Everinks strijdtoneel: geweld en mededogen
Bariton Bastiaan Everink zette in Strijdtoneel samen met Joost Galema zijn levensweg op papier. Van een jongen uit Lonneker die marinier wilde worden tot een internationaal gewaardeerde operazanger. Een adembenemend boek over ambitie, oorlog, strijd en mededogen.
Er zijn in Nederland operazangers (m/v) die eerst biochemisch analist waren en er is er minstens één die pas na een functie in het notariaat in de muziek terechtkwam. Het verhaal over de weg die bariton Bastiaan Everink aflegde naar het operapodium laat zich kort omschrijven met de spectaculaire subtitel van zijn boek Strijdtoneel: een elitesoldaat die operazanger wordt.
In augustus 2013 verscheen de documentaire Het geweld van de stem van Makira Mual. Ze ging met Bastiaan Everink terug naar de Van Ghentkazerne in Rotterdam, waar hij herinneringen ophaalde aan zijn jaren bij het Korps Mariniers. Met het verschijnen van het boek Strijdtoneel worden zijn belevenissen in Nederland, maar vooral ook op missie in Irak, op een nog diepgaandere wijze verteld.
Het verhaal van Everink begint in 1988, als de jonge Bas op een koude ochtend vanuit zijn woonplaats Lonneker naar Rotterdam reist om met 150 anderen aan de opleiding tot marinier te beginnen. Het lijkt een vlucht, weg van huis, waar een vader is door wie de jonge Bas zich miskend voelt. “Uit mijn vaders stugge houding (…) maakte ik op dat wat ik deed zelden – of eigenlijk nooit – goed genoeg was.” In de loop van het verhaal wordt duidelijk hoe extreem de stappen zijn die hij maakte om daaraan te ontkomen, en welke ontberingen de jonge soldaat in de meest letterlijke zin moest ondergaan.
Everink vertelt zijn levensverhaal in zeven ‘avonturen’. Vóór het hoofdstuk over de opleiding in Rotterdam is er een ouverture: Irak, 1991. Als Nederland besluit mee te werken aan Operatie Provide Comfort en vierhonderd militairen gaat sturen, hoopt de jonge Everink heel erg dat hij op de lijst kan komen. Dat gebeurt: hij wordt gedropt in Kamp Bravo en krijgt daar van een legerpredikant de zegen, een rozenkrans en een bijbel. Het geloof is één van de rode draden in het boek, waarin een maat van de hoofdpersoon, Johan, een belangrijke rol speelt.
De gruwelijke oorlog in Irak is aanleiding tot even gruwelijke verhalen in het boek. Eigenlijk is de grootste wijsheid te vinden op bladzijde 133, als Everinks moeder hem na zijn terugkomst uit Irak toevoegt: “Ik vind zo’n oorlog maar niks.”
De fascinerende route die de bariton aflegt, leest als een operalibretto waarin je soms het hoofd wil afwenden en soms tot tranen geroerd meeleeft met de hoofdfiguur
Wie vooral benieuwd is naar de entree van Bastiaan Everink in de wereld van zang en opera, moet geduld hebben tot avontuur vier, en door veel onaangename ervaringen heen lezen. Bij toeval ontmoet de soldaat op een feestje een regisseur uit wiens platenkast de opera Parsifal van Richard Wagner op de platenspeler belandt. Het is het begin van een meeslepende zoektocht naar de ‘ik’ van Bastiaan Everink.
Tegenover alle blaffende meerderen die in het boek voorbijkomen – het leger blijkt een verzamelplaats voor mannen die vernedering en (seksueel getinte) intimidatie als gangbare omgangsvormen beschouwen – staat de secretaris van de korpscommandant. Als Everink na veel zelfonderzoek heeft besloten dat zijn toekomst in de muziek ligt, reageert die op het verzoek tot ontslag uit het leger met de woorden: “Ritorna vincitor” – “keer terug als overwinnaar”, uit Aida van Verdi.
Het wordt niet veel makkelijker voor de oud-militair als hij zijn zangopleiding aan het conservatorium begint. Maar de fascinerende route die de bariton aflegt, leest als een operalibretto waarin je soms het hoofd wil afwenden en soms tot tranen geroerd meeleeft met de hoofdfiguur.
“Schrijven kan niet zonder verbeeldingskracht”, zegt ghostwriter Joost Galema in de verantwoording achter in het boek. De avonturen van Bastiaan Everink zijn verdicht en hebben ook een laag van reflectie gekregen. Dat maakt het boek extra leesbaar. De figuur van Johan komt vaak voor. Hij is een samenvoeging van een aantal mensen die Bastiaan Everink in zijn jaren in het leger heeft ontmoet. Johan staat ook symbool voor de oud-mariniers die na uitzending psychische klappen opliepen en voor wie de zanger op zijn eigen manier letterlijk de stem geworden is.
Everink is in Strijdtoneel eerlijk, openhartig en soms wat venijnig naar de wereld van de opera. Maar hij is nooit pedant en blijkt zeer bereid tot zelfreflectie. Het is veelzeggend dat de laatste regels in het boek niet aan zichzelf zijn gewijd, maar aan Johan en diens strijd voor zijn welzijn. Bastiaan Everink heeft niet alleen een grote stem, maar ook een groot hart.
Strijdtoneel is verschenen bij uitgeverij Atlas Contact.
Hieronder een TEDxKMA-talk die Bastiaan Everink onlangs gaf:
Komende zomer zingt Bastiaan Everink op het Festival Classique in Scheveningen. Bij De Nationale Opera staat hij als Klingsor op het podium in de herneming van Parsifal vanaf 6 december 2016.
2Reacties
Beste Francois, dank voor je fantastische recensie. Ik ben er door zeer geraakt. Hartelijke groet Bastiaan
Een prachtig artikel in NRC van 25-04-2016 door Mischa Spel onder de titel Over Zwaarden, Geweren, Geweld en de Kracht van de Opera. Het boek ligt al klaar.