weet ze ook daarin het gaspedaal aardig te vinden.

Rost is klein, vrolijk en praatgraag. Ze woont met haar moeder en dochter in een klein plaatsje buiten Boedapest. Haar man, afkomstig uit Drachten, woont echter samen met haar zoon in Berlijn. Rost schippert tussen de beide plaatsen. „Ik denk dat ik drie of vier maanden per jaar in Berlijn ben”, vertelt ze. „Mijn man is kunstenaar en houdt zich vooral bezig met avant garde. Voor die kunststroming is Berlijn erg belangrijk. Maar ook voor mij als Hongaarse is het een mooie, levende stad.”

In 2009 is Rost tot nu toe vooral in Boedapest geweest. Op het moment van het interview staat ze aan de vooravond van de Hongaarse première van Orfeo ed Euridice van Joseph Haydn, een productie waarin ze met Kenneth Tarver een koppel vormt. Een bijzondere productie ook, omdat het volgens de sopraan twintig jaar geleden is dat ze voor het laatst een echte productie deed in het operahuis van haar moederstad.

Dat was ook wat voor haar de doorslag gaf om de rol te accepteren. „Eigenlijk wilde ik het niet doen, maar het gaf me eindelijk de kans om weer in een nieuwe productie in Boedapest te zingen.” Uiteindelijk is ze heel blij dat ze ja gezegd heeft, want ze beleeft veel plezier aan de opera van Haydn – ondanks dat ze in de repetitieperiode zes weken met bronchitis eruit gelegen heeft.

IJsjes

Het is typerend dat Rost nu wel tijd vrijmaakt voor een productie in eigen land, terwijl ze daar de afgelopen twintig jaar niet aan toekwam. Rost heeft haar focus verlegd als het gaat om haar carrière. De interieurs van het Scala, de Met, Covent Garden en noem maar op, die kent ze wel.

„Ik ben moe van de operawereld, maar niet van muziek. Ik heb alles gedaan, heb overal gezongen. Ik ben heel blij wanneer ik nog in grote operahuizen kan zingen, maar ik ben niet ‘dying for it’. Ik wil niet vechten, ik wil mijn collega’s niet vermoorden om ertussen te komen.”

‘Wat ik echt wil, is nog tien jaar doorgaan en er dan mee stoppen’

Bovendien is ze al het gereis onderhand ook beu. „Ik ben niet meer twintig. Als je ouder en ouder wordt, wil je ergens thuiskomen, langer op één plaats blijven. Niet altijd maar reizen, weer een ander appartement, weer nieuwe gezichten, weer een nieuwe omgeving.”

„Wat ik echt wil, is nog tien jaar doorgaan, misschien nog zeven of acht nieuwe rollen leren en er dan mee stoppen. Dan wil ik met mijn man gaan rondreizen en gaan sporten. Het leven leven. Genieten. Want ik houd wel van reizen, maar niet van een korte tijd ergens zijn. Ik wil graag een toerist zijn. Ervaren hoe de mensen leven, deelnemen aan het leven in een stad. Niet alleen: erheen vliegen, naar je hotel gaan, repeteren, slapen, voorzichtig zijn met je stem. Nee, ik wil graag veel ijsjes eten. In Florence bijvoorbeeld. Of Spanje.”

Missie

De rollen die ze nog graag wil doen, zijn onder meer Madama Butterfly, Tosca, Salome, Elisabetta uit Don Carlo, Massenets Manon (binnen een jaar, anders is ze naar eigen zeggen niet meer sexy genoeg) en Donna Elvira uit Don Giovanni. Die laatste omdat ze Zerlina en Donna Anna al gehad heeft, maar Donna Elvira de meest interessante rol voor haar is.

Rost tijdens de première van Haydns Orfeo ed Euridice in Boedapest (foto: Vera Édek).
Rost tijdens de première van Haydns Orfeo ed Euridice in Boedapest (foto: Vera Édek).

Naast dat operawerk wil ze zich meer storten op cd’s en liederen. In september of oktober komt ze met een cd met diverse aria’s die ze nog niet eerder heeft opgenomen. Later wil ze een cd uitbrengen met liederen van vrouwelijke componisten. Ook is ze met vrienden bezig muziek te maken voor een cd met Hongaarse klezmer- en zigeunermuziek.

Ze wil sowieso meer met vrienden doen. „Ik wil graag meer concerten geven, en daarbij werken met musici waar ik echt van houd. Ik organiseer concerten met vrienden; dat geeft een goed gevoel.”

Het Hongaarse repertoire heeft daarbij een speciaal plekje in haar hart. Want ondanks dat ze voornamelijk in het buitenland carrière heeft gemaakt, voelt ze wel een verantwoordelijkheid voor de opera’s en in het algemeen de muziek uit haar land. „We hebben prachtige opera’s. Ze zijn niet beroemd, maar ze zijn wel prachtig. En ook de Hongaarse liederen zijn belangrijk. Het is mijn missie om dat onder de aandacht te brengen. Ik wil een brug zijn tussen de Hongaarse klassieke muziek en de internationale klassieke muziek.”

Wat betreft opera voelt ze zich onderdeel van een beweging, een zoektocht naar een nieuw soort opera. Tot kort geleden zwaaide de traditionele regie de scepter in de Hongaarse operahuizen en theaters. Maar daar is nu verandering in gaande: er komen steeds meer moderne regisseurs.

„Het publiek haat het”, zegt Rost. „Maar we moeten hun blikveld veranderen. We zitten nu in een periode dat we zoeken naar een nieuwe opera, we zoeken de weg. Ik ben blij dat ik nu kan leven.”

Simpel mens

In heel het leven ziet Rost overigens veel veranderen, en is ze blij deel uit te maken van die verandering. Denk bijvoorbeeld aan de economische ontwikkelingen van de afgelopen tijd. „Mensen moeten nu gaan denken: wat is echt belangrijk? Je ziet dat het boeddhisme naar Europa komt, met een boodschap van puur leven. Boeddhisten hebben heel andere gedachten over wat we nodig hebben.”

Rost is erg geboeid door het boeddhistische gedachtegoed. Twee jaar terug begon ze met yoga, waar ze het boeddhisme ontmoette. Het helpt haar erg geconcentreerd te zijn, iets dat ook in haar vak als operazangeres van pas komt. Maar haar interesse gaat verder dan yoga alleen.

„Ik houd van de boeddhistische gedachten over de mens, het leven en de ziel. Het boeddhisme is positiever dan het christendom. Als christen krijg ik een slecht gevoel, dat ik fout ben, dat ik het niet echt goed kan doen. Het boeddhisme zegt: ik ben een simpel mens, ik kan niet perfect zijn, maar dat is niet erg. Ik kan me wel verbeteren.”

‘Ik houd ervan om alleen bij God te zijn’

Aan de andere kant is ze wel christen en ze is niet van plan van religie te veranderen. „Het is misschien een beetje vreemd. Ik voel me soms ook vreemd. Maar we zijn als mensen niet alleen zwart en wit. Christen-zijn is één kleur. Ik wil er graag ook een andere kleur bij.”

Haar christen-zijn gaat terug op haar kindertijd. Ze groeide op bij haar opa en oma in het kleine dorpje Szolnok, op 100 kilometer afstand van Boedapest. Haar ouders woonden in de hoofdstad, maar waren te arm om haar te onderhouden. „Mijn kindertijd was geweldig. Szolnok was als de hemel. Maar op mijn achtste overleed mijn oma en ging ik terug naar mijn vader en moeder in Boedapest.”

Als ze nu naar de kerk gaat, brengt dat haar terug in de sfeer van haar kindertijd. „Het is een puur gevoel om één te zijn met Jezus. Om je te verenigen met Jezus, Maria en God. Dat gevoel mis ik wel eens. Daarvoor hoef ik niet naar de mis te gaan, ik kan ook alleen naar de kerk gaan. Ik houd ervan om alleen bij God te zijn. Dat is heel belangrijk voor me.”

Puur, eenvoudig leven. Dat lijkt waar Rost het meest op zit te wachten, in het najaar van haar carrière. „Ik heb niet veel nodig. Mijn familie en een klein huisje, met een plaats om te slapen, te werken, te eten en vrienden te ontvangen, is genoeg”, zegt ze. Waarna ze lachend toevoegt: „En natuurlijk een auto. Dat is de enige luxe die ik wil.”

Vorig artikel

Villazón debuteert in Concertgebouw

Volgend artikel

Viktor & Rolf maken kleding Der Freischütz

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.