Opera over de grens
In de regelmatig terugkerende rubriek ‘Opera over de grens’ worden belangrijke premières die onlangs in internationale operahuizen plaatsvonden op een rijtje gezet. Deze keer het geslaagde operadebuut van popartiest Wainwright en een Tosca vol sterren in Londen.
De zomer eist in operaland zijn tol. De meeste operahuizen hebben hun deuren inmiddels gesloten om een hap adem te nemen voor het nieuwe seizoen gelanceerd wordt. Wel zijn er natuurlijk de talrijke operafestivals die uit hun slaap ontwaken.
Het Manchester International Festival bijvoorbeeld. Daar vond op vrijdag 10 juli de wereldpremière van Prima Donna plaats, een opera van de ‘singer-songwriter’ Rufus Wainwright.
Voor Wainwright – bekend als popartiest met veel opera-invloeden in zijn werk – was het zijn eerste operacompositie. Prima Donna gaat over een wereldberoemde diva, die vol worsteling haar comeback probeert te maken.
Op de vrijdag van de première verscheen Wainwright als een soort Verdi-figuur in het Palace Theatre in Manchester, inclusief negentiende-eeuws zwart pak en een voor de gelegenheid gegroeide baard.
De kwaliteiten van Verdi dichtte de pers hem nog niet toe, al waren de reacties overwegend positief. De melodische gave van Wainwright stond niet ter discussie. Strauss, Massenet, Puccini, Mascagni, Ravel, Poulenc: de recensenten bespeurden heel wat klassieke, romantische invloeden in het werk van de Amerikaan.
„Wainwright lijkt op missie om opera terug te brengen naar het eind van de negentiende eeuw”, schreef Alfred Hickling in The Guardian. „Maar de gaven van een melodicus en een orkestreerder heeft hij zonder twijfel.”
„Hij laat zeker enorm talent en potentieel zien”, meende Anthony Tommasini in de New York Times, die ‘ontwapenend mooie passages’ hoorde op de premièreavond. Aan de andere kant vond Tommasini de partituur en het stuk als geheel warrig, te weinig doordacht.
Op sommige punten schoten de componeerkwaliteiten van de artiest te kort, vond hij. „Wainwright heeft altijd zijn songs georkestreerd, maar een opera is toch een ander verhaal.”
Janis Kelly kreeg in de titelrol van Régine (de diva) veel lof. ‘Koninklijk’ vond Hickling haar optreden, en ‘rijk gezongen’. Ook het orkest van Opera North onder leiding van Pierre-André Valade presteerde goed, aldus de recensies.
Tel daar het ‘adembenemende decor’ van Antony McDonald (in de woorden van Hickling) en de sterke regie van Daniel Kramer bij op, en het operadebuut van Wainwright is allerminst slecht verlopen.
Royal Opera House
In Londen loopt het reguliere operaseizoen ondertussen nog even door. Even, want op 9 juli begon de laatste reeks voorstellingen. De opera met de eer om het seizoen ten einde te brengen, is Tosca.
Het gaat om een traditionele productie van Jonathan Kent uit 2006 die ook in mei en juni al in Londen te zien was, maar toen met een iets andere cast. Kent’s werk is een soort paradeschip, waar dan weer deze, dan weer die topster in mag stappen om zijn kunsten te vertonen.
Jonas Kaufmann was bijvoorbeeld al Cavaradossi, Paolo Gavanelli was toen Scarpia. In deze nieuwe reeks mogen Nelly Miricioiu en Angela Gheorghiu de hoofdrol verdelen, terwijl Marcello Giordano Cavaradossi zingt en Bryn Terfel Scarpia is.
Melanie Eskenazi van Opera Today was bij de première en vond het een stijlvolle afsluiting van het seizoen van het Londense operahuis. „Het centrale trio van zangers is zo gebalanceerd als iedereen zou willen, de orkestklank is uitstekend onder leiding van Jacques Lacombe en de enscenering respecteert de tradities van opera, maar verdrinkt er niet in.”
Gheorghiu zong Tosca op de openingsavond en deed dat volgens Eskenazi uitstekend, net als dat Giordano en Terfel hun rollen op hoog niveau vertolkten.
„Net als de vorige enscenering van Visconti zal deze Tosca jarenlang aanblijven”, besluit de recensente. „Maar het is moeilijk voor te stellen dat het nogmaals gezegend wordt met zulke sterke hoofdzangers als deze keer.”