Turandot met Callas overtuigt mondjesmaat
De Turandot die Maria Callas in 1957 voor EMI Classics opnam, is oud. Het heeft wel wat weg van een oude radio-opname. Nu hoeft dat niets te zeggen over de kwaliteit van de zang, maar toch lijkt het alsof de opname na meer dan vijftig jaar niet echt meer communiceert.
Ik vind zeker niet alles mooi aan ‘de Turandot van Maria Callas’, die EMI Classics onlangs weer heeft heruitgegeven in haar nieuwe ‘midprice opera serie’. Zo vind ik het lastig echt van het orkest van het Teatro alla Scala onder leiding van Tullio Serafin te genieten, maar dat is dan vooral vanwege de matige opnamekwaliteit. Verder heb ik gemengde gevoelens bij de vertolkingen van Liù en Calaf.
De Italiaan Eugenio Fernandi zingt Calaf. Hij spreekt duidelijke taal, dat moet hem nagegeven worden. Zijn zang zit vol expressie en geweldadige kracht. Op diverse momenten klinkt het echter té gewelddadig, dan lijkt hij de grenzen van zijn tenor te overschrijden. Of hij eigenlijk nog niet toe was aan deze zware rol weet ik niet, maar met name in de hoogte klinkt hij tamelijk strot-onvriendelijk.
De bekende sopraan Elisabeth Schwarzkopf klinkt verbazingwekkend jong als de slavin Liù. Zelfs met de allerhoogste noten – briljant gepakt – weet ze die indruk vast te houden. Daarbij legt ze erg veel gevoel in haar zang. Ik vind het alleen jammer dat ze op andere momenten fel, haast autoritair uitpakt, waardoor er iets van haar onschuldige, pure karakter verloren gaat. Een Liù om van te houden, is ze voor mij daarom niet.
Het hoofdgerecht van de opname is natuurlijk de Turandot van Maria Callas. De technische kunsten die ze laat horen, vind ik bewonderenswaardig. Ze is ook als geen ander in staat ‘staal’ in haar stem te laten horen, wat onmisbaar is om de ijskoude, wrede prinses geloofwaardig te maken.
Toch mis ik de diepgang die Callas zo vaak in rollen wist aan te brengen. Voor mijn gevoel blijft haar vertolking redelijk op de oppervlakte, hoewel ze in het door Alfano gecomponeerde slotduet wel prachtig haar onwrikbaarheid loslaat en iets van haar gevoelens laat horen.
Callas’ vertolking heeft zeker fraaie en overtuigende kanten, maar een gouden plaat is het niet. Misschien zit het ‘m in de vele decennia die verstreken zijn, misschien zat er destijds gewoon niet meer in.
De uitgave van Turandot is één van de zestien nieuwe delen in de ‘midprice opera serie’ van EMI Classics. Op nog vier nieuwe delen is Callas in een hoofdrol te horen. Verder zijn er heruitgaven van klassieke opnames van onder meer Peter Grimes, Les contes d’Hoffmann, Manon en Il barbiere di Siviglia. De volledige collectie van de serie bevat nu 40 titels. Zie voor meer informatie de website EMI Classics Opera.
12Reacties
Ik zeg niets nieuws als ik hier, net als Basia Jaworski elders, laat weten dat Callas zelf geen groot liefhebber was van Puccini’s muziek. Toch werd ze er om commerciële redenen toe gedwongen door haar Duitse producent, die ons met zijn onkunde van het belcanto ongewild een opname met Callas van Donizetti’s Lucrezia Borgia heeft onthouden.(Lees de vakkundige biografieën van John Ardoin, David Owen en Michael Scott en vergeet gewoon de rest, die vooral uit sensatiezoekers en overschrijvers bestaat.)
Bovendien was haar stem er van nature niet ideaal voor, ze moest veel forceren; iets wat je ook hoort bij haar studio-opnamen van Turandot, La Bohème, Manon Lescaut, Madama Butterfly en zelfs haar terecht beroemde Tosca uit 1953. Dit neemt echter niet weg dat met name de laatste drie nog wel degelijk de moeite van het luisteren waard zijn,
MAAR:
dan niet op de moderne EMI-cd’s, want die firma pleegt de mooie oude mono-opnamen op het oorspronkelijke Columbia volstrekt ondermaats te reproduceren. Lees hierover het verhelderende onderzoek van geluidstechnicus Robert Seletzky, ‘Callas at EMI: Remastering and Perception’, onder het kopje ‘Articles on Callas Recordings’ op die uitstekende website http://www.divinarecords.com van de Argentijnse Callasproducent Paolo Berruti, wiens Divina-label (net als het inmiddels gestopte Verona) als enige nog dezelfde topkwaliteit levert als voorheen de beste merken op LP.
Overigens waarschuwt Seletzky (en uit ervaring ook ik) eveneens voor de goedkope heruitgaven van diezelfde mono-Columbia’s op Naxos, dat gebruik maakt van de reproductietechniek van Ward Marston. Een techniek die Marston terechte faam bezorgde voor zijn uitstekende reproducties van historische opnamen van ca. 1900 tot ca. 1940 (deels op 78 toeren), maar die voor een afgevlakt effect zorgt bij het vinyl op 33 toeren. En dat is doodjammer, omdat de zoveelste goedkope CD de huidige generatie luisteraars simpelweg een verkeerde indruk geeft van een stem die bij een mooie geluidsweergave nog altijd weet te betoveren.
Kortom: alleen de eerste generaties dure EMI-CD’s (tussen ca. 1985 en 1995) klinken nog zoals het hoort – daarna worden het in toenemende mate goedkope, snelle, soms zelfs onvolledige copieën van copieën van copieën enzovoort, met een resultaat dat U zich wel kunt voorstellen.
Dus misschien toch maar weer de oude LP’s van de zolder halen?
Ter nuancering van het voorgaande: al in 1960 publiceerden Leo Riemens en George Jellinek elk een eigen Callas-biografie, die naar de toenmalige stand van zaken zeker goed en alleszins leesbaar waren.
Maar inmiddels zijn ze toch achterhaald door de allerbeste die er is, en wel van Michael Scott: “Maria Meneghini Callas”, een essayistische analyse die men het beste kan completeren met de discografie van een persoonlijke vriend van Callas, nl. John Ardoin, wiens “The Callas Legacy” een prima richtlijn is voor de liefhebber zowel als voor de verzamelaar.
Nogmaals: iets beters is er niet, de rest is vooral overgeschreven door mensen die toch vooral leken te willen scoren met een eigen (foto-)boek over Callas.
Callas heeft zelf gezegd meen ik dat deze rol als een circelzaag voor haar stem is, en dat ze hem daardoor ook niet meer heeft gezongen.
Toch is deze opname een belangrijk document voor de Callas liefhebber en verzamelaar denk ik…
Vraag aan Steven Surdel :
U heeft het over een Callas boek van David Owen, kunt U mij wat meer informatie geven hierover ? Alvast dank.
Frans Smid
Ik moet helaas bekennen dat ik mij in de auteursnaam heb vergist: de schrijver heet David Allen Lowe, en het boek heet: ‘Callas. As they saw her.’
Eigenlijk is het geen traditionele biografie, maar veeleer een overzicht van haar carrière aan de hand van de oorspronkelijke recensies en opmerkingen van collega’s uit de operawereld. Ook vindt U een overzicht van haar optredens, dat vanzelfsprekend uitgebreider is dan een traditioneel overzicht van plaatopnamen. Juist daarom vind ik het een prima aanvulling op de boeken van Michael Scott en John Ardoin.
En wat ik als wetenschapper dan weer kan waarderen is dat de man niets moet hebben van schrijvers als Arianna Stassinopoulis (nu Huntington), die het hoofdaccent leggen op overdreven en onbewezen roddelverhalen, of die simpelweg niets nieuws toevoegen, getuige zijn becommentarieerde boekenlijst aan het slot.
Wat dit laatste betreft loont het hooguit de moeite om eens door de herinneringen te bladeren van haar man Giambattista Meneghini, ‘Maria Callas. La mia moglie.’ in het Engels vertaald als ‘My wife Maria Callas.’ Maar ook bij dit boek zijn door muziekhistorici al wat kanttekeningen geplaatst.
Hoe dan ook ben ik blij met uw belangstelling; ik wens U dus veel leesplezier!
… MAAR: dan niet op de moderne EMI-cd’s, want die firma pleegt de mooie oude mono-opnamen op het oorspronkelijke Columbia volstrekt ondermaats te reproduceren. Lees hierover het verhelderende onderzoek van geluidstechnicus Robert Seletzky, ‘Callas at EMI: Remastering and Perception’…
Ter aanvulling: bovenstaand artikel stamt uit 1998, de Turandot die nu in de nieuwe EMI Classics-serie is uitgebracht is in 2007 opnieuw en digitaal geremastered, ofwel, het onderzoek is m.i. achterhaald.
Ik hoop, zeker voor alle bezitters, dat U gelijk hebt. Maar mijn ervaring is, dat je juist bij opmerkingen als ‘completely remastered’, ‘carefully cedarized’ en ‘first recording’ enorme risico’s loopt voor de gek te worden gehouden – juist omdat de meesten tegenwoordig de oorspronkelijke LP’s niet meer ter vergelijking kunnen opzetten. En omdat in Europa de eigendomsrechten na vijftig jaar komen te vervallen, zullen nóg meer firma’s met wat snelle, onzorgvuldige Callas-copietjes een grijpstuiver willen binnenhalen, zoals dat tot dusver al op vrij grote schaal is gebeurd met selecties uit Callas’ werk: ‘Romantic Callas’, ‘The Best of Callas’, ‘An evening with Maria Callas’, enzovoort.
Misschien dat het bij de studio-opnamen nog meevalt, maar als je de EMI-uitgaven van Callas’ live-opnamen beluistert naast de uitstekende (helaas inmiddels uitverkochte) piratenlabels als Verona, Legato Classics en Golden Melodram, dan hoor je, op een enkele opname als La Sonnambula na, dat het geluid na al dat ge-remaster (wat een rotwoord) simpelweg vlakker of doffer klinkt. En heel misschien hoort U bij sommige passages zelfs dat men, zoals Seletzky bij nameting vaststelde, de afspeelsnelheid bewust heeft verhoogd om het allemaal nét op twee CD’s te kunnen persen – terwijl de grammofoonplaat na zo’n uur of twee pas drie of vier minuten later ophoudt!
En hoe snel is men volgens Seletzky bij EMI wel niet omgesprongen met de reeks ‘Great Recordings of the Century’, zoals ik zelf merkte toen ik de LP vond met Benedetti’s vetolking van pianoconcerten van Ravel en Rachmaninow, die eveneens in deze reeks op CD werden uitgebracht. En dan zou een bedrijf als EMI juist nu ineens gaan toeleggen op de steeds moordender concurrentie (vooral met Naxos) door de eigen winstmarge met dure, zorgvuldige productiemethoden te versmallen? Ik moet het nog zien, want de belangen zijn toch wel erg groot.
Mijn advies bij (Callas’) live-opnamen: het minste risico loop je met Opera d’Oro, Gala en Cantus Classics – en wees voorzichtig met Walhalla en het dure Myto.
Warempel: bijna zou ik de allerbeste live-opnamen op het specifieke Callaslabel DIVINA vergeten, dat ik al eerder aanprees. Een uitgavereeks van de Argentijn Pablo Berruti, die met de zorgvuldigheid van de archeoloog erin slaagt om de originele geluidsbanden en acetaatplaten zo authentiek mogelijk weer te geven – inclusief de vele ‘brava’s’ en het applaus dat op slechte labels zo vaak wordt weggesneden. Het resultaat laat zich enkel vergelijken met die prachtige persingen op het vroegere LP-piratenlabel BJR, waarvoor men in Parijs al gauw 150,- tot 200,- euro betaalt (antiquariaat La Dame blanche, linksachter het Panthéon). Terwijl de Divina’s voor maar 32 dollar (lees: ca. 16-20 euro) verkrijgbaar zijn…
(Zie http://www.divinarecords.com )
Beste Steven Surdel, bedankt voor je reactie
(antwoord op Frans Smid)
Graag gedaan, maar begrijp mij goed: het is mij er in essentie niet om te doen om een prestigieuze firma als EMI een schop na te geven, maar wel die gladde yuppen zonder kunstbesef, die de stem van een integere artiest als Callas gewoonweg misvormen omwille van een supersnel winstbejag. En dan kan het allesbehalve kwaad om oprechte liefhebbers erop te wijzen dat ze vaak voor minder geld bij een andere aanbieder aanzienlijk betere producten kunnen kopen.
Vergeet dus al die typen die met de naam van Callas (en anderen) vooral zelf hopen te scoren en richt je op de kern van de zaak: een zo authentieke mogelijke uitgave van de stem van Callas zelf. De rest is slechts cosmetica.
Na meer dan anderhalf jaar na de bovenstaande berichten moet ik vaststellen dat de gekte niet alleen heeft toegeslagen onder de biografen van Maria Callas, maar ook onder internetantiquaren en hun klanten. De mooiste BJR-LP’s (van Maria Callas) zijn onderhand nauwelijks meer te vinden, en voor de net iets minder prestigieuze labels als Cetra en Replica worden steeds vaker prijzen gevraagd van 80,- (Lucia, Berlijn ’55) tot 600,- (La Gioconda, haar eerste studio-opname uit ’52). En net als de beste jaren Bordeaux gaan ze hoofdzakelijk naar Korea, China en de V.S. Als kunsthistoricus èn Europeaan ben je dan geneigd tot een parallel met het oude Griekenland, dat na de nederlaag tegen Rome in 146 voor Chr. in toenemende mate werd leeggekocht (of -geroofd) door de nieuwe geldelite van overzee. Benieuwd wat de huidige generatie Grieken daarvan vindt.