Twintig minuten applaus voor Villazón
Rolando Villazón maakte maandagavond 22 maart voor een uitzinnig Weens publiek zijn rentree op het operatoneel, als Nemorino in L’Elisir d’amore. Meer dan twintig minuten werd er voor hem geapplaudisseerd. The Associated Press was echter terughoudend over zijn optreden.
Na bijna een jaar afwezigheid stond Villazón maandagavond weer op het toneel. Bij de Wiener Staatsoper, in een oude productie van L’Elisir d’amore (van de hand van Otto Schenk). Een voorstelling die razendsnel uitverkocht was.
Zodra de tenor het podium betrad, barstte een gejuich los van zijn vele fans in de zaal. De koorscène die op dat moment gaande was, werd geheel overstemd, zo bericht Die Presse.
Na de beroemde aria ‘Una furtiva lagrima’ was het weer raak: volgens The Associated Press lag het spel vijf minuten stil. Het publiek schreeuwde om een encore, maar kreeg die niet.
Na afloop van het stuk hield het applaus meer dan twintig minuten aan. De andere solisten (Ekaterina Siurina als Adina, Tae Joong als Belcore en Ambrogio Maestri als Dulcamara) kregen weliswaar ook enthousiaste reacties, maar het applaus was toch vooral voor Villazón bedoeld.
Ondanks dat was Mike Silverman van The Associated Press terughoudend over het optreden van de Mexicaan. De rol is Villazón op het lijf geschreven, schreef Silverman, en bedient volledig zijn ‘natuurlijk instinct als een clown’.
Ook maakte hij geen vocale uitglijders tijdens de avond. ,,Maar zijn stem klonk niet echt als de Villazón van een paar jaar geleden”, meende de recensent. ,,Het heeft een donkerder kleur aangenomen en de opwindig en glans van zijn vroegere klank lijken afgenomen en ingeperkt te zijn.”
Villazón vervolgt zijn opera-activiteiten in Berlijn, met drie voorstellingen als Lenski in Evgeni Onegin. Verder zal hij Alfredo in La Traviata zingen in Zürich. Zie ook zijn website www.rolandovillazon.com.