Invalster Makerov verrast LA als Senta
Nikolaus Lehnhoffs productie van Der fliegende Holländer doet momenteel Los Angeles aan. Onder leiding van James Conlon en met de zeer verrassende invalster Julia Makerov als Senta boekte de voorstelling op zaterdag 9 maart een groot succes.
Richard Wagner was van 1837 tot 1839 muzikaal directeur van het theater van Riga, in wat nu Letland is. Zijn vrouw werkte niet meer en hij verdiende niet veel. Tegelijk hielden ze er wel een extravagante levensstijl op na, waardoor hun schulden snel opliepen.
Om hun schuldeisers te ontvluchten, waren ze van plan een schip naar Londen te nemen en daarna door te reizen naar Parijs. Wagner was zeker dat hij bij de Opéra daar zijn nieuwe werk Rienzi op het toneel kon krijgen, tegen een royale vergoeding. Helaas wachtten ze te lang met de overtocht en werden hun paspoorten in beslag genomen. De enige mogelijkheid die hen restte, was illegaal het land te verlaten.
Ze trokken over land naar Pruisen en gingen aan boord van een schip voor een ruige en gevaarlijke reis naar Londen. De trip had acht dagen moeten duren, maar nam uiteindelijk drie weken in beslag. De Wagners kwamen in Parijs, maar werden niet ontvangen zoals ze verwacht hadden. De Opéra zette Rienzi niet op het toneel en Wagner kon geen werk vinden als dirigent.
Wagner schreef artikelen, kopieerde partituren en leende geld om in leven te blijven, terwijl hij begon te schrijven aan een scenario voor een opera, geïnspireerd door zijn zeereis. De reis had hem doen denken aan de legende van de vliegende Hollander. Zeker toen het schip beschutting zocht in de Noorse fjorden (een ervaring die uiteindelijk het zeemannenkoor inspireerde).
Wagner baseerde zijn plot op een verhaal van Heinrich Heine uit 1834. In 1840 componeerde hij Senta’s ballade en delen van de derde akte. Een jaar later had hij het libretto af en eind 1841 voltooide hij de volledige opera. In Parijs werd het stuk echter niet opgevoerd. Het moest wachten tot 2 januari 1843, toen het in Dresden zijn wereldpremière kreeg.
Op 9 maart presenteerde de Los Angeles Opera deze opera in het Dorothy Chandler Pavilion. Op het oorspronkelijke affiche stond Elisabete Matos als Senta, maar zij werd vanwege ziekte vervangen door Julia Makerov, die de rol eerder zong bij de Canadian Opera Company.
Makerov heeft een grote, sterke stem, met een heerlijke ‘Scandinavische’ kwaliteit, die de rol goed past. Af en toe had ze moeite de controle te houden, maar ze is zonder twijfel een veelbelovende jonge zangeres van wie we in de toekomst nog veel meer geweldige optredens mogen verwachten. Haar Senta was opwindend en na afloop kreeg ze honderden brava’s vanuit alle hoeken van het theater.
De IJslandse dramatische bariton Tómas Tómasson was een rijzige, slanke Holländer, die er in zijn volledig zwarte kostuum spookachtig uitzag. Zijn donkere stem blonk uit met bronzen klanken en mengde prachtig harmonische met het koper van het orkest.
James Cresswell, die de inhalige Daland zong, is bekend bij operaliefhebbers in Los Angeles. Zijn vertolking van Senta’s vader was fascinerend. Hij gaf meer om de juwelen van de Holländer dan om de toekomst van zijn mooie jonge dochter.
Eric zou gezongen worden door Jay Hunter Morris (de Siegfried van de Metropolitan Opera), maar hij had al eerder afgezegd. De partij werd nu gezongen door Corey Bix. Hij deed het goed, maar leek snel moe te worden.
Eén van de onverwachte hoogtepunten kwam van tenor Matthew Plenk als de stuurman. Hij heeft een zoete stem en zong zeer gemakkelijk, wat Wagners bewondering voor Bellini nog eens onderstreepte.
Vaak is het de dirigent die leven blaast in een uitvoering van een opera. James Conlon en zijn orkest leidden ons tot diep in de mysteriën van de vervloekte Holländer en het meisje met de fatale obsessie voor zijn verhaal.
Nikolaus Lehnhoffs productie was al op de nodige tonelen te zien, maar werkte nog steeds. Hoewel hij het verhaal niet in een realistische manier vertelde, wist hij de essentie zeker te communiceren. Daniel Dooner studeerde de enscenering in Los Angeles in.
De decors van Raimund Bauer toonden het geraamte van een schip, met op de achtergrond een symbool voor ‘gevaar’ en een flinke hoeveelheid mist. Projecties op gaas gaven het publiek het gevoel omringd te zijn door de ambiance van de zee.
De kostuums van Andrea Schmidt-Futterer verwezen niet naar een specifieke tijd of plaats, maar toen Senta de zwarte mantel van de Holländer aantrok, wist je dat ze de zijne was en hem trouw zou blijven tot in de dood.
Het was mooi geweest als er een klif was waar Senta vanaf kon springen, maar in plaats daarvan liep ze simpelweg de mist in aan het einde van de opera. Belangrijker dan dat was echter dat de muziek verhaalde van haar liefde en haar vereniging met de Holländer in een andere wereld.
Het was een uitstekende voorstelling, die vele bravo’s oogstte voor alle betrokkenen. James Conlon bracht het hele orkest met hem mee op het toneel, tot groot plezier van het publiek.
Zie voor meer informatie de website van de Los Angeles Opera.