Iedere week maakt Place de l’Opera een keuze uit het aanbod van opera en aanverwante muziek op radio, tv en internet. In week 15 (4 – 15 april 2015) onder meer aandacht voor Jonas Kaufmann in Cavalleria rusticana en Leo Nucci in opera’s van Verdi.

Zijn werk speelt zich vaak in het donker af, maar zonder hoboïst Rob Bouwmeester en zijn collega’s van het Nederlands Philharmonisch Orkest is er geen opera. Meer dan duizend keer zat hij al in de orkestbak van Nationale Opera & Ballet, met de Ring van Audi en Haenchen als hoogtepunt. Tijd voor een gesprek.

Als tiener stond Lawrence Zazzo bekend als ‘The Great Zazzini’, vanwege de goocheltrucs die hij voor andere kinderen opvoerde. Die tijd is lang voorbij, maar de bijnaam blijft actueel nu hij als sterzanger in barokopera’s de wereld rondreist. Op 12 april zingt de countertenor in het Concertgebouw de titelrol in Händels Giulio Cesare. Een kennismaking.

Sopraan Ida Gorissen en pianiste Cathelijne Maat reizen op zaterdag 11 april in de Edesche Concertzaal terug naar de “roaring twenties, swinging thirties en fabulous fifties”. Het duo voert songs van George Gershwin, Kurt Weill, Michel Legrand en Leonard Bernstein uit.

Het Teatro Regio di Torino pakte twee jaar geleden flink uit met een productie van Don Carlo. Mooier en gedetailleerder kon je het niet krijgen. Helaas zat de topcast niet lekker in z’n vel.

Vincent de Kort debuteert op zaterdag 18 april bij het Bolsjoj-theater in Moskou. Hij is de eerste Nederlandse dirigent ooit die een voorstelling bij het Russische operahuis zal dirigeren. Hij leidt een geënsceneerde versie van Bachs Hohe Messe.

Thomas Oliemans zingt op 9, 10 en 11 april liederen uit Des Knaben Wunderhorn van Mahler bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, zowel in Rotterdam als in Den Haag. Het orkest combineert de Mahler-liederen met de tweede symfonie van Suk.

Een kistorgel, een violone, een sopraan en een alt. Dat was de volledige bezetting waarin zaterdagavond in de Edesche Concertzaal enkele passiefragmenten van Bach en het Stabat Mater van Pergolesi werden opgevoerd. Een spannende keuze.

De Opéra Comique heeft één van zijn populairste partituren weer uit de kast gehaald: Le pré aux clercs van Ferdinand Hérold. Vandaag de dag is de opera niet meer zo bekend, maar met een fraaie regie en een knappe muzikale uitvoering bewijst het Parijse operahuis dat Hérolds werk meer aandacht verdient.

Maestro Richard Egarr liet vrijdagavond het Koninklijk Concertgebouworkest, het Nederlands Kamerkoor en een set grote solisten samensmelten tot een organische eenheid, die ruim twee uur lang de fraaie noten van Bachs Johannes Passion in- en uitademde. Vol bezieling, vol leven.