Philip Langridge is vrijdag 5 maart op 70-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van kanker. De Britse tenor maakte zijn operadebuut in 1964 en trad daarna over de hele wereld op. Hij werd geroemd om zijn veelzijdigheid en vertolkingen in het moderne repertoire.

Langridge begon zijn muzikale carrière als violist. Hij maakte echter de overstap naar de wereld van de zang en stond voor het eerst op het operatoneel in 1964 in Richard Strauss’ Capriccio. Daarna ontwikkelde hij een veelzijdig repertoire.

Hij zong Monteverdi en Mozart en ook modernere componisten als Ravel, Stravinsky en Schönberg. Hij was een vermaard vertolker van rollen van Benjamin Britten, waaronder de titelrol in Peter Grimes en Aschenbach in Death of Venice. Voor een opname van Peter Grimes ontving hij een Grammy Award, evenals voor Moses und Aron van Schönberg.

Op 2 januari trad Langridge voor het laatst op het toneel op, als de heks in Hänsel und Gretel van Engelbert Humperdinck bij de Metropolitan Opera in New York.

Het nieuws over het overlijden van Langridge veroorzaakte een grote stroom van lofuitingen in de pers. Zo zei Elaine Padmore, directeur van het Royal Opera House, tegenover The Associated Press dat Langridge gemist zal worden vnawege ‘zijn intelligentie, zijn humor, zijn prachtige stem en fantastische muzikaliteit, zijn overtuigende acteerwerk en de vele rollen die hij meester was’.

De New York Times roemde de tenor evenzeer: ,, Hij was een sublieme vertolker van Händels en Bachs religieuze muziek en de liederen van Schubert. (…) Op de toppen van zijn kunnen produceerde Langridge een warme klank met een rijkheid en flexibiliteit die hij pienter gebruikte in zowel complexe, emotioneel veeleisende rollen als komische partijen.”

Hieronder zingt Langridge een aria uit La Clemenza di Tito van Mozart.