Opera over de grens
In de regelmatig terugkerende rubriek ‘Opera over de grens’ worden belangrijke premières die onlangs in internationale operahuizen plaatsvonden op een rijtje gezet. Deze keer Orlando paladino in Berlijn, House of the Sleeping Beauties in Brussel en Peter Grimes in Londen.
Bij de Staatsoper unter den Linden in Berlijn ging op vrijdag 8 mei een geënsceneerde versie van Haydns opera Orlando paladino in première. René Jacobs leidde het Freiburger Barockorchester, de regie kwam van Nigel Lowery en Amir Hosseinpour (die zich vooral met choreografie bezighield).
Hosseinpour kennen we in Nederland van Hôtel de Pékin, een productie van de Nationale Reisopera die hij eind vorig jaar regisseerde. Onder de solisten zat Pietro Spagnoli, die onlangs in Nederland was te zien tijdens de ZaterdagMatinee, in dezelfde opera en dezelfde rol (die van Rodomonte). Andere solisten waren onder andere Marlis Petersen, Tom Randle, Magnus Staveland en Alexandrina Pendatchanska.
De Duitse critici zijn enthousiast over de productie. Kai Luehrs-Kaiser noemt het in Welt het eerste muzikale hoogtepunt van het Haydn-jaar – de viering van de 200ste sterfdag van de Oostenrijkse componist. „Super gecast”, vindt de recensent. „Een wondermooi gemixt ensemble, dat je in de kunst van het bezetten niet vaak ziet.”
„Muzikaal haalt René Jacobs met het Freiburger Barockorchester zeker het optimale uit de partituur, zo kleurrijk, dynamisch en scherp als er gemusiceerd wordt”, vult Georg-Friedrich Kühn voor Deutschlandradio aan. Kühn is echter over de aanpak van de regisseurs minder te spreken. Hij klaagt dat er van het stuk een ‘slapstick’ gemaakt is.
Op Klassik.com poneert Tobias Roth een geheel andere stelling. Hij roemt de regie juist om de indrukwekkende beelden en de vele treffende details. Een ‘vermakelijke, intelligente en kritische uitvoering’, vindt Roth het juist.
De Munt
In Brussel werkte men ondertussen al enkele weken vol verwachting toe naar de wereldpremière van een nieuwe opera van componist Kris Defoort en regisseur Guy Cassiers, House of the sleeping beauties. Een opera die binnenkort (30 en 31 mei) tijdens de Operadagen Rotterdam in Nederland opgevoerd zal worden. Vrijdag 8 mei ging het werk in De Munt in première.
De opera is gebaseerd op een roman van de Japanse Nobelprijswinnaar Yasunari Kawabata en gaat over een oude man die regelmatig een raar bordeel bezoekt, waar hij de nacht doorbengt naast een mooi meisje dat in diepe slaap verkeert.
Op Maarten Beirens van De Standaard maakt het werk vooral een ‘gelaagde’ indruk. „Het scènebeeld volgt het statische karakter van het boek, maar is veelgelaagd, zodat de toeschouwer voortdurend verschillende elementen door elkaar aangereikt krijgt”, schrijft hij. Door de choreografie, de belichting en de muziek wordt in de opera de ‘geësthetiseerde combinatie van zinnelijkheid en afstandelijkheid’ krachtig neergezet, vindt Beirens.
Karlien Vanhoonacker (De Redactie) vindt het nieuwe werk ‘een intimistische, zintuiglijke, duistere en licht bedwelmende opera’.
English National Opera
De English National Opera had zaterdag 9 mei in Londen de première van een nieuwe Peter Grimes op het programma staan. Zo onderhand – constateerde de Engelse pers – begint het operagezelschap het alleenrecht op de opera van Benjamin Britten te krijgen. Waarmee niet gezegd is dat de productie ‘meer van hetzelfde’ was. Geenszins, juist de bijzondere regie van David Alden was hét onderwerp van gesprek in de recensies.
Alden liet in januari in Amsterdam zien dat hij ver kan gaan in zijn regie, met een bonte enscenering van Cavalli’s Ercole amante bij De Nederlandse Opera. In Peter Grimes heeft hij van alle karakters, op Grimes zelf en de weduwe Ellen Orford na, een soort maffe ‘freaks’ gemaakt, aldus Richard Morrison in The Times. Zo moest het andere karakter van Grimes en Orford extra scherp contrasterend neergezet worden.
De recensenten zijn er niet onverdeeld positief over. Rupert Christiansen schrijft in de Telegraph dat hij de bruisende regie, waar men ademloos naar zit te kijken, wel kan waarderen, maar dat Alden volgens hem helemaal de plank misslaat als het om de kern van het stuk van Britten gaat. Colin Anderson (The Opera Critic) vindt de karakterisering van de verschillende rollen juist heel sterk, op een paar overdreven details na.
Over de muzikale prestaties wordt minder geschreven, maar wel eensluidend positief. De solisten – waaronder Stuart Skelton, Amanda Roocroft, Gerald Finley en Felicity Palmer – brengen het er goed vanaf en over het orkest van de English National Opera onder leiding van Edward Gardner is men vol lof. Met name Skelton oogst grote bewondering in de titelrol, zowel voor zijn zang als zijn acteerwerk.
Het ontlokte Anderson de uitspraak dat „David Aldens nieuwe productie mogelijk een blijvertje wordt in het repertoire van de English National Opera”.