Oudste operahuis van Europa heropend
Het oudste operahuis van Europa, het Teatro di San Carlo in Napels, wordt vandaag heropend met een productie van La clemenza di Tito van Mozart. Het theater is volledig gerestaureerd.
Het Teatro di San Carlo werd in 1737 gebouwd. Het was in die tijd het grootste operahuis in de wereld, met zo’n 3300 plaatsen. Het huisde diverse wereldpremières van werken van Bellini, Donizetti en Rossini.
Het theater is inmiddels het oudste nog werkzame operahuis in Europa en het staat op de werelderfgoederenlijst van UNESCO. Volgens de website van het operahuis is het 41 jaar ouder dan de Scala in Milaan en 51 jaar ouder dan het Teatro la Fenice in Venetië.
Het operahuis kreeg in 1812 al een balletafdeling en opende in 1816 een school voor ontwerpers. In de hele geschiedenis kwam het slechts één keer voor dat het operahuis geen seizoen kon programmeren. Dat was in 1874/1875, toen er niet genoeg geld was.
De afgelopen tijd was het voor de tweede maal stil in het theater. Het oude gebouw werd in 330 dagen tijd volledig gerestaureerd. Volgens Italiaanse media kostte het project zo’n 67 miljoen euro.
Vandaag, woensdag 27 januari, wordt het operahuis heropend met een productie van Mozarts La clemenza di Tito. Muzikaal directeur Jeffrey Tate dirigeert, Luca Ronconi regisseert.
De cast wordt aangevoerd door de prominente tenor Gregory Kunde in de rol van Tito Vespasiano. Andere solisten zijn onder andere Teresa Romano, Elena Monti en Monica Bacelli.
Als een enigszins ludieke ‘spin-off’ van het openingsfestijn gaat het theater een aantal stoelen uit de zaal, die bij de renovatie vervangen zijn, verkopen. Stoelen die, zoals het theater beschrijft, duizende voorstellingen hebben bijgewoond, met de grootste zangers, dirigenten en orkesten.
Zie voor meer informatie de website van het Teatro di San Carlo.