Recensies

Haperende Vogelhändler toont pas laat echte gezicht

Het duurde even voordat Der Vogelhändler zijn draai vond op het toneel van de Stadsschouwburg Utrecht. Langzamerhand bleek echter dat de uitvoering van Internationale Opera Producties zeker mooie dingen bevat. En dat maakte het toch nog leuk.

Vanwege een technisch probleem werd de voorstelling (een reprise van een productie uit 2007) een kwartier uitgesteld. De symboliek is misschien wat vergezocht, maar het verloop van de operette van Carl Zeller onderging eenzelfde proces: het echte vertier liet op zich wachten.

Barones Adelaide zorgde voor het meeste plezier, Graaf Stanislaus voor vocale kwaliteit.
Barones Adelaide zorgde voor het meeste plezier, Graaf Stanislaus voor vocale kwaliteit.

Het verhaal van Der Vogelhändler biedt genoeg stof voor een overtuigende operette. Adam de vogelhandelaar wil trouwen met Christel, een postbode. Dat plan wordt echter danig verstoord door keurvorstin Marie, die haar man wil betrappen, door Graaf Stanislaus, die zich voor financieel gewin vermomd als de keurvorst, en door nog meer bonte personages.

Overtuigend was de toon echter niet, die het koor, ballet en orkest van de Opera van Krakau samen met de solisten neerzetten. Flauwtjes is een beter woord. Het publiek werd niet direct het stuk ingezogen, maar juist door diverse haperingen afgeschrikt. Zo wist maestro Bernhard Steiner in de snellere delen de stemmen op het toneel en de stemmen in zijn orkestbak niet in één tempo te verenigen en raakte het koor nu en dan uit balans, wat het geheel tamelijk slordig maakte.

Een andere haperende factor was Antonio Badinski. Ondanks zijn sympathieke verschijning en goede acteerspel moest zijn magere volume dikwijls het onderspit delven. En doordat hij zowel de dorpsburgemeester als één van de professoren in de dierkunde zong, werd het publiek daar te vaak mee geconfronteerd. Erger nog, wat één van de leukere scènes had moeten zijn – die van de twee professoren – viel hierdoor in het water.

Maar het héle gezelschap had even wat tijd nodig om op stoom te komen. De enige uitzondering was het duo Baron Weps (Bert Simhoffer) en Graaf Stanislaus (Andreas Schagerl). Zij zorgden van meet af aan voor dynamiek op het toneel. De dikke baron met name door zijn voorkomen, zijn gluiperige neef door zijn strot, waar heel wat fraais uitkwam. Hij schoot weliswaar vaak in een krampachtige houding – alsof iedere noot die hij zong zijn hoogste was – maar mooi was het wel.

Het héle gezelschap had even wat tijd nodig om op stoom te komen

In de laatste paar scènes van de eerste akte lieten ook de anderen doorschemeren dat er echt gestoomd kon worden. Adam (Omar Garrido Mendoza) kwam los en de koorleden lieten zien dat ze de belangrijke rol die voor hen weggelegd is in Zellers werk, wel degelijk aankonden.

Hoewel het daarna soms nog bleef haperen, wisten de bekoorlijkheden langzamerhand toch de overhand te krijgen op de onvolkomendheden. Adam leverde een prachtige aria, terwijl Barones Adelaide (Jeannine Geerts) overdreef zoals het hoort in operette. Het publiek schoot zowaar een paar keer in de lach; toch wel een noodzakelijkheid voor een geslaagde operette.

De absolute climax bereikte het stuk echter op het punt waar Zeller het minst operette schreef: de aria waarin keurvorstin Marie zingt over haar man, als blijkt dat hij haar trouw gebleven is. Na alle drukte en verwikkelingen kwam alles en iedereen bij de stem van Lisette Bolle – helemaal alleen op het toneel, gezeten in haar vorstelijke stoel – tot rust. Hier was de muziek op zijn best, de regie treffend en de impact het grootst. Als dat het ware potentieel van deze Vogelhändler is, zijn de twaalf voorstellingen die nog resten veelbelovend.

Vorig artikel

Pers positief over Ercole amante

Volgend artikel

Historie: Roemeense Opera Timisoara

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.