De Nationale Reisopera wil zich de komende jaren innovatief en ondernemend opstellen, om zo de rol van operaproductiekern in het nieuwe kunstenplan in te vullen. Het gezelschap presenteerde daartoe zaterdag zijn beleidsplan. In 2013 staan onder meer Tristan und Isolde en Il barbiere di Siviglia op het programma.

Door de ingrijpende cultuurbezuinigingen van de overheid is er vanaf 2013 buiten Amsterdam slechts ruimte voor een zeer afgeslankte operaproductiekern. De Nationale Reisopera lijkt het aangewezen gezelschap voor die rol, hoewel het Nederlands Symfonieorkest samen met het Combattimento Consort ook een voorstel heeft ingediend bij de Staatssecretaris.

Door de bezuinigingen moet de Reisopera wel zijn budget met 60 procent korten. Dat betekent het ontslag van zo’n honderd medewerkers. Het gezelschap is inmiddels naar de rechter gestapt om die drastische maatregel aan te vechten. Ook heeft de Reisopera bezwaar gemaakt tegen het feit dat het geen aanspraak meer kan maken op een langlopende subsidie.

Ondertussen heeft toekomstig artistiek directeur Nicolas Mansfield wel een beleidsplan opgesteld voor het nieuwe kunstenplan (2013-2016). ,,De NRO presenteert zich in dit plan als een innovatieve en ondernemende organisatie”, valt in het document te lezen. ,,Publieksbinding, maatschappelijke participatie en samenwerking vormen de grondslagen van het gezelschap.”

De Reisopera wil nog steeds zo’n vijf producties per jaar gaan brengen. Eén van die producties krijgt het karakter van een lokaal evenement. Verder wil het gezelschap regelmatig docu-operas laten maken (actuele thema’s vertaald in muziektheater) en twee keer in de periode 2013-2016 een Jong Talent Productie maken met De Nederlandse Opera en Opera Zuid.

In 2013 zou de Reisopera de voorstelling Wildeman (op muziek van Mozart), een bewerking van La Bohème, Wolf-Ferrari’s Il Segreto di Susanna, een OperaGala, Tristan und Isolde van Wagner en Il barbiere di Siviglia van Rossini willen produceren.

Voor 2014 staan er titels als Don Giovanni, Sweeney Todd, een reprise van de Johannes Passion en Aida in het stadion van FC Twente op het programma.

In de twee jaren daarna volgen werken als Orfeo ed Euridice, A Quiet Place van Bernstein, Les pêcheurs de perles, Così fan tutte en Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny.

Tot Prinsjesdag blijft alles echter onder voorbehoud. Nicolas Mansfield schrijft in zijn toelichting bij het beleidsplan: ,,Hoe bevlogen en visionair we het plan ook hebben gemaakt, op dit moment zijn we nog maar van één ding zeker: dat het plan nu ter beoordeling gaat naar de Raad van Cultuur en dat we pas op Prinsjesdag horen of de Staatssecretaris de subsidieaanvraag zal honoreren of niet.”