FeaturedRecensies

Een langzame, intense Traviata

Willy Deckers La Traviata lijkt op het eerste gezicht een kale boel. Maar juist door het toneelbeeld te minimaliseren tot enkele krachtige symbolen, verrijkt de regisseur Verdi’s opera met een intense diepgang, gedragen door een geweldige Violetta en Alfredo.

Marina Poplavskaya als Violetta (foto: Klaus Lefebvre).
Marina Poplavskaya als Violetta (foto: Klaus Lefebvre).

Het kan niet anders dan deze recensie te beginnen met de regie die Willy Decker uitdacht bij deze nieuwe Traviata, die gisteren (9/4) in Het Muziektheater in première ging. Want Deckers aanpak is uniek. In 2005 liet hij dat al zien tijdens de Salzburger Festspiele, met Villazon en Netrebko in de hoofdrollen, nu mag hij zijn kunst op uitnodiging van De Nederlandse Opera in Amsterdam vertonen.

Decker heeft – om kort te gaan – alle franje van het toneel geflikkerd. Wat rest, zijn slechts enkele essentiële symbolen, waar hij heel creatief mee omgaat. Een grote klok: de levenstijd van Violetta die langzaam wegtikt. Een felrode jurk: het keurslijf van Violetta de hoer, haar imago van een niet geliefd maar wel bemind stuk vrouwenvlees. De zwijgzame maar volop aanwezig Dottor Grenvil: de personificatie van de dood, maar ook degene die Violetta het meest na staat. De geheel mannelijke Parijse salonpopulatie (Flora inbegrepen): een harteloze cultuur die een spel speelt met het ‘lekkere stuk’ Violetta.

De symbolen krijgen ieder hun plek binnen de omheining van een halfronde, ijzig kale wand, die aan de zijkanten tot de zaal reikt en zo een afgesloten geheel vormt. Welkom in de psyche van Violetta, lijkt het te willen zeggen. Een plaats die overhoop gehaald wordt door de provinciaal Alfredo, die Violetta een voor haar onbekende, waarlijke liefde betoont.

Decker wil met deze setting tot de kern van het stuk doordringen. In de woorden van dramaturg Klaus Bertisch: hij abstraheert de opera zo ver, dat enkel de mensen met hun gevoelens overblijven.

Daar kleven wel twee risico’s aan. Mensen die niet zo bekend zijn met La Traviata, zullen de symbolen moeilijker vatten. Op het eerste gezicht snappen ze het misschien wel, maar de echte diepte van de symboliek kan hen ontgaan.

Verder mist de afgeroomde regie alle effect als er niet dondersgoed geacteerd wordt. De symboliek is sterk, maar voornamelijk rationeel. De beleving van het stuk hangt af van de echtheid van de hoofdrolspelers, iets dat een immense druk op hun prestaties legt.

Zo bezien mag je een petje afdoen voor Marina Poplavskaya (Violetta) en Ismael Jordi (Alfredo), en in mindere mate Andrzej Dobber (Giorgio). Poplavskaya zet overtuigend de verschillende gemoedstoestanden van Violetta neer, van de hitsige sloerie in de eerste akte tot het fragiele meisje in de laatste. De jonge Russische doet precies wat Decker verlangt: ze acteert de gevoelens niet, ze uit ze.

Jordi komt even goed voor de dag, al is het op een andere manier. Hij is een galante Alfredo, betrouwbaar, vol goedheid en zorg, het type ‘ideale echtgenoot’. Maar hij is ook de jongeman die moet opboksen tegen de autoriteit van zijn vader en zich daar aan probeert te ontworstelen. Zijn vader kan die autoriteit nog wat meer diepgang geven, maar is in de duetten met zijn zoon sterk.

Wat hun psychologische ontwikkeling zo diepgaand maakt, is de rust waarin Decker het stuk laat ontvouwen. Er zit geen haast in het verhaal, alles kun je weldoordacht in je opnemen. Zo komt ook het wonderschone libretto van Francesco Maria Piave goed tot zijn recht; iets dat nog wel eens ondersneeuwt in menig opera.

De drie hoofdrolspelers versterken hun karakter minstens even goed met hun zang. In de eerste akte is het wel even schrikken. Poplavskaya zingt haar coloraturen als balancerend op een koord, waarbij ze aan het einde van de akte in de diepte valt. Ze slaat enkele maten over en sluit haar monoloog zwak af. Maar in de tweede en derde akte revancheert ze zich. Haar smeekbede om de liefde van Alfredo is indrukwekkend, net als al de scènes rondom haar sterven.

Jordi zingt feilloos, met lyrische, lichte (soms iets te lichte) stem. Een stem die perfect aansluit bij zijn karakter: de goede, trouwe minnaar. De Spanjaard is een genot om naar te luisteren en te kijken. Wat zou je van een tenor nog meer wensen?

Het Nederlands Philharmonisch Orkest vergroot de dramatiek op knappe wijze. Het sterfthema in de violen is zo teer als de gevoelens van Violetta, en dirigent Paolo Carignani doet een briljante zet door in het ‘Parigi o cara’ sterk te vertragen als de doodzieke Violetta aan het woord komt.

Zo zijn er nog veel meer treffende details in deze Traviata te bespeuren, zowel in de muziek als in de regie. Te veel om allemaal te vermelden. Deze moderne productie van La Traviata doet daarom geen afbreuk aan Verdi’s stuk, maar verrijkt het – juist vanwege de ‘kale’ invalshoek van Decker – met veel diepgang.

Vorig artikel

Weer zegt Villazón af

Volgend artikel

Den Haag viert verjaardag Don Giovanni

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.

1 Reactie

  1. R. Slot
    30 april 2009 at 15:54

    Gehoord op 29/4. Onvoorstelbaar mooie sopraan, Marina Poplavskaya. Met eenklank die de hele ruimte vulde en overal vandaan leek te komen. Fluisterzacht zwevend pianissimo over het prachtig spelende orkest waarbij de dirigent voortdurend nieuw leven bracht met fijnzinnige fraseringen. Ontroerend acteerwerk van deze sopraan. Germont ook mooi, andere zangers verschoven naar de achtergrond.
    Spectaculair om zo’n zangeres te horen, die alles lijkt te kunnen. Dramatiek, draagkracht van de toon, acteren met de stem, dramatiek in de hoogte en de laagte.
    Hoop van harte haar nog eens in Amsterdam te horen.