De befaamde bas Giorgio Tozzi is maandag op 88-jarige leeftijd overleden. De Amerikaan was jarenlang de toonaangevende bas bij de Metropolitan Opera en trad ook bij vele andere prominente operahuizen op.

Tozzi werd in 1923 geboren in Chicago. Hij begon op zijn dertiende met zingen, maar studeerde eerst biologie aan de DePaul University. Later besloot hij helemaal voor het zingen te gaan.

In 1948 debuteerde hij als Tarquinius in The Rape of Lucretia van Britten. Hij ging verder studeren in Milaan, waar hij van bariton naar bas switchte. In 1950 debuteerde hij in Italië, drie jaar later volgde zijn eerste optreden bij de Scala in Milaan. Hetzelfde jaar debuteerde hij bij de Metropolitan Opera in New York, waar hij jarenlang grote rollen zong.

Rollen die Tozzi met succes vertolkte, waren onder andere Philip II in Don Carlo, Boris Godunov, Don Giovanni, Hans Sachs in Die Meistersinger von Nürnberg, Mozarts Figaro en Méphistophélès in Gounods Faust.

,,Op zijn top was Tozzi een imposante verschijning op het toneel en een zanger van zeldzame veelzijdigheid, warmte en intelligentie”, zo omschrijft The New Grove Dictionary of American Music de bas.

Tozzi won drie Grammy Awards, zong ook in films en musicals en bekleedde tot op hoge leeftijd professorfuncties aan diverse universiteiten.

Hieronder twee filmpjes van de bas in actie. In het eerste zingt hij twee scènes uit Boris Godunov (Engelstalig) in een productie uit 1961. In het tweede zingt hij ‘O tu Palermo’ uit I Vespri Siciliani van Verdi.