AchtergrondNieuws

Nikolovska en Sikich winnen IVC LiedDuo

De 53ste editie van het Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch is gewonnen door de Canadese mezzosopraan Ema Nikolovska en de Amerikaanse pianist Michael Sikich, beiden van jaargang 1993. De jury kende het duo de Eugène Pannebakker Prijs toe. Het duo van Esther Valentin en Anastasia Grishutina sleepte drie van de overige prijzen in de wacht.

De winnaars van het IVC 2019 (links Michael Sikich, rechts Ema Nikolovska) met in het midden juryvoorzitter Dame Felicity Lott. (© Rahul Gandolahage)

Ondanks dat er vier baritons en een tenor onder de veertien halvefinalisten werden geteld, was de finale van dit IVC een evenement zonder mannenstemmen. Zonder de vier (mezzo)sopranen iets tekort te willen doen, heb ik de variatie in het aanbod wel een beetje gemist. Bijna tweeënhalf uur sopraanzang, hoe goed ook, wordt op den duur voorspelbaar.

Ema Nikolovska viel in de halve finale vooral op door haar enthousiaste voordracht, met veel nadruk op mimiek en gebaren. Haar opening in de finale met ‘The sailor’s song’ van Haydn werd met veel bravoure gebracht, wat haar direct een voorzichtig open doekje opleverde van een deel van het publiek. Met ‘A girl’ uit Four songs on poems by Ezra Pound van Robert Heppener liet Nikolovska horen het niet alleen van wat zwaar aangezette humor te moeten hebben, maar zeker ook van een uitstekende techniek. Het lied wordt gekenmerkt door lange glissandi en enorme intervallen, zeer zeker vertolkt, hoewel niet erg prettig om lang naar te luisteren.

De twee liederen uit Debussy’s Trois chansons de Bilitis die er direct op volgden, klonken plotseling erg ‘klassiek’. Een goed gekozen volgorde in het programma. Net als in ‘Haï lulli!’ van Pauline Viardot was echter goed te horen dat Nikolovska worstelde met de uitspraak van de Franse teksten. Daar had de oorspronkelijk uit Macedonië afkomstige mezzo duidelijk geen last van in de twee liederen van Sjostakovitsj. Zingen in een andere Slavische taal lag haar goed en de voordracht van Pictures of the past was hilarisch op een volkse manier, hoewel enigszins over de top.

Na de prijsuitreiking vroeg ik haar waar dat lied nu eigenlijk over ging. Een intellectuele man raakt gecharmeerd van zijn wasvrouw en aangemoedigd door een verteller komen ze na wat schijnbewegingen tot elkaar. Dat maakte achteraf veel duidelijk. Doorpratend over Sjostakovitsj en zijn Lady Macbeth en een paar meer persoonlijke zaken werd mij al snel duidelijk dat bij deze sympathieke jonge vrouw van overacting geen sprake was. Nikolovska is als zangeres gewoon zichzelf, te vergelijken met Zerbinetta in Ariadne auf Naxos. Iemand met brede muzikale belangstelling – ze speelt ook viool – en een uitstekende performer.

Esther Valentin en Anastasia Grishutina gingen niet als winnaars, maar wel met drie prijzen naar huis. (© Rahul Gandolahage)

De Duitse mezzo Esther Valentin en haar pianiste Anastasia Grishutina waren vooraf door vele getipt voor de hoofdprijs. Valentin zette vooral in op lyriek in plaats van humor en techniek. Ze heeft een podiumprésence waarmee ze het publiek als vanzelf voor haar weet in te nemen. Valentin nam veel risico door de keuze van stukken waarin relatief lange pauzes voorkomen, maar hield de zaal muisstil. Dat was nadrukkelijk het geval in Moritz Eggerts ‘Don Juan kommt am Vormittag’.

Heel bijzonder was het lied ‘Endangered’ van Brechtje van Dijk, dat eindigde in een soort flamenco met ritmisch handgeklap en een uitbarsting van geluid op de piano. Grishutina bleek een uitstekend pianiste, die zich bepaald niet onbetuigd liet. Hier was echt sprake van een duo, meer dan gewoon een solist met pianobegeleiding. Het einde van het programma werd een verstilde uitvoering van ‘Der Feuerreiter’ van Hugo Wolff. Gewaagde programmering, met een einde waarin de stem lijkt weg te sterven.

Het leverde Valentin en Grishutina de Persprijs, de Publieksprijs en de Junior Jury Prijs op. Verrassend genoeg niet de prijs voor de beste vertolking van het verplichte stuk van Sylvia Maessen ‘Oh che tranquillo mar’, ondanks een buitengewoon geïnspireerde, vrije vertolking van dit lied. Maar met die ‘publieksprijzen’ waren beiden toch heel gelukkig, zo bleek na afloop.

Valentin is voorlopig geheel gecommitteerd aan het lied, zo vertelde ze mij toen ik vroeg of we haar ook eens in een opera te zien zouden krijgen. Ach, dat komt nog weleens. Valentin is een prachtige zangeres die met haar 26 jaar al een zeer volwassen indruk maakt. En het belangrijkste: ze is een echte artiest. En die winnen nu eenmaal niet altijd een concours.

De prijs voor het verplichte lied werd toegekend aan de Britse sopraan Harriet Burns en pianist Ian Tindale. De motivering van de jury komt er in mijn parafrase op neer dat Burns met haar vertolking heel mooi binnen de lijntjes kleurde. In haar programma was ik het meest onder de indruk van de wijze waarop ‘L’heure exquise’ van Reynaldo Haln werd vertolkt; bijna etherisch. Eveneens opvallend was haar ‘Die liebende schreibt’ van Diepenbrock. Burns’ goede beheersing van het Duits viel met name op in haar opening met Schuberts ‘Verklärung’, dat ze bracht als een rustige vertelling.

Burns en Tindale ontvingen ook de Prijs van de Vrienden van het Lied. De prijs bevat drie optredens in een lang weekend op bijzondere locaties.

Het vierde duo bleef niet geheel met lege handen achter. Sopraan Erika Baikoff, sowieso een verrassende finaliste, kreeg weliswaar geen prijs, maar haar pianist Gary Beecher won de Rudolf Jansen Prijs. Deze is vernoemd naar de befaamde Nederlandse pianist Rudolf Jansen en wordt toegekend aan de pianist in de LiedDuo-finale die volgens de jury de beste prestatie op het gebied van techniek, interpretatie, stijl en sensibiliteit heeft geleverd.

De Prijs van de Vrienden van het IVC ging naar de halvefinalisten Vincent Kusters (bariton) en Charlie Bo Meijering (piano). Twee andere halvefinalisten, Matthias Hoffmann en Lisa Ochsendorf, kregen de prijs van het Internationaal Lied Festival Zeist. Zij mogen er tijdens de komende editie (mei 2020) optreden.

Volgend jaar is er weer een editie van het IVC, dan gewijd aan opera en oratorium.

Vorig artikel

Van Mechelen beklimt galante Franse toppen

Volgend artikel

Maria Fiselier zingt Flora in Berlijn

De auteur

Peter Franken

Peter Franken