‘Theaterregisseurs rukken op in opera’
De English National Opera gaat komend seizoen met de nodige regisseurs uit de theaterwereld in zee. Volgens de New York Times een afspiegeling van het feit dat theater en opera vaker mengen. Slechte zaak?
In vier van de producties van haar nieuwe seizoen gaat de English National Opera samenwerken met een artistiek team dat vooral bekend is in de theaterwereld. Namen als Daniel Kramer, Rupert Goold, Katie Mitchell en Deborah Warner zullen de revue passeren.
„Mijn leven heb ik niet doorgebracht in operahuizen. Over het algemeen heb ik het doorgebracht in het theater; daar hebben ik veel van de mooiste ervaringen opgedaan”, zegt John Berry, de artistiek leider van het gezelschap, over zijn keuzes in de New York Times. „Ik wil dat ENO een mengeling wordt van talenten uit allerlei kunstdisciplines.”
Volgens de Amerikaanse krant is de ontwikkeling bij ENO exemplarisch voor een bredere ontwikkeling. Het haalt daarbij voorbeelden aan van theatermensen die bij de Metropolitan Opera gaan debuteren.
Valentina Carrasco, mederegisseur van de ENO-openingsproductie Le Grand Macabre, zegt in het artikel: „Vandaag de dag lijkt het alsof je meer kan doen in opera dan in theater. Je kunt meer risico’s nemen. Economisch, menselijk: je hebt veel meer tot je beschikking. Het is belangrijk voor ons om nieuwe dingen te proberen.”
Een zorgwekkende uitspraak. Of juist niet? Moeten we blij zijn met een horde theaterregisseurs die nieuwe uitdagingen vinden in het operacircuit? Reageer hieronder.
7Reacties
Wat ik heel belangrijk vind is dat zangers een in alle rust volgroeide, natuurlijke stemtechniek leren koppelen aan een wat majesteitelijke (Norma) of komische (Il Campanello) acteertechniek. Want opera kan noch zonder het een, noch zonder het ander.
Toegegeven: niet iedereen kan acteren als Callas en Simionato vroeger of (misschien) Theodossiou en Solovyi nu, maar het afstemmen van geluid en gebaar in de geest van het libretto zijn cruciaal om een optreden overtuigend over te brengen op het publiek. Ga je rennen, gillen en wild armzwaaien omdat de regisseur dat ‘wel vet vindt tussen al die saaie troep’, dan jaag je menige nieuwkomer én liefhebber voorgoed het theater uit.
Zo heb ik Joan Sutherland altijd te weinig actrice gevonden, en Leyla Gencer weer net iets teveel. En tegenwoordig snap ik niet waarom er zo wordt gerept van een pop als Anna Netrebko, die met haar ogen niets kan oproepen van wat zij zingt. En heeft Cecilia Bartoli haar natuurlijke spontaniteit van de DVD Barbiere di Siviglia niet steeds meer laten afglijden tot een clichématig ‘Ben ik niet koddig zo?’
Nee, nee, regisseurs als Visconti en Zeffirelli wisten precies waar ze wat moesten bijschaven om de droom precies naar mate te verbeelden. Maar ja, die zagen zich nog als ambachtslieden in dienst van de componist en zijn muziek – en dat ideaal lijkt tegenwoordig heel ver weg, ook volgens beroemde zangers als Alfredo Kraus en Ileana Cotrubas, wiens boek ‘Opernwahrheiten’ ik iedere zanger EN regisseur van harte kan aanbevelen.
Wier.
Alsjeblieft!
En (mag ik?) er zijn genoeg goede operaregisseurs. Ook vandaag.
Of juist vandaag.
Carsen, McVickar, Lehnhoff, Pountney, Trelinski, Joel, Lapage, Zimmerman, Karaman, Parceval, Stein (ik vergeet zeker een paar)….
Allemaal hebben ze geweldig veel bijgedragen om van de opera OPERA te maken. Of je het mee eens bent of niet – bij hen is het altijd logisch, cosequent en spannend.
Helemaal mee eens – ook met mijn onterechte ‘wier’ hoor, maar ik was een beetje moe, dus koppelde ik ten onrechte terug naar Kraus i.p.v Cotrubas. Kent U haar boek trouwens, ik vind het prachtig om te lezen, ook omdat ik van Cotrubas zo’n beetje alles op LP en DVD in mijn collectie heb.
Maar omdat ik bij lange na niet over zoveel (buitenlandse?) ervaring beschik als U, kan ik alleen oordelen over wat ik zag en las in de Benelux, op live-DVD’s en in allerlei internationale recensies – en dat maakt mij, en heel wat bekende oud-zangers en zangeressen niet gelukkig (zoals onvoldoende tijd voor repetities, onrijpe en te snel omhooggeschreven stemmen, kale decors met te felle of te weinig belichting, etc.).
En ook al vind ik dat het water nu eenmaal het helderst is bij de bron – en je dus bij decors en kostumering niet wezenlijk moet afwijken van de tijd waarin de opera speelt – wil dat nog niet zeggen dat een regisseur tegelijk een wetenschappelijke archeoloog zou moeten zijn. Nog maar een paar jaar geleden vond ik dat de gezelschappen van Moldavië en Tatarstan precies het juiste midden troffen, met betaalbare, enigszins abstraherende decors en kostuums die desalniettemin meteen duidelijk herkenbaar waren. En wat ik van het moderne ‘shockeren’ in plaats van het ouderwetse ‘laten dromen’ of ‘ontroeren’ vind, staat hier elders al te lezen.
Kunt U mij trouwens een paar voorstellingen op DVD noemen van deze regisseurs die U zo kunt waarderen? Want ik mag dan niet de indruk wekken, maar ik ben wel degelijk leergierig naar iets nieuws dat ik nog niet ken!
Met dank bij voorbaat.
Beste Steven,
Robert Carsen maakte een onvergetelijke Puccini cyclus in Antwerpen.
Zijn Manon Lescaut (met Miriam Gauci) in de hoofdrol is voor mij the best ever.
Zijn Boheme met Cheryll Barker en Ryszard Kwiecien (ja! Kan je je voorstellen) was niet minder dan goddelijk.
Maar zijn Kat’a Kabanova is een van de mooiste dingen wat ik _OOIT_ in mijn leven heb meegemaakt.
Helas niet op DVD.
Op DVD:
Contes d’Hoffmann
Rusalka
Fidelio
Dialogues de Carmelites
La Traviata uit Fenice
McVicar:
probeer zijn Nozze uit ROH?
Joel:
o.a. Romeo et Juliette met Alagna en Vaduva
Peter Stein heeft een waanzinnig goede Moses en Aron in Amsterdam genaakt
Trelinski heeft een Butterfly (Tel Aviv) wwar je u tegen zegt
De (van oorsprong Turkse) Karaman heeft een Peter Grimes gemaakt waar ik helemaal kapot van werd (http://www.operamagazine.nl/headline/3022/een-peter-grimes-om-nooit-te-vergeten/)
Kijk eens, mijn dank! Want ook al zijn dit voor mij bijna allemaal onbekende grootheden: ik zal er met een open geest naar op zoek gaan. Natuurlijk zal ik tezijnertijd eerlijk zeggen wat ik ervan vind, net zoals ik U uitnodig om tegenover mij hetzelfde te doen. Want een leven waarin tegenover ieder ‘ja’ geen ‘nee’ mag staan (en omgekeerd), daar valt wat mij betreft geen opera van te maken.
Nu pas merk ik dat ik één van mijn geliefde regisseurs ben vergeten: Laurent Pelly.
Van hem is het een en ander op DVD te koop (ik noem maar een paar):
‘Orpheus in de onderwereld’ van Offenbach, met de schitterende echtpaar Dessay/Naoury
‘La Fille du Regiment’ (eveneens met Dessay)
‘L’Elisir d’amore’ uit Parijs
en niet te vergeten ‘Liefde voor de drie sinaasappelen’ uit Amsterdam.
Zaterdag wordt zijn ‘Don Quichotte’ uit Brussel live uitgezonden op Arte.
Ik was er bij, bij de première.
KIJKEN!