FeaturedHeadlineOperarecensie

Een Entführung à la Mozart

Bij een uitvoering van Die Entführung aus dem Serail in het Concertgebouw verwacht je niet direct dat de regisseur de hoofdrol zal spelen. Frank Van Laecke drukte gisteravond (29/6) echter stevig zijn stempel op de voorstelling. Maar dan wel in uitmuntende zin, want hij wekte de Mozart-opera met weinig middelen sprankelend tot leven.

(Foto: Hans Samson).
(Foto: Hans Samson).

De opvoering van Die Entführung aus dem Serail door Zomeropera Alden Biesen was het eerste operaconcert in de reeks Robeco Zomerconcerten die tot en met augustus plaatsvinden in het Concertgebouw.

Het predikaat ‘concert’ doet echter geen recht aan het schouwspel dat Frank Van Laecke neerzette. Samen met dirigent Koen Kessels snoeide hij behoorlijk in de dialogen en de muziek van Mozarts Singspiel. Maar het stuk werd er niet slechter van; eerder vlotter en levendiger.

Daarbij was de regiekunst van Van Laecke onontbeerlijk. Heel simpel bekeken stonden er gewoon vijf zangers en een spreker op het toneel (en soms op andere plekken in de Grote Zaal). Oké, ze haalden soms wat rekwisieten uit de kast, maar daar bleef het bij. Toch wist de regisseur door doeltreffende details en gebaren een enorme verbeeldingskracht los te maken. Je kon het verhaal van a tot z voor ogen zien.

Dát is hoe je de goede regisseur onderscheidt van de nepperd. Niet iemand die met een veelvoud aan abstracties een veelcijferig slot op de toegang tot het verhaal zet, maar iemand die door enkele subtiele suggesties je onomkeerbaar het verhaal in sleept. Het is geen slecht idee om deze regisseur vaker in Nederland uit te nodigen.

Piet Vansichen was heerlijk ruig en groots van klank

Natuurlijk konden zijn plannen alleen slagen met een goede cast. En goed was de cast. Stuk voor stuk acteerden ze hun rol naar behoren. Dat deden ze bovendien met zoveel vrolijkheid en luchtigheid, dat hun vocale gebreken weinig deerden.

André Post (Belmonte) zong met volle stem, maar was in de hoogte hees en beschikte niet over coloraturen. Gasuel Son (Blonde) was mooi van klank, maar soms erg dunnetjes. Timo Päch (Pedrillo) acteerde hilarisch – soms bijna à la Charlie Chaplin – maar was qua zang niet bijzonder. Martine Reyners (Konstanze) verloor de melodische lijn door haar breedspannige vibrato wel eens uit het oog.

Maar zoals gezegd: veel deerde dat alles niet. De zangers stonden zo zelfverzekerd op het podium en waren zo vereenzelvigd met hun rol, dat het kijk- en luisterplezier niet verstoord werd door muzikaal minder perfecte passages.

Bovendien was er vocaal ook gewoon veel moois te horen. Reyners verblufte bijvoorbeeld in ‘Martern aller Arten’, met heldere, krachtige coloraturen en prachtige lange noten. Piet Vansichen (Osmin) was heerlijk ruig en groots van klank en communiceerde met zijn look (die van de wereldkampioen boksen bij de zwaargewichten) erg goed. Een weldaad om naar te kijken.

De innnemende groep solisten werd uitstekend geholpen door dirigent Kessels en het orkest van Zomeropera Alden Biesen. Zij zetten ontroerende passages naast lekker vlotte tempi en volgden de solisten nauwgezet in hun aria’s.

Al met al een vlotte, vrolijke, zeer amuserende Entführung. Alsof je Mozart op de achtergrond hoorde lachen.

Vorig artikel

Cimarosa in de Rottige Meente

Volgend artikel

Opera Zürich haalt Luisi uit Dresden

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.