Pierre Audi gastcurator bij Concertgebouworkest
Pierre Audi is door het Koninklijk Concertgebouworkest aangesteld als creatief partner. Met ingang van seizoen 2021/2022 zal de voormalige artistiek directeur van De Nationale Opera enkele keren speciale projecten van een theatrale zetting voorzien.
Als eerste gaat Pierre Audi aan de slag met een nieuw werk van de Chinese componist Tan Dun. Hij schreef een Requiem for nature dat Audi op het podium van het Concertgebouw ruimtelijk vormgeeft in een zogeheten mise-en-espace. De vocale partner in het requiem zonder solisten is het Rotterdam Symphony Chorus.
Het programma (4 en 5 november) is helemaal aan Dun gewijd. Tot klinken komt onder zijn leiding ook een opdrachtwerk van het KCO, een concert voor trombone en orkest, geschreven op de kwaliteiten van solist Jörgen van Rijen, solotrombonist in het orkest. Audi en Tan Dun werkten al vaker samen bij De Nationale Opera in de periode dat Pierre Audi er artistiek directeur was. Hij regisseerde er de opera’s Tea (2003) en Marco Polo (2008).
In de Westergas
Een tweede project zal zich in februari 2022 afspelen in de ronde ruimte van de voormalige gashouder op het terrein van de Westergasfabriek, een plek die Audi bij DNO en het Holland Festival vaak benutte om grensverleggende producties op te zetten, zoals aus Licht op basis van opera’s van Karlheinz Stockhausen. Audi staat voor de productie in februari aangemerkt als ‘gastcurator’. Wat dat inhoudelijk betekent, is nog duister. De muziekkeuze ligt nog niet vast en ook de naam van de ‘gastartiest’ is niet ingevuld in de seizoensbrochure van het KCO.
‘Het orkest verbindt zich aan een avonturier met een levenslange allround ervaring in het muziektheater en de hedendaagse muziek’, schrijven de vorig jaar aangestelde orkestdirecteur Dominik Winterling en artistiek directeur Ulrike Niehoff. Voor Audi is de verbintenis met het KCO een logische stap. ‘De programmering van de grote podiuminstellingen moet met meer kleur, meer variëteit, meer risico en verrassingen komen’, zo laat hij weten. ‘Ook het orkest moet openstaan voor nieuwe tendensen, componisten en muzikaal engagement.’
Goerne met Mahler
Het Concertgebouworkest zal in het komende seizoen bij De Nationale Opera partner zijn in Der Freischütz van Carl Maria von Weber. In de eigen programmering komen vier vocale solisten voor. Als eerste Renée Fleming, die op 20 augustus te gast is in het kader van de BankGiro Loterij Zomerconcerten. Zij zingt de liederencyclus Poèmes pour Mi van Olivier Messiaen.
Op 23 december en in de kerstmatinee treedt bariton Matthias Goerne op met liederen uit Des Knaben Wunderhorn, in samenwerking met dirigent Jaap van Zweden. In het programma Made in America zingt mezzo Kelly O’Connor eind januari de Neruda Songs van Peter Lieberson. Tot slot vertolkt sopraan Louise Alder in februari liederen uit Chants d’Auvergne van Joseph Canteloube.
Opvallend is de vocale inbreng van enkele koorformaties. John Eliot Gardiner neemt zijn eigen fameuze Monteverdi Choir mee voor een Brahms-programma op 16, 17 en 19 september, met onder meer het ‘Schicksalslied’. De Engelse oudemuziekspecialist Trevor Pinnock leidt een solistenkwartet en het Laurens Collegium Rotterdam in Bachs Johannes Passion (8 en 10 april).
Chailly komt weer
Het Concertgebouworkest zet het tijdperk zonder chef-dirigent met elan voort door een groot aantal vermaarde gastdirigenten te contracteren. De verrassendste keus is oud-chef Riccardo Chailly. In de afgelopen achttien jaar kwam hij slechts sporadisch terug, maar vanaf het komende seizoen zal hij ‘met grote regelmaat’ voor het KCO staan, zo meldt de seizoensbrochure. De eerste keer is op 3, 4 en 6 maart 2022 met werken van Zemlinsky, Bosmans en Sjostakovitsj.
Zie voor meer informatie de website van het Koninklijk Concertgebouworkest.