Recensies

Mooie stemmen in lange Haydn-opera

Haydn en opera zijn niet zo bekend als duo. Maar gezongen door een stel goede stemmen is het zeker de moeite waard er kennis mee te maken. Tijdens de ZaterdagMatinee-uitvoering van Orlando paladino waren die goede stemmen zonder meer aanwezig. Alleen de beleving van de solisten bleef soms uit.

Haydn noemde Orlando paladino een ‘dramma eroicomico’. Het deeltje ‘comico’ was ruimschoots aanwezig bij de concertante uitvoering van de opera in het Concertgebouw. Pasquale, schildknaap van Orlando (de ‘held’ die na afgewezen te zijn door Angelica in woede en vol wraakzucht achter haar aan zit), was daar grotendeels verantwoordelijk voor. De rol werd gezongen en vooral vol overgave gespeeld door de Wit-Russische bariton Nikolay Borchev.

Borchev zette Pasquale – een blaaskaak die ondertussen maar een angstig mannetje is – frivool en humoristisch neer. Regelmatig oogstte hij lachsalvo’s met zijn acteergrappen. Daarbij stond de bariton, in tegenstelling tot veel van de solisten om hem heen, onbevangen op het podium, absoluut niet gebonden aan zijn partituur.

Ook vocaal liet Borchev zich de nodige grappen ontvallen, maar hij wist op dat vlak tevens indruk te maken met een eindeloos lange noot, dromerige frasen en knappe hoogstandjes. Zo raasde hij tot tweemaal toe zonder haperen van baritonhoogte naar castraatregister.

Aan de ‘eroi’-kant blonk Henriette Bonde-Hansen uit, in de rol van Angelica; de ongelukkige geliefde van Medoro, op de vlucht voor Orlando. Ze legde een bijzonder fraai, hemels klinkend timbre aan de dag. Als ze zong, hoorde je niet zozeer een stem, maar een klank. Dat kwam bijvoorbeeld prachtig uit de verf in een aria met hobobegeleiding. Maar ook de andere, vaak lastige aria’s doorstond de sopraan glansrijk.

Jammer genoeg kwam ze niet los van haar lessenaar. Hoe mooi ze ook Medoro (Kenneth Tarver) de liefde verklaarde, het zal weinig indruk op hem hebben gemaakt, aangezien ze met haar rug naar hem toe stond.

Het braafst was Kenneth Tarver, die daardoor het grootste deel van de middag in de schaduw stond.

Van dat probleem hadden de andere solisten – op Laura Cherici als herderin Eurilla na – ook last. Qua stemmen waren ze zowel divers als kwaliteitsrijk, dat zonder meer, maar veel behoefte om hun vocale expressie handen en voeten te geven, leken ze niet te hebben. Helaas, want iets meer leven op het podium had van de tweede helft van de opera een minder lange zit gemaakt. Nu kakte het bij vlagen in, met name tijdens de toch al langgerekte solo’s die Haydn voorschrijft.

Het braafst was Kenneth Tarver, die daardoor het grootste deel van de middag in de schaduw stond. De stem van de tenor was innemend, maar hij bleef zo beleefd, zo bescheiden. Alsof hij onder de plak zat bij Angelica.

Maar de zang was prima, en dat is waar het toch vooral om gaat bij ‘concertante’. Vooral door de variatie in de cast bleef Haydn de meeste tijd boeien. Marcel Reijans zong de titelrol naar behoren, met een hoogtepunt tijdens zijn tedere, beduusde slotaria ‘Waar zijn jullie, mijn gedachten?’. Wel had hij soms wat meer mogen razen, om zijn naam Razende Roeland eer aan te doen.

Een mooi optreden was er ook van de jonge Martijn Cornet als Caronte, de veerman naar de onderwereld. Met zijn grote stem deed hij zijn kleine rol in elk geval niet direct weer vergeten.

Al deze stemmen werden wonderschoon begeleid door het Radio Kamer Filharmonie onder leiding van Alessandro de Marchi. Ingetogen slepende strijkers werden afgewisseld door pittige delen, voortgedreven door de lekker vlotte hand van de Italiaanse dirigent. De muzikanten hadden een minstens evengroot aandeel als de solisten in het slagen van deze ZaterdagMatinee.

Vorig artikel

Prins Charles wordt beschermheer Royal Opera House

Volgend artikel

Muziek zonder theater in klinkende Galuppi-opera

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.