FeaturedOperarecensie

Opera Trionfo zet Martinu in het zonnetje

Opera Trionfo toert weer door het land. Oftewel: tijd om weer eens een originele, onbekende opera te leren kennen. Dit keer heeft het gezelschap de zonnige komedie Mirandolina van Martinů afgestoft. Een vrolijke primeur.

Scène met in het blauw Mirandolina (foto: Jurjen Stekelenburg).

Opera Trionfo heeft een neus voor onbekend operarepertoire dat jonge zangers op het lijf geschreven is. Ieder seizoen komt het gezelschap weer met een verrassing op de proppen. Beleefde vorig jaar De Gelaarsde Kat zijn première, dit seizoen ziet Mirandolina voor het eerst de Nederlandse tonelen.

Mirandolina is een komische opera in drie bedrijven van Bohuslav Martinů. De Tsjech schreef het werk toen hij na de Tweede Wereldoorlog in Europa terugkeerde. Hij vestigde zich met vrouwlief in Nice – en dat is te horen. De zon schijnt onophoudelijk in zijn partituur, die zich verder kenmerkt door een geheel eigen, uiterst beweeglijke en vlotte muzikale taal.

De komedie gaat over herbergierster Mirandolina, die als een vrouwelijke Don Giovanni alle mannen om haar vinger windt. Drie heren van aanzien – een graaf, een markies en een ridder – worden stapel op haar, maar Mirandolina schuift ze allemaal opzij om uiteindelijk te trouwen met haar ober Fabrizio.

Het stuk is een klinkende ode aan de commedia dell’arte, een vorm waar Martinů grote bewondering voor had. Een bordkartonnen decortje, maffe kostuums, sterk overdreven acteerspel, grappige effecten, een razend tempo: alle ingrediënten zijn aanwezig en worden leuk uitgewerkt door regisseur David Prins. Op een wat lauw begin na houdt hij de vaart en humor er goed in.

Ed Spanjaard leidt na zegetochten bij de Nationale Reisopera en Opera Zuid het Nieuw Ensemble, voor wie Bart Visman en Anthony Fiumara het werk tot kameroperaproporties hebben teruggebracht. De rusteloze, drukke muziek van Martinů is niet gemakkelijk en soms raak ik de draad even kwijt. Maar over het geheel genomen speelt het ensemble vol pit en pret, de spelers op het toneel voortdurend energie inblazend.

Trionfo heeft zoals altijd een jonge, frisse cast samengesteld, wat bijna als vanzelf voor een flinke portie speelplezier zorgt. Essentieel voor een werk als dit.

Jan-Willem Schaafsma zong een fraaie Fabrizio (foto: Jurjen Stekelenburg).

Pamela Heuvelmans staat haar mannetje als Mirandolina. Ze acteert vrijgevochten en zelfverzekerd en illustreert dat mooi met haar uitbundige zang. Tegelijk laat ze aan het einde ook iets van haar echte gevoelens zien.

Francis van Broekhuizen demonstreert haar geweldige komische talent als Ortensia. Zodra ze opkomt, krijgt het spel meer jeu.

Vocaal komt er veel schoons van Jan Willem Baljet als de ridder en Jan-Willem Schaafsma als de ober Fabrizio. Baljet zingt een stevige, ruwe kerel, terwijl Schaafsma juist bescheiden en eerlijk voor de dag komt met zijn heerlijke tenorgeluid.

Zenhua Chang trekt vermakelijke bekken als de markies en ook Matevž Kajdiž (de graaf, een weke rijkaard) en Ekaterina Levental (Deianira, een leuke del) doen een komische duit in het zakje.

De voorstelling kent mijns inziens ook wel wat minder enerverende passages. Bijvoorbeeld scènes die lachsalvo’s zouden moeten oogsten, maar dat niet doen. Maar vrolijk is en blijft het. Van begin tot eind. Precies zoals het bedoeld is.

Mirandolina is tot en met 6 februari nog zes keer te zien. Zie voor meer informatie de website van Opera Trionfo.

Vorig artikel

Amerikaans duo zingt beklemmende Britten

Volgend artikel

Place de l'Opera vernieuwt nieuwsbrief

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.