Bachvereniging brengt fenomenale Dido
De Nederlandse Bachvereniging neemt dit seizoen afscheid van pater familias Jos van Veldhoven en waagt zich als een soort eerbetoon – en een beetje om te wennen aan een nieuwe signatuur – aan Purcell. Het is voor herhaling vatbaar. De uitvoering van Purcells vroege opera Dido and Aeneas werd gedragen door de puntgave prestatie van het ensemble.
Voor deze bijzondere productie van Dido and Aeneas is de grote Purcell-specialist Robert King naar Nederland gehaald. King staat te boek als autoriteit: hij richtte in de jaren tachtig The King’s Consort op, nam vrijwel het hele oeuvre van Purcell op en schreef zelfs een biografie over het leven van de componist.
In TivoliVredenburg kreeg hij woensdagavond de schone taak om de achterban van de Nederlandse Bachvereniging ervan te overtuigen dat Purcell niet voor de grootmeester uit Leipzig onderdoet. Daarvoor programmeerde hij Purcells meest geliefde werk, de opera Dido and Aeneas, met als voorprogramma Purcells ode Why are all the muses mute?
De Bachvereniging zelf lijkt overtuigd. Vanaf de eerste noot van Why are all the muses mute? zetten de musici een intieme en subtiele sfeer neer. De ode werd geschreven vlak na de Monmouth-opstand tegen de Britse koning James II in 1685 en heeft een openlijk politiek karakter. Verschillende stemmen bezingen de grootsheid van Engeland en vervloeken de ‘accursed rebellion’. Dat laatste wordt overtuigend gedaan door bas Matthew Brook, die de zonden van de rebellen bijna uitspuugt: “pride, ambition, rage and zeal”. De ode wordt prachtig afgesloten door het wegstervende koor, dat fluisterzacht kan zingen en toch verstaanbaar blijft.
Dido and Aeneas wordt semiscenisch uitgevoerd, wat wil zeggen dat de hoofdrolspelers wat over het podium bewegen en het koor afwisselend dronken zeemannen en vileine heksen uitbeeldt. Het plezier spat ervan af. De twee assistent-heksen, gespeeld door vaste koorleden, lijken de ‘ketens’ van koorzang van zich af te werpen en jagen zowel het publiek als het orkest de stuipen op het lijf.
De opera wordt gedragen door een sublieme uitvoering van het Bachensemble. Dirigent King heeft een groot oog voor detail en wordt op de voet gevolgd door het ensemble. Over elke frase, elk woord en elke noot is nagedacht. Koor en orkest tonen grote flexibiliteit en zijn in staat om de ene frase lyrisch te spelen en meteen om te schakelen naar gedecideerd staccato. De intieme passages zijn van enorme schoonheid: zacht en soms flinterdun, maar toch doeltreffend.
Uitblinker bij de solisten is Marianne Beate Kielland in de rol van Dido. Ze heeft een formidabele stem met veel diepgang en toch een moeiteloos volume. Haar fameuze stervensaria ‘When I am laid in earth’ is gedragen en doet de tijd stilstaan.
Haar tegenspeler Matthew Brook (Aeneas) ziet er misschien niet uit als een jonge halfgod die op weg is om Rome te stichten, maar heeft wel charme en inlevingsvermogen. Brook heeft een mooie, volle, bronskleurige stem en zingt met voldoende drama.
Meer gelijkend op een klassieke held is countertenor Tim Mead. Mead is hier gecast als Sorcerer (opperheks), een lekker vileine rol, neergezet met een schelle, geknepen uitdrukking. Meads stem is echter zo helder en vol dat ook zijn vileine heks een genot is om naar te luisteren. Zelfs als hij het zou willen, zou hij niet lelijk kunnen zingen.
Julia Doyle zingt een adequate Belinda, maar mag meer persoonlijkheid en dramatische invulling in de rol leggen. In de snelle passages (“Pursue thy conquest, Love”) houdt ze haar noten onvoldoende vast, waardoor vooral nog uithalen te horen zijn en de frasering wegvalt. Tenor David de Winter (bootsman) heeft een heldere en verstaanbare stem, maar zingt met enigszins nonchalant. Naast technische kunde verlangt de luisteraar meer invoeling.
Dido and Aeneas is nog te zien in De Doelen in Rotterdam (28 april) en het Muziekgebouw aan ’t IJ (29 april). Zie voor meer informatie de website van de Nederlandse Bachvereniging.
1 Reactie
Helemaal mee eens Een fatastische uitvoering.