Barokopera in de deeltjesversneller
Schrijver Jeremy Sams ontwikkelde een nieuwe productie in opdracht van de Metropolitan Opera in New York. Hij deed een ruime greep uit verhalen van Shakespeare en koos muziek van componisten als Händel, Vivaldi, Rameau en Rebel. De vraag is: was deze pastiche nog wel barokopera?
De vier geliefden uit Shakespeares A Midsummer Night’s Dream leiden schipbreuk bij het eiland van Prospero uit The Tempest. Op dat eiland is ook Sycorax de heks en haar zoon Caliban. Prospero heeft de luchtgeest Ariel uit de handen van Sycorax gered. Het plan van Prospero is met hulp van Ariel zijn dochter Miranda te koppelen aan prins Ferdinand, zoon van de koning van Napels. De oude zeegod Neptunes komt te hulp als de boel dreigt mis te lopen.
Schrijver Jeremy Sams vatte het productieconcept in een pauzegesprek van de ‘Live in HD’-uitzending kort samen: ‘Net als Mamma Mia, maar dan omgekeerd’. Voor die musical werd een groot aantal Abba-hits aan elkaar gesmeed met een nieuw verhaal. In The Enchanted Island was er het verhaal en kwamen daar de stukken van verschillende barokcomponisten bij. De zangers, met name David Daniels als Prospero en Joyce DiDonato als Sycorax, waren betrokken bij de keuze van de aria’s.
Muzikaal lag het lot van deze toch wat gewaagde productie in de handen van William Christie. De geboren Amerikaan die de Franse barok hielp herontdekken, stond voor de tweede keer in zijn lange carrière in de Met. In 2010 was hij er voor het eerst, met Cosi fan Tutte.
Waar in Europa voor een productie als deze een echt barokorkest wordt ingezet, koos men in de Met voor het eigen orkest. De klank die Christie aan zijn eigen ensembles ontlokt, is vaak betrekkelijk warm vergeleken met Engelse en Duitse barokensembles. Voor deze productie zette hij met het Met-orkest de thermostaat nog een graadje hoger. Geen darmsnaar te bekennen waarschijnlijk, en op de beelden van de ouverture zag ik verdacht veel strijkershanden trillen. Niet helemaal comme il faut.
Danielle de Niese was halverwege de twintig toen ze bij De Nederlandse Opera Despina (uit Cosi fan tutte) en Susanna (uit Le nozze di Figaro) zong. Vijf jaar later lijkt ze nog jonger, dynamischer, geestiger en fitter. Haar op Puck gebaseerde creatie van de rol van Ariel was pure magie.
Er zijn niet veel operasolisten die haar deze kwaliteit nadoen. Speelse ornamentering in haar zang ging gelijk op met haar eveneens zeer geornamenteerde kostuums, waarvan vooral dat in de laatste akte bijna de sfeer van revue had. De popster Lady Gaga, wier New Yorkse optreden bij het schrijven van deze recensie op de achtergrond aanstaat, zou jaloers zijn op zo’n outfit.
Luca Pisaroni was voor de tweede keer in het Lincoln Center te zien. Geen barihunk ditmaal, zoals onlangs als Leporello, maar baricreep. Hij zag er uit als een mix van Kiss-zanger Gene Simmons na een avond stappen en The Beast uit de Disney-musical. Zijn kostuum was bepaald oncomfortabel, zoals hij in het pauzegesprek zei: ‘I can never be straight in this role’. En dat sloeg niet eens op zijn wat moeizame relaties met vrouwen in het verhaal.
Statig, getergd en als moeder in duet met haar zoon rechtuit ontroerend was Joyce DiDonato. Ze zong zoals je barokopera noodzakelijkerwijs wat vergroot in een groot theater moet zingen: stevig maar met de nuances die door de componist zorgvuldig met ganzenveer aan het perkament zijn toevertrouwd. Stevig in het midden was ze, en warm in de hoogte. Over een paar maanden staat ze in een paar Nederlandse concertzalen.
Plácido Domingo was beschikbaar voor deze productie, en dan zeg je geen nee. De tenor vierde gisteravond in de Met zijn 71e verjaardag. Ook na meer dan 650 optredens in het New Yorkse operatheater uitte het publiek zijn liefde voor de zanger met applaus bij zijn opkomst.
Zijn Neptunes kreeg, met voor hem bekende aria’s uit Tamerlano en Hippolyte, in het eerste deel mooi en imponerend stem. Zijn tweede optreden, tegen de finale aan, had vocaal wel erg weinig met barok te maken, de meester pakte zijn momentje daar iets te hard.
Bij het inzetten van countertenors loop je muzikaal het meeste risico in een zaal als de Met. David Daniels, die Prospero zong, is een hooggewaardeerde zanger in het barokrepertoire. Maar de naam Kathleen Ferrier landde na enkele noten in mijn hoofd en daarna kon ik nog nauwelijks zonder ergernis luisteren. Wat een vervelend vibrato.
De arme Miranda had niet alleen een vader als countertenor maar ook een beoogd echtgenoot in dat ‘fach’. Al was Anthony Roth Costanzo, die de afgelopen weken een paar keer is ingevallen voor een zieke David Daniels als Prospero, een nog best stoere Fernando.
De grote rollen bezet met sterren, de kleinere rollen bezet met grote talenten, het kon niet op. De makers van The Enchanted Island wilden barokopera naar een groot publiek brengen en dat lijkt zeer goed gelukt. Dat publiek werd het niet al te moeilijk gemaakt. Lange recitatieven, die barokopera wat langdradig en minder toegankelijk kunnen maken, ontbraken in deze opera die vooral in de personenregie en choreografie vaak musical-achtige proporties kreeg. Het programma kende 44 stukken, die zeer snel gemonteerd waren, alsof alle ingrediënten door de deeltjesversneller van de CERN waren gehaald.
Regisseur Phelim McDermott lijkt een groot kenner en liefhebber van musical en koos voor veel beweging en een veel persoonlijker, modernere manier van het spelen van emoties dan we in opera gewend zijn. Je kon zien dat voorbereiding en uitvoering van deze opera-pastiche bij productieteam en cast met veel plezier waren gedaan.
Ik mag hopen dat de interesse voor barokopera bij het publiek is gewekt. Er liggen nog zo’n 70 opera’s en oratoria van Händel op de plank, Vivaldi maakte 46 opera’s en Rameau deed het met ruim 15 stuks ook niet onaardig. En toch kwam deze pastiche er. Toch niet omdat, zoals Mary Poppins in haar musical zingt, ‘a spoonful of sugar helps the medicine go down’?
12Reacties
Voor degenen van u die een FB-acoount hebben, een impressie uit Tuschinski in Amsterdam, waar de jarige door het publiek werd toegezongen
https://www.facebook.com/photo.php?v=10150615503802812
Niet alleen in de Met, maar ook in Tuschinski was men meer dan enthousiast en Placido werd al bij zijn opkomst met een warm applaus (in Tuschinski wordt wel degelijk geklapt en zelfs bravo geroepen, net als in het “echte” operahuis)verwelkomt.
Ik heb David Daniels meerdere keren live gehoord, ook in de Met en ik kan iedereen verzekeren dat zijn stem niet alleen bijzonder mooi en wendbaar is, maar ook groot genoeg om iedereen in de enorme zaal te bereiken. Ik was gisteren ook bijzonder door zijn vertolking ontroerd.
Ik was ook zeer gecharmeerd door de jonge mezzo, Elizabeth DeShong die de rol van Hermia zong.
Het was een onvergetelijke avond, een echte “Enchanted Evening”!
Vergeten te vermelden dat de video gemaakt is door Oscar Gonzalez
Ik had een Enchanted Evening. Geweldige productie. Natuurlijk niemand van de Nederlandse Opera in de zaal. Deze productie is gemaakt voor het publiek — dat een leuke avond wil hebben– en niet voor de regie.
Heb werkelijk bijzonder genoten van deze avond. In tegenstelling tot Francois was ik diep diep geroerd door David Daniels, maar ik kan mij voorstellen dat niet iedereen van zijn stem houdt. Ik vind hem geweldig. En een leuk initiatief in Amsterdam om gezamenlijk te zingen voor Placido´s verjaardag, wat een leuk publiek om daar gehoor aan te geven!
Wat argwanend ben ik gaan kijken in de bioscoop naar The Enchanted Island. Een gedurfde onderneming van het MET. Maar wat heb ik genoten van deze opera, tot in de détails afgewerkt.
Hoed af voor de hele cast.
http://www.youtube.com/watch?v=QjLTVGe2rrg
Lees mijn recensie: http://oblivionsoave.wordpress.com/2012/01/22/the-enchanted-island/
Beste jj (Casper?) – jij schrijft:
“Even slikken: de opera wordt in het Engels gezongen. De kundig vertaalde Italiaanse en Franse teksten hebben een modern tintje gekregen (Neptunus klaagt over de vervuiling van de oceaan), maar je hoort het verschil duidelijk, vooral bij de snelle stukken van Vivaldi”
maar dat is natuurlijk niet waar. Er werd niets vertaald. Er werden gewoon nieuwe teksten voor de bestaande aria’s van verschillende componisten van verschillende opera’s geschreven. En het was een “pasticcio” en geen barok-opera pur sang.
Wil je het lijst zien van de opera’s waaruit Enchanted Island werd opgebouwd?
Het staat hier:
http://www.metoperafamily.org/metopera/news/enchanted-island-music.aspx?icamp=EnchIslint&iloc=prodpage
Een barok orkest(je) met darmsnaren zou in de Met absoluut niet te horen zijn. En wat vibrato betreft: die is inmiddels ook bij de barok specialisten niet meer verboden. Vibrato is de ziel van de muziek, anders kan je net zo goed naar fluitketel luisteren.
Van harte beveel ik je ook deze blog aan:
http://classical-iconoclast.blogspot.com/
Basia, u heeft gelijk met uw opmerking dat er compleet nieuwe teksten zijn geschreven. Ik heb mijn tekst, met dank, aangepast. Overigens heb ik wel degelijk genoten van The enchanted island, maar gaat er niets boven ‘het echte werk.’
@jj – het ‘echte werk” in de Met??????
Maar dat is onmogelijk.
Het huis (bent u er ooit geweest?) is HUDGE en er kunnen meer dan 4000 (VIER DUIZEND!) mensen in.
Barokke opera’s werden gecomponeerd voor de prinsen, koningen en andere heersers, om in hun paleizen uitgevoerd te worden, maar dat weet u, als een barok-opera liefhebber ongetwijfeld wel.
Er bestaan overheerlijke locaties, waar de opera’s echt aan hun recht komen: Drottningholm, Chatelet, Glyndenbourne, NYC-opera… om maar een paar te noemen. Maar ze horen niet in de Met.
In Bayreuth verwacht u toch ook geen Gluck of Monteverdi?
Basia,
Ik ben al gelukkig met een opera van Rameau, Monteverdi of Gluck in het muziektheater of in de stadschouwburg van Amsterdam.
Het echte werk kan soms heel saai zijn JJ maar daarmee lok je vandaag geen publiek meer naar de zalen. Alles moet mee met de tijd, ook opera,
maar het moet herkenbaar blijven en genietbaar. Als operaliefhebber is de tekst voor mij minder belangerijk.