CD-recensiesHeadline

Requiem met lange adem

Morgen (30/7) voert het Orchester der KlangVerwaltung het requiem van Giuseppe Verdi op in het Concertgebouw. Het populaire werk van de Italiaanse componist is door de jaren heen talloze malen op cd gezet. Basia Jaworski licht één opname uit en verwijst naar andere.

requiwm-bychkov Het Requiem van Verdi geldt onbetwist als één van de mooiste muziekstukken ooit geschreven. Een open deur? Beslist, en toch valt je dat telkens weer op, zeker als je het een poos niet hebt gehoord.

Op de een of andere manier is Semyon Bychkov (broer van ‘onze’ Jakov Kreizberg) hier in Nederland nooit echt doorgebroken. Verbazingwekkend eigenlijk, als je weet hoe hij in andere landen gewaardeerd wordt.

Sinds 1998 is hij een vaste chef-dirigent van het WDR-orkest in Keulen, waarmee hij al ettelijke cd’s heeft opgenomen. Daar komt nu het Requiem van Verdi bij, live opgenomen in 2007.

Bychkov is een man van de lange adem: hij articuleert breed en neemt rustig de tijd. Toch doet hij er ruim acht minuten korter over dan mijn ‘ijkpunten’, Abbado en Giulini. Op zijn mooist is hij als hij de noten vloeiend in elkaar laat overlopen, zoals in ‘Lacrimosa’, in een waarlijk belcanteske stijl. Ontroerend.

Van het solistenkwartet (allen zeer ervaren Verdi-vertolkers) bevallen de mannen me het best. Furlanetto beschikt over een sonore, zeer warme bas, waarmee hij acteert alsof zijn leven er van afhangt. Met zijn gave om pure lyriek met gevoel voor drama te combineren weet Vargas ‘Ingemisco’ naar bijzondere hoogten te tillen.

Andere opnames van Verdi’s requiem
Naar verluidt bestaan er meer dan 135 opnamen van het requiem van Verdi. Ter illustratie hieronder enkele titels met grote namen in het solistenkwartet. Zoals te zien valt, hield bas Ghiaurov wel van het werk.

EMI 56756328 (1968).
Orkest en koor Philharmonia olv Carlo Maria Guilini
Solisten: Schwarzkopf, Ludwig, Gedda, Ghiaurov.

Deutsche Grammophon, EAN 0028941597625 (1986).
Orkest en koor van Teatro alla Scala olv Claudio Abbado.
Solisten: Ricciarelli, Verrett, Domingo, Ghiaurov.

Deutsche Grammophon (1994).
Berliner Philharmoniker olv Herbert von Karajan.
Solisten: Freni, Ludwig, Cossutta, Ghiaurov.

EMI 5571682 (2001).
Berliner Philharmonik er en Zweeds Omroepkoor olv Claudio Abbado.
Solisten: Gheorghiu, Barcellona, Alagna, Konstantinov.

Klik hier voor een uitgebreide (Engelstalige) discografie van het religieuze werk van Verdi.

Vorig artikel

Drie keer een overtuigende Flórez

Volgend artikel

Salzburg zendt Così uit via internet

De auteur

Basia Jaworski

Basia Jaworski

8Reacties

  1. Pieter K. de Haan
    31 juli 2009 at 23:43

    De laatste zin van de eerste alinea is taalkundig al bedenkelijk, maar er staan ook nog twee taalfouten in: “ligt” moet zijn “licht” en “anderen” moet zijn “andere”!

  2. Steven SURDÈL
    20 april 2010 at 18:43

    Eh quoi alors? Ce que je lis c’est ‘licht’ et ‘andere’…

    Und wieso? Was ich lese ist ‘licht’ und ‘andere’…

    Ah bien, je compris! Evidemment on a déjà mis à jour le texte.

    Ach so, natürlich! Man hat den Text schon aufgearbeitet.

    Mais veuillez bien m’excuser, ce n’était mon intention de vous ennuyer.

    Aber bitte, wollen Sie mich entschuldigen. Es war nicht meine Absicht Sie zu ärgern.

    Uit het heuvelland van de Carnaval, met zijn vermommingen, zijn brede gebaren en zijn driedaagse bespotting van al wat gezag en ‘doe maar gewoon’ pretendeert. Met een muziekje in het Frans van Luik en in het Duits van Aken, gevolgd door een hoffelijke groet in het Nederlands van Maastricht.

  3. Steven Surdèl
    20 april 2010 at 20:40

    Ce n’était PAS mon intention, croyez-moi.

  4. Steven Surdèl
    21 april 2010 at 10:09

    Aardig, niet? Zo’n buffo-duet in twee verschillende talen. Geeft wat kleur aan ons eenzijdig op het Amerikaanse Engels gerichte landje.

    Maar kom, maskertje-op, maskertje-af en terug naar de opera, want daar is deze wepsèht (Haags) voor bedoeld. Kan iemand mij iets vertellen over de zogeheten Riemens-collectie in de Centrale Discotheek van Rotterdam? Om niet voor niets te hoeven gaan belde en schreef ik al drie keer, maar de ene persoon die reageerde vertelde mij van niets te weten.
    Een muziekantiquaar uit Maastricht (nu helaas met pensioen) liet mij ooit weten dat operarecensent Leo Riemens over een collectie beschikte van meer dan 5000 handgesigneerde portretfoto’s en zeker tienmaal zoveel grammofoonplaten, zowel op 78 als 33 toeren. Zijn persoonlijke documentatie is na zijn dood in beheer gegeven van de Stichting Frits van Lijf, maar daar is het mij niet zozeer om te doen.
    Wat ik graag wil weten is wat een connaisseur als Riemens (oh pardon/vergeef mij, Pieter K, ik bedoel een kenner) vond van de vele illegale opnamen die tijdens voorstellingen stiekem in het theater werden opgenomen. Want in de opeenvolgende uitgaven van zijn Groot Opera Boek leest men enkel over officiële studio-opnamen, net als in de meer recente Metropolitain Guide of Opera, waarin zelfs enigszins kregelig tegen zulke ‘piraten’ (Eng. bootlegs)wordt uitgehaald. En toch bezitten wij juist dankzij die piraten vaak de mooiste uitvoeringen die er van een artiest zijn overgeleverd, veel fascinerender zelfs dan de officiële studio-opnamen van precies dezelfde artiest. Ik noem er maar een paar, zoals van Montserrat Caballé Lucrezia Borgia (New York, apr. ’65) en van Maria Callas Norma (Milaan, dec.’55), La Traviata (Milaan, juni ’55), La Sonnambula (Keulen, juli ’57) en Medea (Dallas, nov. ’58).

    Aldus: kan iemand mij verder op weg helpen? Een inzage in de Riemens-collectie in Rotterdam zou natuurlijk het nodige verduidelijken, maar de stilte aldaar doet vermoeden dat ook hier weer een paar dure specialisten onder het motto ’te elitair’ zijn ingeruild voor nauwelijks opgeleide wegwerpkrachten.

  5. Henk
    21 april 2010 at 10:09

    Misschien is het mogelijk om reacties verplicht in het Nederlands te plaatsen. Dit is toch een Nederlands-talige webstek?

  6. Steven Surdèl
    21 april 2010 at 12:12

    Nee mijnheer, dat kan niet meer want het leidt uiteindelijk tot ‘onbekend maakt onbemind’, met alle risico’s van dien. En nu Europa steeds meer een realiteit wordt, moeten we ons des te meer aanpassen aan het gegeven dat in onze buurlanden Frans en Duits wordt gesproken, net zoals die Franse, Duitse en Engelse vrienden en collega’s van mij alle moeite doen om zich ons Nederlands eigen te maken, simpelweg omdat ze geboeid zijn door een land dat historisch en cultureel alleszins de moeite waard is, al zult U aan mijn wufte barokke uitspattingen de indruk hebben overgehouden dat ik dat zelf absoluut niet vind.
    Want voor de goede orde (en dat zal ook Pieter K. verbazen, als hij mij nog de moeite waard vindt) ik mag dan wel zijn opgegroeid in die prachtige (en in de historische Canon vergeten) driehoek Luik/Aken/Maastricht: ik woon zelf al 12 jaar jaar met veel plezier midden in de Hollandse Randstad, waar ik heel wat uiterst sympathieke mensen heb ontmoet, al zal ik nooit kunnen wennen aan die vierkante, ja zelfs hufterige manier waarop menigeen zo graag op zijn strepen staat. Maar goed, in Limburg is er ook wel iets waar wat op aan te merken valt, zoals die boerse locale politici, die nog liever hebben dat er niets van de grond komt dan dat er bij de buurman iets van de grond komt – en dat Frans, Duits en Nederlands in de Euregio Hasselt-Aken-Luik niet op elke school verplicht zijn.

    En toont die heerlijke theatrale wereld van de opera niet aan dat verschillen en contrasten ook rijkdom en kleur opleveren? Vandaar ook dat ik mijn zuidelijk temperament zo slecht kan beheersen als ik weer eens de indruk krijg dat ik, net als mijn voorouders, vanachter de Hollandsche waterlinie word gedwongen om mij in een calvinistisch keurslijfje van het merk ‘doe maar gewoon’ te persen. Want als U eens op vrijdag naar de markt in Maastricht komt (en op zondag in Luik!) dan zult U zelf zien hoe bevrijdend al die elegant geklede dames en heren opwegen tegen die gecastreerde Hollandse kerkmuren waartussen je het gevoel krijgt dat je je moet schamen dat je bestaat. Het klinkt hard, ik weet het, maar die nog altijd weggegrinnikte Brabo’s, Limbo’s (en Vlamo’s) tellen binnen de Nederlandse cultuur wel degelijk mee, en ze leven op een ontspannen en gastvrije manier, die met zijn gemoedelijke (zelf-)spot menige Hollandse toerist respect en plezier bezorgt.

    Met de barokke groeten aan het heilige maaiveld en aan Jan Calvijn met zijn opgeheven zeis. En nu weer terug naar de opera, alstublieft.

  7. Steven Surdèl
    21 april 2010 at 15:21

    Beste mensen,

    Zojuist heb ik de heer Jordi Kooiman beloofd dat ik mij voortaan zal onthouden van elke uithaal, want hij heeft volkomen gelijk dat ik deze website heb misbruikt. Maar net als hij ben ik van mening dat er in welke taal dan ook gereageerd mag worden – of die nu voor iedereen verstaanbaar is of niet. We leven tenslotte in Europa. En dan vind ik het net zo min bij deze website passen dat iemand mij als aansteller neerzet vanwege een paar simpele Italiaanse zinnetjes in een verder volledig Nederlands verhaal.
    Voor de rest zult U gemerkt hebben dat mijn opmerkingen over de moderne regie, over Norma, Magda Olivero, Lucrezia Borgia en Leo Riemens getuigen van een oprechte liefde voor de wereld van de opera als zodanig. DAT is voor mij de hoofdzaak en bij die opmerkingen zal ik het voortaan houden.

  8. Steven Surdèl
    21 april 2010 at 22:37

    En bovendien moet U zich voorstellen hoe het voelt als je al dertig jaar hoort dat je je niet moet aanstellen als je toevallig de gave hebt om bijna vloeiend Frans, Duits en Engels te kunnen spreken, plus nog wat woordjes Italiaans. Dat komt aan alsof je je moet schamen en dan wil het wel eens teveel worden. Vandaar de bovenstaande vulkaanuitbarsting, die deze mooie website niet had mogen ontsieren. Het spijt mij, ik hoop dat U er begrip voor wilt opbrengen.