BuitenlandFeaturedGeen categorieOperarecensie

Concertante Clemenza scoort hoog.

Het Festival in  Aix-en-Provence en de Salzburger Festspiele worden bezocht door recensenten van Place d’ opera. Recensies van een aantal voorstellingen komen de komende weken voorbij. Hier de recensie  van La Clemenza di Tito in Aix op 21 juli in La Grande theatre du Provence.

Koor en orkest Pygmalion en dirigent Raphaël Pichon in Aix en Provence. Foto: Festival d’Aix-en-Provence © Vincent Beaume

 

Vrees voor een aanslag in het Festival Aix-en-Provence.

Met festivals als dit kan je niet voorzichtig genoeg zijn moeten de autoriteiten denken. Er zijn olympische spelen in Frankrijk en de Franse kranten melden verhoogde paraatheid. Gevolg is overal beveiligers; bij de ingang van het theater worden tassen gecontroleerd. Uit meegebracht water moet een slok genomen worden en er zijn metaaldetectoren. Er lopen bij het station en door de stad van Aix-en-Provence regelmatig een klein dozijn volledig bewapende militairen. Als tijdens de aria ‘Parto Parto’ van Sesto een harde knal klinkt, zit bij het publiek de schrik er goed in.

De zaal van La Grande theatre du Provence, tijdens La Clemenza di Tito. Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume

De opera La Clemenza di Tito wordt één avond semiscenisch opgevoerd in het Grande theatre du Provence. Raphael Pichon dirigeert Pygmalion, het orkest, dat op authentieke instrumenten speelt en door hem in 2006 is opgericht. Hij heeft een geweldige cast tot zijn beschikking. Twee van de gerenommeerde zangers maken een rol debuut.

Het verhaal heel in het kort.

Vitellia houdt van Tito, de keizer van het Romeinse Rijk. Door met hem te trouwen had ze gehoopt op de troon terug te keren, die haar vader verloren had aan Titus. Als de keizer haar liefde niet beantwoordt, smeedt ze samen met Tito’s vertrouweling Sesto, een plan om hem te doden om zo zelf alsnog aan de macht te komen. De aanslag mislukt. Tito weigert zijn belagers te straffen en verleent ze uiteindelijk clementie.

Geen regisseur

Bij een concertante is er geen regisseur. Romain Gilbert doet de ‘mis en espace’, hij zet de voorstelling in de ruimte. Dat levert een mooi beeld op en bovendien is het aldoor volstrekt logisch van waar een solist komt en waar hij of zij naar toe gaat. Er is een scène waarin Sesto achter op het podium in de volle spot staat als hij verdacht wordt. En inderdaad; hij staat er als een soort konijn gevangen in auto lichten; een goed gevonden moment.

Dirigent Raphaël Pichon met leden van Pygmalion.Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume

De dirigent neemt een deel van de taak van de regisseur over. Pichon heeft en neemt alle vrijheid om zijn interpretatie van de partituur op het publiek over te brengen. De rubati in deze voorstelling zijn rijk en niet altijd op standaard momenten. Plotse vertragingen zijn soms even wennen, maar het komt over het algemeen de emotie ten goede. Ook mis ik wat recitatieven en anderen zijn ingekort. Zonder handeling op het toneel is dat een logische keuze en het houdt de vaart er goed in. Het tempo is over het algemeen pittig, fris en dynamisch. Als Tito binnen komt is dat in een heel fors tempo. De mars van de keizer is anders dan gebruikelijk- niet plechtig meer. Uit die keuze van de dirigent viel te begrijpen dat hij vooral de menselijke kant van de keizer wil benadrukken. Een andere duidelijke ingreep is het opvoeren van spanning in het orkest in aanloop naar de scène van de oproer in het Capitool. Ook zonder beelden is de oproer hier optimaal voelbaar. Na het kwartet vlak voor de pauze krijgen we het prachtige koor van Pygmalion dat op dat moment met de rug naar ons toe staat te zingen. Indrukwekkend mooi en het geeft toch afstand. Veel beter deze manier van het koor inzetten dan vanachter de coulissen wat tegenwoordig zo gebruikelijk is. Bij de grote aria’s van Sesto en Vitellia geeft de dirigent volledige ruimte aan de solisten en dan zijn we ook echt op de plek in de opera waar alles heerlijk loopt en het dik genieten is.

Karine Deshayes (Vitellia) en Marianne Crebassa (Sesto) met dirigent Raphaël Pichon. Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume.

Bijzonder instrumenten

Opmerkelijk is hoe één cello, bespeeld door Julien Barre zoveel warmte en kracht kan geven. Een begenadigd speler in ieder geval , maar misschien is het ook een bijzonder instrument wat hij bespeelt? Een zeker bijzonder instrument is de historisch klarinet bespeeld door Nicola Boud. Deze in Australië geboren klarinettist is hoofdvakdocent historische klarinet aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Ze vertelde aan Place de l’Opera: ‘Mozart heeft de aria ‘Parto Parto’ geschreven voor een basset klarinet in Bes. Het is het enige stuk wat echt geschreven is voor dit instrument. Het instrument wat ik in de voorstelling bespeel is langer dan een gewone bes klarinet en heeft extra kleppen aan de achterkant van het instrument, die met de rechter duim worden bediend. Het bereik van het instrument is dus groter en ik kan daarmee in het duet met de stem deze nog dichter benaderen en imiteren.’

De verschillende klarinetten uit de tijd van Mozart.

In de aria ‘Non piu di Fiori’ gebruikt ze de door Mozart voorgeschreven basset hoorn. Nicola legt uit: ‘Mijn instrumenten zijn gemaakt van buxus hout met messing kleppen. Het zijn kopieën gemaakt door Agnes Gueroult in Parijs die zijn gebaseerd op het model van de instrumenten van Theodor Lotz, de Hofleverancier in Wenen van deze instrumenten in de tijd van Mozart.

De zangers

Marianne Crebassa herinner ik me nog uit haar prima rol van Cherubino in Le Nozze di Figaro in Nederland in 2016. Zij is ook zeer overtuigend in deze rol van Sesto, die ze vaak gezongen heeft. Ze zingt niet als een zenuwachtige lover die helemaal verslingerd is aan een vrouw en daarom een grote fout begaat. Ze weet waar ze mee bezig is, namelijk het verraden van Tito, maar denkt in oorlog en liefde is alles geoorloofd. Het maakt het besluit van Tito om Sesto niet te laten doden ook meer nobel wat voor Tito weer goed uitpakt. Marianne Crebassa zong deze rol acht jaar gelden voor het laatst, maar wat een sensatie! Spectaculair was het prachtige nummer met de zojuist besproken klarinet van Nicola Boud. Werkelijk adembenemend; hier kom je als publiek voor.

Marianne Crebassa (Sesto) met dirigent Raphaël Pichon. Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume.

Karine Deshayes heeft een heel andere, eveneens prachtige, krachtige en diepe mezzo stem. Zij maakt haar roldebuut met Vitellia. Aanvankelijk is haar uitvoering wat ingehouden. Ze kijkt veel in de partituur die ze ook echt tot geruime tijd na aanvang blijft gebruiken. Daarna pakt ze wel degelijk emotioneel uit. Wat heeft deze vrouw veel kleur in huis en wat zet ze de moeilijke rol prachtig neer. Het vilein laat ze in haar rol achterwegen. Ze zet een trotse vrouw en geliefde neer, wat resulteert in mooier zingen met dominantie. Hier staat een bewezen Norma, in 2022 deed ze nog een prima Valentine (Les Huguenots in de Munt) en nu in La Clemenza is ze een prima Vitellia ( helemaal als ze de rol nog een paar keer doorzingt).

Karine Deshayes (Vitellia) Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume.

Ook Pene Pati debuteert in zijn rol als Titus. Zijn noten zijn ruim voldoende. Wel mist je vanaf het allereerste moment zijn vorstelijke status. Dat komt ook door de dirigent die het gewone in Tito wil benadrukken, maar ook kan Pene waarschijnlijk goed wat personen regie gebruiken. Zijn intenties gaan nog alle kanten uit. Dat beeld komt wel overeen met mijn herinnering aan hem als een prachtig zingende, maar wat slungelig rondlopende Alfredo in La Traviata bij De Nationale Opera en Ballet in 2021.

Pene Pati (Tito) met dirigent Raphaël Pichon en leden van Pygmalion. Foto: Festival d’Aix-en-Provence © Vincent Beaume.

Lea Desandre zingt Annio en blonk uit met de aria ‘Torna di Tito a lato’, ze heeft een sterke aanwezigheid op het toneel. La Servilia van Emily Pogorelc is heel overtuigend, haar stem is soepel en ze kleurt mooi in de ensemblestukken. Nahuel Di Pierro is een Publio met een mooie aanwezigheid en stem.

Knal

Tijdens de aria van Sesto ‘Parto Parto’ en wel op het moment van de tekst ‘Guarda mi’ ‘Garda mi’ klinkt er een harde knal als een geweerschot ergens boven in het theater. Veel mensen schrikken, maar er breekt geen paniek uit. Het is wel duidelijk dat dit niet bij de voorstelling hoort. Dirigent Raphaël Pichon houdt heel even het orkest halt. Hij lijkt te kijken of iedereen in orde is en besluit door te spelen. De cadenza van Sesto is prachtig, maar zonder de knal had ik er meer van genoten. Mijn buurman grapte dat hij bij de opkomst van Tito had gekeken of die niet in z’n oor geschoten was. Navraag leerde dat de knal een spot was die explodeerde.

Slotapplaus La clemenza dit Tito. Foto: Festival d’Aix-en-Provence 2024, © Vincent Beaume.

De concertante uitvoering van La Clemenza di Tito was de perfecte afsluiting van mijn verblijf in Aix-en Provence. Het festival werd op 23 juli afgesloten en keert op 21 juli 2025 terug,

Raphaël Pichon is met zijn ensemble en koor half november 2024 te horen als hij bij Nationale Opera en Ballet Le lacrime di Eros begeleidt.

Verder Kijken, luisteren en lezen

Marianne Crebassa zingt Parto parto.

Andere recensies van Monique ten Boske in Aix:

Recital Garanca

Il ritorno d’Ulisse in Patria

Pelléas et Mélisande

Peter Franken zag in 2022 Les Huguenots met Karine Deshayes.

 

 

 

Vorig artikel

Bayreuther Tristan und Isolde als naspel

Volgend artikel

Bariton Benjamin Luxon overleden

De auteur

Monique ten Boske

Monique ten Boske