AchtergrondBuitenlandFeaturedHeadlineInterviews

Thomas Oliemans in Festen in Royal Opera

Het begon met het coveren van Figaro in de Barbier van Sevilla, toen kwamen Schaunard in La Bohème en Mr. Redburn in Billy Budd; rollen van bariton Thomas Oliemans op het toneel van het fameuze Royal Opera House Covent Garden. Op 11 februari staat hij als Helmut in de wereldpremière van Festen, een opera van Mark-Anthony Turnage, gebaseerd op de gelijknamige film van Thomas Vinterberg and Mogens Rukov. Het nieuwe libretto is van Lee Hall. Een paar dagen voor de première ontmoette ik Thomas in Londen.

Thomas Oliemans als Schaunard, met Matthew Rose als Colline in La Bohème aan het Royal Opera House Covent Garden. Foto: ©Bill Cooper, Royal Opera House.

Thomas Oliemans: ‘Het is een superfijn huis om in te werken. En een heerlijke stad om een tijd in te zijn. Ik ben al een paar jaar niet geweest, maar ik ken nog iedereen en iedereen weet nog precies hoe het was, de eerste keer. Dat was een tijd voor La Bohème voor de nieuwe Barbier van Moshe Lesier en Patrice Caurier. Veel mensen op het toneel weten dat nog. Dat is wel een warm gevoel. Dus dan ben je terug en ga je verder waar je gebleven bent. De zaal is prachtig, het orkest is super en dirigent Edward Gardner natuurlijk. Daar had ik al een paar keer mee gewerkt en was ik steeds door de jaren heen wel weer tegengekomen. Het voelde warm en het voelde fijn.‘

 En dan nu Festen, een wereldpremière.

 ‘Het is natuurlijk helemaal nieuw. Het is niet een super lang stuk, maar wel een heel hecht en heftig stuk. Dit is mijn eerste keer met regisseur Richard Jones. Ik vind het geweldig. Hij heeft zoveel respect voor iedereen in de ruimte, zoveel rust, geen stress. Je denkt al snel: ‘Ik vertrouw jouw blik gewoon helemaal.’  Hij laat je aan de ene kant vrij spelen en tegelijkertijd zegt hij; ‘Oké dit is heel goed, maar dat moet je niet doen.’ Dan weet ik ook dat het zo is. Hij levert sowieso echt vakwerk op zo’n hoog niveau.

Er wordt over opera natuurlijk nogal snel tamelijk hysterisch gedaan en dat doet hij in ieder geval niet, wat hij er ook diep van binnen van vindt. En dat is echt verfrissend. Daarnaast sta ik in deze opera ook nog eens tussen zulke illustere, legendarische zangers als Sir John Tomlinson, Gerald Finley, Allan Clayton en Jeremy White, om er maar vier te noemen.’

Thomas Oliemans. Foto: ©Wouter Jansen

In deze opera speel je Helmut, de Duitse master of ceremonies op het 60ste verjaardagsfeest van de Deense Helge Klingefeldt. Een aparte rol, want je bent toch eigenlijk een beetje een aangever. Je zet elke keer als jij als MC iets aankondigt iets verschrikkelijks in gang.

‘Ja, ik ben de master of ceremonies inderdaad en ik mag het met een Duits accent doen, dat is natuurlijk ook heerlijk.  Mijn karakter is heel herkenbaar gezet. Een kleine snaredrum om een Duitse herkomst subtiel te belichten. Mijn eerste zin is letterlijk ‘Hello,’ dat ik naar ‘hallo’ mocht veranderen. Ik dacht: ‘We gaan gelijk maar duidelijk maken dat ik mijn Duitse dingen ook heel precies kan neerzetten. Ik bedoel, dat is het leuke hoe Richard er ook naar kijkt. Hoe moet je dat als Master of Ceremonies doen zonder een sjabloon te worden?

Helmut komt uit Keulen. Ik noem Helge (Gerald Finley) mijn Deense vader. In mijn hoofd ben ik iets ouder dan de kinderen. Maar ik ben dus eigenlijk ook een beetje de wél gelukte zoon voor Helge. Eerste speech aankondigen, oudste zoon, tweede speech, etcetera. En ja, wat die kinderen allemaal te zeggen hebben…. En die moeder ook, want dat is ook vreselijk. En dan uiteindelijk hoe er uiteindelijk mee omgegaan wordt en ook hoe Richard dat met team heeft vormgegeven. Ik probeer het feest in ieder geval in goede banen te leiden. Maar dat is natuurlijk met deze ontwrichte familie niet te doen. Het is wel echt een heel dankbare rol. Het is geweldig om te doen. Het is zo eenvoudig, maar zo geraffineerd en volgens mij wordt echt een klap op de solar plexus. Maar ook niet alleen maar. Het is echt de grootste achtbaan qua stuk die ik ken.’

Thoms Oliemans als de ontgoochelde vader in Innocence. Foto: © De Nationale Opera, Marco Borggreve

Kent Helmut de verhalen die de kinderen gaan vertellen?

 Ik ken de verhalen die de ouders vertellen. Eén dochter tragisch omgekomen. Eén zoon een paar keer opgenomen in een sanatorium. Een beetje moeilijk. De andere zat op boarding school en die heeft een heel ordinaire vouw en wil niet deugen en dan hebben ze nog een dochter. Die is nu erg links en komt altijd met gekleurde vriendjes thuis. Ik ken dat stuk van het verhaal en ik denk dat heel veel van de aanwezigen (op het verjaardagsfeest) dat ook kennen. Familie en zakenrelaties die op het feest komen en weten dat de kinderen gewoon niet helemaal in orde zijn. Het ziet er allemaal zo perfect uit, maar we weten dat het fout kan gaan, maar laten we vooral gewoon doen en geen gedoe krijgen en we nemen nog een drankje. Die houding. Maar voor je het weet word je opgeslokt door de grote machine van mensen die allemaal weten wat er mis is. Lee Hall zegt zelf dat het een ‘very dark and brutal comedy’ is. Ja, ‘dramma giocoso’ hè.’

Wie gaat er uiteindelijk ten onder en wie niet?

‘De opera volgt de film wel, maar het is echt helemaal een nieuw libretto van Lee Hall geworden, dus niet de film op muziek gezet. Er zit natuurlijk een bepaalde opbouw in de film die zo geweldig is en die je dus niet moet veranderen. Er is een heel groot openingsnummer. ‘Hello, hello, how are you?’ Gewoon vijftig man, gasten die elkaar begroeten en dat heel virtuoos muzikaal. Hartstikke moeilijk gedaan. Dat is ook geestig en goede muziek met een soort van vernislaag.

Lee Hall en Mark-Anthony Turnage hebben bijna bij iedere repetitie gezeten en hebben ook hier en daar kleine dingen aangepast. ‘Nu gooi ik er nog een paar zinnen bij of daar kunnen er een paar zinnen uit’. Dat is wel echt te gek. En ja, ook om wat terug te krijgen wanneer ze blij zijn of ze denken ‘nee, we zochten eigenlijk dit.’ Richard luistert daar ook naar. We hadden een versie van het slot en dat is helemaal omgegooid. Niet de noten, maar de insteek van de regie, het perspectief, is wel echt omgegooid, waardoor het idee sterker werkt en dat was op grond van wat Mark en de librettist zagen gebeuren en zagen ontstaan.

Het is echt een uniek stuk. Het is muziek waar je meteen naar kunt luisteren. Het is een libretto wat je ook meteen kunt verstaan. Het is ook geweldig dat we (Dame) Felicity Palmer, de legende van inmiddels 82 jaar, als dictiecoach hebben. Ik denk dat je eigenlijk ieder woord kunt verstaan. En daar is het ook op geschreven. Dus het is niet geschreven op een soort van muzikaal of vocaal effect. Het is geschreven als real time theater. En geweldig en levendig en ook heel geestig georkestreerd. Heel erg filmisch gezet. En dat is weer heel slim gedaan door Richard, door de bepaalde dingen, bepaalde verschillende ruimtes. Dat kun je natuurlijk in film heel makkelijk doen. Maar ja, je kunt in opera natuurlijk niet zomaar binnen de seconde een hard cut van één ruimte naar een andere maken. Hoe doe je dat dan? Dat hebben ze heel slim opgelost. En dat werkt ook muzikaal heel goed, doordat Mark zo binnen een maat echt van stijl kan wisselen en op een manier dat je toch een eenheid ervaart. En Lee Hall, de librettist, is iemand die grote ervaring in film heeft. Hij was de schrijver van Billy Elliot onder andere en van Rocketman.

Mark-Anthony is een grote vergaarbak van muzikale kennis. Ik zou niet weten hoe ik het moet omschrijven want het is niet echt melodisch, maar het is ook niet dat je er geen melodie in ontdekt. Er zitten ook ritmische herhalingen in, maar zonder dat het dan weer heel erg John Adams of minimal music wordt. In het begin is het meer parlando stijl, maar er zitten een paar geweldige echt lyrische dingen in. En dan komt er naar het einde toe de grote climax, een heel prachtig lyrisch groot intermezzo en een lyrische grote aria; ik zal niet zeggen van wie.’

Wat is de kern van Festen?

’Trauma en het verdringen daarvan. Het echt vreselijke gedrag en wat eruit voorkomt en dat men daar gewoon zo’n soort harde façade overheen bouwt en wat voor rampen dat aanricht.

Soms is het fijn als je als toeschouwer een beetje afstand kunt nemen. Denemarken jaren 90, waardoor je eigenlijk een beetje afstand creëert. Waardoor je zegt:’ Het gaat niet echt over mij’, waardoor je dan juist veel meer gegrepen kunt worden, doordat je minder op je hoede bent. Dus het feit dat het in de jaren ‘90 speelt is een vorm van bescherming ook naar het publiek én een vorm van een val zeg maar. Ik denk dat er iedere dag issues zijn die overal aan het ontploffen zijn. Of het nu gaat over racisme of over misbruik of over het toedekken van het een of ander.’

Trauma coaches

‘Er worden heel erg heftige dingen gezongen beschreven en beleefd. Er waren in de afgelopen repetitieperiode iedere week één of twee sessies voor mensen die daar behoefte aan hadden. Er was een drama-therapeut en er waren trauma coaches en we hebben ook een aantal artikelen meegekregen. De verjaardagsspeeches die zijn echt ‘full on’. En dat is ook iets waar Richard heel fijngevoelig en goed mee omgegaan is, ook doordat een aantal keer heel nadrukkelijk niet te repeteren. Dus dan hadden we een grote scène waar iedereen bij zit. En dan deden we het tot aan de speech: ‘Oké, dit is de speech, er worden heel erg vreselijke dingen gezegd, daar zijn jullie allemaal bewust van. We hebben dat samen ook in een reading doorgelezen. Gaan we nu niet doen. We gaan nu door naar wat erna komt. Dus de sfeer is nu van dit of dat.’

Er zit ook een limiet aan in hoe diep en hoever je dat kunt blijven doen. Het moment dat we dat voor het eerst deden heeft Richard ook echt gezegd ‘jongens neem er afstand van’. Wij zijn dit niet zelf. Ik denk ook dat dat een heel groot verschil is met als je dit in 1991 of ‘92 zou hebben gedaan. Dat vind ik wel echt een verworvenheid van onze tijd. Ik weet dat Philippa Boyle (Mette), die echt een paar pittige scènes te doen heeft, naar die sessies is geweest. En ik vind het ook een fijn idee dat ik dat gekund zou hebben als ik daar behoefte aan zou hebben gehad.’

Toen ik de film zag dacht ik niet meteen dat het een opera zou kunnen worden, maar zoals jij het nu beschrijft is het best logisch.

‘Eenheid van tijd en plaats, al dat soort dingen. De thema’s en de archetypes die erin zitten. Het is bijna een ultieme opera in die zin. Het is gewoon een verschrikkelijk drama. En het is ook zo mooi en ook ‘well made’. Richard kan ook gewoon een Engels toneelstuk regisseren, bij wijze van spreken. We hebben af en toe gewoon 26 solo rollen en koor op het toneel. En volgens mij kun je het gewoon helemaal lezen. Maar dat is omdat hij echt heel rustig werkt. ‘Put your worries to the light of this old morning. Dit wel, dit niet. Dit gewoon zo.’ Heel goed. Het wordt ook een echte show op zijn Brits of Amerikaans. Je hebt denk ik ook een leuke avond, hoe vreemd het ook mag klinken met dit onderwerp, maar het is super intens.’

De premiere van Festen is op 11 februari in het Royal Opera House Covent Garden in Londen en Place de l’Opera zal daarvan verslag doen.

Verder kijken, luisteren en lezen

De video trailer van Festen.

Dirigent Edward Gardner over Festen.

In 2023 maakte Thomas Oliemans zijn debuut aan de Metropolitan Opera in New York.

 

DOOR EEN TECHNISCHE FOUT OP DE WEBSITE KUNNEN ER GEEN NIEUWE FOTO’S BIJ DE ARTIKELEN OPGELADEN WORDEN. TOT DE FOUT HERSTELD IS DAAROM ENKELE FOTO’S UIT HET ARCHIEF.

Vorig artikel

Teveel rood touw in vocaal mooie Idomeneo

Volgend artikel

Dit is het meest recente artikel.

De auteur

Bo van der Meulen

Bo van der Meulen