EMI’s top 50: arbitrair, maar vreselijk mooi
Het euvel van ranglijsten is dat er hoe dan ook veel op af te dingen is. Zo ook op de Best Opera Classics 50 van EMI Classics. De selectie aria’s is hoogst arbitrair en telt naar mijn idee de nodige gebreken. Maar de kwaliteit… wat is het vreselijk mooi!
De Best Opera Classics 50 is een 3cd-box die EMI Classics heeft uitgegeven als onderdeel van een nieuwe serie: Best 50. De serie bevat diverse uitgaven van de meest geliefde en populairste werken van grote componisten, op allerlei wijzen gecategoriseerd. Zo heb je naast de opera-uitgave ook de Best Piano Classics, de Best Callas, de Best Adagios, enzovoort.
De opnames die gebruikt zijn, zijn afkomstig uit het archief van EMI en Virgin Classics en zijn stuk voor stuk gemaakt door befaamde artiesten. De prijs van de cd’s is laag en EMI hoopt dat ze kunnen dienen als introductie voor wie meer wil weten van de wereld van klassieke muziek.
Een prachtige opzet, maar ook een risicovolle. Probeer maar eens een top vijftig operafragmenten te maken zonder dat anderen daar vraagtekens achter plaatsen. Een onmogelijke opgave, dunkt me.
Ik heb in elk geval wel mijn vraagtekens bij de Best Opera Classics van het label. De selectie telt 20 fragmenten uit het Franse repertoire, 13 uit het Italiaanse, 9 van Wagner, 7 van Mozart en eentje van Richard Strauss. Een onevenredige nadruk op de Fransozen, vind ik.
Massenet krijgt vier nummers, Rossini maar één. Gaetano Donizetti is compleet afwezig en misschien wel de bekendste operacomponist aller tijden, Giuseppe Verdi, moet het met drie nummers doen. Evenveel als Hector Berlioz!
Een ander gemis is het barokrepertoire. Er is een fragmentje van Charpentier, maar Händel en Monteverdi ontbreken. Zelfs ‘When I am laid’ uit Purcells Dido and Aeneas is niet aanwezig – een aria die pas nog door de Britten werd uitgeroepen tot favoriete aria.
Verder is de gehele top samengesteld uit werk uit vier verschillende landen, naar mijn idee een beetje ‘krap’. Waar zijn bijvoorbeeld de Slavische componisten? Een hit als ‘Kuda, kuda’ uit Evgeni Onegin van Tsjaikovski had er toch wel bij gekund?
En zo kan ik nog wel even doorgaan met kritische noten. De fragmenten komen bijvoorbeeld grotendeels uit de oude doos, uit de jaren ’60 en ’70. De jongste artiest is Roberto Alagna, met een opname van Giordano’s Fedora uit 2003. Een wat meer uitgebalanceerde mix tussen oud en jong had ik interessanter gevonden. Zo slecht zijn de zangers tegenwoordig toch niet?
Maar goed, maakt het wat uit? Eigenlijk niet. Hooguit in de marge. Want het niveau op de drie cd’s is waanzinnig hoog en de fragmenten zijn vreselijk mooi (op een enkele uitzondering na). Geen ziel die nog aan kritische noten denkt als die bijvoorbeeld Mirella Freni hoort als Mimi. Onweerstaanbaar.
Net zo onweerstaanbaar zijn de andere artiesten op de cd’s: Teresa Berganza, Edda Moser, Maria Callas, Beverly Sills, Franco Corelli, Mady Mesplé, José Carreras, Alfredo Kraus, Dietrich Fischer-Dieskau, Victoria de los Angeles: de schare topartiesten is niet te tellen.
Om een paar hoogtepuntjes te noemen: Moser zingt een woeste Koningin van de Nacht, Mesplé coloratuurt erop los in de ‘Bell Song’ van Delibes en Carreras snijdt je door het hart met ‘Vesti la giubba’. En hoewel ik niet zo’n Wagner-fan ben, kunnen ook de negen fragmenten van zijn hand me bijzonder bekoren. Fischer-Dieskau zingt bijvoorbeeld een ontroerende solo uit Tannhäuser.
Dus: vergeet alle bedenkingen die je als operaliefhebber met eigen smaak en eigen voorkeuren bij zo’n lijst als deze kunt hebben en geniet. Want iedere minuut is het genieten waard.