Meryl Streep speelt Callas in nieuwe film
De veelgeprezen actrice Meryl Streep gaat Maria Callas vertolken in een tv-film van HBO. Dat bericht Page Six van de New York Post. De film wordt geregisseerd door Mike Nichols, met wie Streep al vele malen samenwerkte.
De film over de legendarische operadiva Maria Callas is gebaseerd op Terrence McNally’s toneelstuk Master Class. Dat stuk ging in 1995 in première en won een Tony Award. Master Class speelt zich af in 1971, toen Maria Callas studenten van de Juilliard School lesgaf, maar duikt ook in haar carrière en persoonlijke leven.
In het voorjaar van 2011 maakte musicalster Pia Douwes een Nederlandse tournee met het werk van McNally, in een regie van Frank van Laecke.
Meryl Streep is geen groentje als het gaat om het vertolken van beroemde vrouwen. Eerder speelde ze onder anderen Margaret Thatcher en Julia Child.
5Reacties
Dit lijkt mij een prachtige uitdaging voor een topactrice als Meryl Streep. En als het ook maar enigszins in de buurt komt van wat ik Pia Douwes in 2011 zag doen, zal het – althans wat mij betreft – zeker geslaagd mogen heten. Wel vond ik destijds dat de tekst van McNally weinig of geen recht deed aan de interviews die er van Callas op DVD te zien zijn. Zeker tegenover Lord Harewood sprak Callas over haar carrière met een quasi-achteloosheid (‘lapidair’ in chic Nederlands) alsof het haar allemaal nauwelijks moeite had gekost, terwijl zij als geen ander griezelig hoge eisen aan zichzelf en aan haar stem stelde, tot grote ergernis van collega’s die de eindeloze repetities in de studio onderhand beu waren.
Fascinerend lijkt mij de vraag waarom zij toen zo achteloos sprak. Tijdens een ander interview namelijk (ook op DVD te zien) was zij in gezelschap van regisseur Visconti zeer ontspannen, waarbij ze soms zelfs giebelde als een puber. Maar in dat Parijse appartement aan de Avenue George Mandel 36 (inmiddels Allée of Avenue Maria Callas)was zij feitelijk al uitgezongen. Zij moest tegenover Harewood dus spreken over haar topjaren die definitief voorbij waren, en wie de litteratuur kent weet dat het hooghouden van dat verleden zeer deed. Meer dan een jaar of tien lang zelfs, tot aan haar plotselinge dood. Ga er maar eens naar toe, naar die weidse, stille en vooral peperdure laan achter het Palais de Chaillot, waar je volgens mij griezelig eenzaam kunt zijn als je er volgens de jet-set niet meer bij hoort. ‘Artiste lyrique’ staat er naast de voordeur als ik mij goed herinner, en dat vind ik toch wat zuinigjes, om het maar zuinig uit te drukken.
Maar wier spreekstemgeluid is zo bedwelmend dat het ook maar enigszins in de buurt komt van dat van deze artiste lyrique ?!
Ook zonder heldenstatus vermoed ik dat echte grootheden als Giuditta Pasta en Callas maar eens in de zoveel tijd geboren worden. Maar vergeet niet dat er ook veel mensen waren die de stem van Callas helemaal niet mooi vonden – inclusief zij zelf nota bene; het was wat zij er mee deed dat zo aangrijpend kon zijn. (Vergelijk haar Lucia maar eens met die van Lily Pons en Lina Pagliughi.) Tijdgenoten als Tebaldi en later Sutherland bijvoorbeeld hadden een prachtige stem, maar ik kan me niet herinneren dat ik ook maar één keer het gevoel heb gehad dat je werd meegezogen in het lot van het personage dat zij uit moesten beelden.
Overigens: vertrouw NOOIT je geheugen. Op een YouTube filmpje zag ik zojuist dat er naast de ingang aan de Avenue George Mandel niet ‘artiste lyrique’ staat, maar ‘Maria Callas died here’, met de sterfdatum in september 1977. Wat ik in 2004 of in 2006 zag, was het onderschrift van het bord met de nieuwe straatnaam. Maar ook dan blijft het allemaal heel sober, vergeleken met de luxe van het appartementencomplex.
Mijn ‘d a t’ van (Callas) betrof dan ook haar s p r e e k – stemgeluid. (Inderdaad, wat zij met haar – ook in mijn oren niet mooie – zangstem deed kon aangrijpend zijn.)
O zeker, ja. Maar in haar interview met Lord Harewood vertelt Callas ook dat zij van dirigent Tullio Serafin had geleerd om, na het instuderen van de muziek, vooral de recitatieven voor zichzelf hardop uit te spreken, om doordrongen te raken van het plot van het verhaal, en vooral van de bijpassende psychologie van het personage dat zij op het toneel moest uitbeelden. Opera is immers drama, waarbij de tekst en de muziek wezenlijk van elkaar afhankelijk zijn. (Vandaar dat ik nooit echt enthousiast kon worden bij een sopraan als Sutherland, die, zeker naarmate zij ouder werd, steeds meer mompelde dan articuleerde.)
Hoe mooi zou het niet zijn als die interviews met Lord Harewood van de film deel zouden uitmaken. (Niet die met Pierre Gavoty waarin ze toch wat geaffecteerd vaak giebelt.) Kijk haar maar eens zitten als een vorstin, met dat prachtige haarstuk dat later als een profaan reliek voor duizenden platte dollars op een veiling zou eindigen. Het is dan 1968, en ze vertelt tot in details ‘Als ik een rol instudeer etc.’, terwijl ze in juli 1965 nota bene haar laatste voorstelling had gegeven! Dát is de ware tragiek van de Avenue George Mandel, die prijs voor de perfectie die Callas haar leven lang achtervolgd heeft. Misschien was het daarom dat haar tragische vrouwen (Medea, Traviata, Norma, Anna Bolena, Gioconda) op plaat of CD nog altijd zo’n hartverscheurende, onvergetelijke indruk achterlaten.