Recensies

Creativiteit Swarte drukt stempel op Franse opera-avond

Aan het einde van een avond met twee unieke Franse opera’s in de Doelen blijft onvermijdelijk één ding de herinnering domineren: de ontzettend creatieve manier waarop Rieks Swarte L’Enfant et les sortilèges aankleedde. Bij zijn inventiviteit past slechts een staande ovatie en een luid bravo.

Uitvergroot op het doek voor hen werd hun poppenspel een levend sprookje

Ed Spanjaard en het Limburgs Symfonie Orkest speelden in de grote zaal van de Doelen twee Franse werken: La voix humaine van Francis Poulenc en L’Enfant et les sortilèges van Maurice Ravel. Hun muzikale inspanning was zonder meer goed. De grote vraag was echter hoe de regisseurs de moeilijk vorm te geven werken te lijf zouden gaan.

De enscenering van Poulenc’s werk viel in dat opzicht wat tegen. De sporadische projectie van enkele filmbeelden kwam vooral over als een poging de schade van de afwezigheid van een volledig decor te beperken. Hierdoor had de opera enige moeite om een echt verhaal te worden, met een lijn en levende personages.

Dankzij de prachtige prestatie van sopraan Nelly Miricioiu kwam ‘la voix’ echter tot leven. Haar lage, depressieve klanken waren treffend en samen met Spanjaard en zijn orkest wist ze een geweldige climax op te bouwen rond het moment dat ze aan haar ex-minnaar bekent dat ze een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Vooral de stilte die viel voor ‘Je n’avais pas le courage de mourir seule’ (ik had niet de moed om alleen te sterven) was doordringend.

Jammer was wel dat de opstelling de uitvoering niet ten goede kwam. Doordat het orkest pal achter Miricioiu op het toneel zat, viel haar stem zo nu en dan weg – al paste dat ook wel weer bij de uitgebeelde gebrekkigheden van het communiceren per telefoon.

Hetzelfde euvel trof L’Enfant et les sortilèges. Maar dat zal iedereen een zorg zijn geweest. De manier waarop Rieks Swarte deze opera aanpakte, was zo verrassend en creatief, dat alleen een kniesoor zich met de balans tussen zang en orkest bezig zou hebben gehouden.

De fantasierijke kinderopera van Ravel – over een verwend jochie dat aangepakt wordt door de tot leven gekomen dieren en voorwerpen waar hij zijn stoute streken op los heeft gelaten – wordt niet vaak opgevoerd. Het probleem: de vele ‘personages’ (libelle, kat, eekhoorn, vuur, vleermuis, theekan, enz.) en de sprookjesachtige omgeving zijn moeilijk geloofwaardig te ensceneren.

Rieks Swarte en zijn Firma deden echter versteld staan met hun aanpak. Voor het toneel had Swarte een grote rij tekeningen opgesteld. Al filmend liep hij met Siem van Leeuwen en Jacqueline van Eeden de prenten af: de achtergronden waartegen ze met komische poppen het verhaal speelden. Uitvergroot op het doek voor hen werd hun poppenspel een levend sprookje.

Deze creatieve benadering zorgde voor een dynamisch beeld, vol leven, actie, humor en vernuftige vondsten. Wat anders een peloton aan decor- en kostuummakers teweeg had moeten brengen, bereikte Swarte live op het witte doek. Daarbij school de ware kracht van zijn vormgeving in de perfecte cohesie met de muziek. Om wat te noemen: de monden van de poppetjes beeldden iedere emotie van de zangers precies uit en in de scène met het rekenmannetje sleurde Swarte je met enkel een schoolbord en een krijtje mee in een wervelend muzikaal hoogtepunt.

Natuurlijk waren goede stemmen hierbij onontbeerlijk. Maar die stonden er dan ook op het toneel. Het scala aan dieren en voorwerpen werd door de zeven solisten heel echt verklankt. Zo stond Laila Sbaita op een gegeven moment niet meer als jonge sopraan in concertjurk op het podium, maar als een waarachtige, kwetterende nachtegaal. En mezzosopraan Helen Lepalaan (even tevoren nog een boze moeder) ontpopte zich als heuse kat.

Die mooie stemmen in combinatie met de enerverende show van Swarte maakten de avond Franse opera zeer de moeite waard. Twee dingen blijven daarom onbegrijpelijk: waarom was de zaal zo leeg en waarom is zo’n knappe productie als deze maar twee keer in Nederland te zien?Aan het einde van een avond met twee unieke Franse opera’s in de Doelen blijft onvermijdelijk één ding de herinnering domineren: de ontzettend creatieve manier waarop Rieks Swarte L’Enfant et les sortilèges aankleedde. Bij zijn inventiviteit past slechts een staande ovatie en een luid bravo.

Ed Spanjaard en het Limburgs Symfonie Orkest speelden in de grote zaal van de Doelen twee Franse werken: La voix humaine van Francis Poulenc en L’Enfant et les sortilèges van Maurice Ravel. Hun muzikale inspanning was zonder meer goed. De grote vraag was echter hoe de regisseurs de moeilijk vorm te geven werken te lijf zouden gaan.

De enscenering van Poulenc’s werk viel in dat opzicht wat tegen. De sporadische projectie van enkele filmbeelden kwam vooral over als een poging de schade van de afwezigheid van een volledig decor te beperken. Hierdoor had de opera enige moeite om een echt verhaal te worden, met een lijn en levende personages.

Dankzij de prachtige prestatie van sopraan Nelly Miricioiu kwam ‘la voix’ echter tot leven. Haar lage, depressieve klanken waren treffend en samen met Spanjaard en zijn orkest wist ze een geweldige climax op te bouwen rond het moment dat ze aan haar ex-minnaar bekent dat ze een poging tot zelfmoord heeft gedaan. Vooral de stilte die viel voor ‘Je n’avais pas le courage de mourir seule’ (ik had niet de moed om alleen te sterven) was doordringend.

Jammer was wel dat de opstelling de uitvoering niet ten goede kwam. Doordat het orkest pal achter Miricioiu op het toneel zat, viel haar stem zo nu en dan weg – al paste dat ook wel weer bij de uitgebeelde gebrekkigheden van het communiceren per telefoon.

Hetzelfde euvel trof L’Enfant et les sortilèges. Maar dat zal iedereen een zorg zijn geweest. De manier waarop Rieks Swarte deze opera aanpakte, was zo verrassend en creatief, dat alleen een kniesoor zich met de balans tussen zang en orkest bezig zou hebben gehouden.

De fantasierijke kinderopera van Ravel – over een verwend jochie dat aangepakt wordt door de tot leven gekomen dieren en voorwerpen waar hij zijn stoute streken op los heeft gelaten – wordt niet vaak opgevoerd. Het probleem: de vele ‘personages’ (libelle, kat, eekhoorn, vuur, vleermuis, theekan, enz.) en de sprookjesachtige omgeving zijn moeilijk geloofwaardig te ensceneren.

Rieks Swarte en zijn Firma deden echter versteld staan met hun aanpak. Voor het toneel had Swarte een grote rij tekeningen opgesteld. Al filmend liep hij met Siem van Leeuwen en Jacqueline van Eeden de prenten af: de achtergronden waartegen ze met komische poppen het verhaal speelden. Uitvergroot op het doek voor hen werd hun poppenspel een levend sprookje.

Deze creatieve benadering zorgde voor een dynamisch beeld, vol leven, actie, humor en vernuftige vondsten. Wat anders een peloton aan decor- en kostuummakers teweeg had moeten brengen, bereikte Swarte live op het witte doek. Daarbij school de ware kracht van zijn vormgeving in de perfecte cohesie met de muziek. Om wat te noemen: de monden van de poppetjes beeldden iedere emotie van de zangers precies uit en in de scène met het rekenmannetje sleurde Swarte je met enkel een schoolbord en een krijtje mee in een wervelend muzikaal hoogtepunt.

Natuurlijk waren goede stemmen hierbij onontbeerlijk. Maar die stonden er dan ook op het toneel. Het scala aan dieren en voorwerpen werd door de zeven solisten heel echt verklankt. Zo stond Laila Sbaita op een gegeven moment niet meer als jonge sopraan in concertjurk op het podium, maar als een waarachtige, kwetterende nachtegaal. En mezzosopraan Helen Lepalaan (even tevoren nog een boze moeder) ontpopte zich als heuse kat.

Die mooie stemmen in combinatie met de enerverende show van Swarte maakten de avond Franse opera zeer de moeite waard. Twee dingen blijven daarom onbegrijpelijk: waarom was de zaal zo leeg en waarom is zo’n knappe productie als deze maar twee keer in Nederland te zien?

Vorig artikel

Lauwe terugkeer Netrebko in de Met

Volgend artikel

Don Giovanni in geboorteplaats Praag

De auteur

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman

Jordi Kooiman is journalist en muziekliefhebber. Hij richtte in januari 2009 Place de l'Opera op en leidt sindsdien het magazine.