Vocale beheersing Sophie Rennert
De Kleine Zaal in het Concertgebouw zat slechts halfvol afgelopen dinsdag. Waarom was bepaald niet duidelijk, want het liedrecital door mezzosopraan Sophie Rennert en pianist Joseph Middleton was echt iets om niet te missen.
Voor de Oostenrijkse Sophie Rennert vormde het recital haar Concertgebouw-debuut. Voor veel bezoekers was zij een prettige ontdekking. Met haar fijnzinnige expressie, haar mooie lichte mezzoklank en stembeheersing was haar optreden uiterst verrassend.
De Oostenrijkse Rennert kreeg haar opleiding bij haar moeder, sopraan Sigrid Rennert. Ze voltooide haar studie in 2014 aan de Kunstuniversität in Wenen. Engagementen volgden bij onder andere de Salzburger- en Bayreuther Festspiele, de Schubertiade Schwarzenberg, Wigmore Hall en nu dan in het Concertgebouw. Recent heeft ze met liedbegeleider Graham Johnson een Brahms-album uitgebracht. De pianist voor dit concert, Joseph Middleton, studeerde filosofie aan de University of Birmingham en specialiseerde zich aan de Royal Academy of Music in Londen – waar hij inmiddels zelf lesgeeft – in kamermuziek en liedbegeleiding. In 2016 kreeg hij de Young Artists Award van de Royal Philharmonic Society.
Schubert
Het liedrecital in de Kleine Zaal was opgebouwd in twee blokken. Voor de pauze klonken liederen van Franz Schubert en daarna van Gustav Mahler. Heel vriendelijk bracht ze het eerste lied, het heerlijk deinende ‘An die Laute’. Vervolgens zong Rennert virtuoos en speels ‘Versunken’, een erotisch lied over een minnaar en zijn minnekozen. De piano vertoonde veel stoere dynamiek en Rennert liet horen hoe ze in staat was voluit te zingen, zonder de piano te overschreeuwen.
Fraai zijn ook haar lichte vibrato en haar dictie. Je kunt wel zeggen dat Rennert een begenadigd verteller is. Je hangt aan haar lippen. Door haar vocale beheersing kon de luisteraar zich eerlijk inleven in de teksten, die allemaal uit het hoofd werden gezongen.
In het romantische lied ‘Kolmas Klage’, waarin de hoofdpersoon dwaalt door een stormachtig landschap op zoek naar haar gestorven geliefde, liet de mezzosopraan een palet aan uitdrukkingen zien. In haar expressie geeft ze aan elk belangrijk woord extra diepte. Is er paniek, dan lees je die in haar gezicht. Verdriet idem dito. Het is gestileerd maar niet gekunsteld. En dat werd allemaal evenwichtig en soepel begeleid door Middelton.
Mahler
De Mahler-liederen brachten zichtbaar de emoties los bij het publiek. Enkele luisteraars mummelden mee of pinkte een traantje weg. Uit de ‘Fünf frühe Lieder’ bracht Rennert warm en licht ‘Frühlingsmorgen’ ten gehore. En met ‘Erinnerrung‘ ging je alles geloven wat ze zong met haar intense overtuigingskracht. Zeker in een strofe als: ‘Die Liebe weckt die Lieder’.
Na twee liederen uit Mahlers ‘Des Knaben Wunderhorn’ besloot de mezzo met enkele liederen uit de serie ‘Rückert-Lieder’. Mahler had een grote liefde ontwikkeld voor de verfijnde poëzie van Friedrich Rückert en koos de componist tien van zijn teksten.
Eén daarvan was ‘Um Mitternacht’. Mahler schreef de muziek hiervoor nadat hij een nacht ernstig ziek was geweest. Rennert bracht dit beladen lied heel sereen, met een duistere blik in haar ogen. Wonderschoon. Rennert eindigde met wat misschien wel Mahlers mooiste lied is: uit de ‘Ruckert-Lieder’, ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’. Het lied werd met trots en toch bescheiden gezongen. Nergens zette Rennert de woorden onnodig aan.
Aan het eind leek de kwetsbaarheid van de zangeres zelf naar buiten te komen. Ze zong over hemelse rust waarin de realiteit is veranderd in poëzie en het leven in liefde. Als toegift bracht ze ‘Urlicht’ waarin Mahler God vereert, ‘Der liebe Gott wird mir ein Lichtchen geben‘; een hoopvolle gedachte die we hard nodig hebben in deze tijd.