Knockaert ontdoet Mozart van de mythe
Het boek is al even uit, maar mag aan de aandacht van operaliefhebbers niet ontsnappen: Yves Knockaert schetst met de biografie Wolfgang Amadé een rijk en uitermate gedetailleerd beeld van het leven van Mozart. Aan de briljantie van het wonderkind gaat hij niet voorbij, maar hij laat vooral zien wat Mozart ook was: een heel gewone man.
Als je al bijna 250 jaar beroemd bent en je muziek alle uithoeken van de wereld bereikt heeft, is het onvermijdelijk dat er allerlei verhalen over je de ronde doen. Historische verhalen, aangedikte anekdotes, fabeltjes en regelrechte mythen. Voor latere generaties is het soms lastig het verschil te zien, niet in de laatste plaats omdat we die sterke verhalen maar wat graag willen geloven. Yves Knockaert zegt het treffend: “Het is moeilijk om aan te nemen dat deze buitengewone componist een gewone mens was; we vergoddelijken hem graag.”
Knockaert wil met zijn nieuwe biografie verre blijven van vergoddelijken. Hij gaat op zoek naar de ware aard van Mozart, “niet naar de boven het aardse verheven ‘Amadeus’, maar naar de mens die Mozart geweest is; niet naar de mythe of het mysterie, maar naar de authenticiteit”, schrijft hij in de inleiding.
De Vlaamse musicoloog en onderzoeker gaat uit van wat in zijn ogen de enige onfeilbare bron uit die tijd is: de correspondentie van de Mozarts. Bewaard gebleven brieven dus, met name van vader Leopold en van Wolfgang zelf. Volgens Knockaert bevatten die brieven “niets dan de waarheid”.
Wat valt er op basis van brieven te zeggen? Ongelofelijk veel, getuige het 300 pagina’s tellende, schatrijke verhaal dat Knockaert opgetekend heeft. Hij weet het alledaagse leven van die tijd in alle geur en kleur tot leven te wekken met behulp van onnoemelijk veel details. Je leest natuurlijk over het gezinsleven van de familie Mozart, de concertreizen op jonge leeftijd en de talloze interessante figuren die ze ontmoeten, maar je leest ook over geld, eten, herbergen, koetsen, reisroutes en het weer. Vooral die op het eerste gezicht onbelangrijke notities maken het portret van Knockaert zo concreet en aards. Niet eerder heb ik me zo levendig kunnen voorstellen hoe het was om in die tijd te leven.
Eén van de belangrijkste verhaallijnen in het boek betreft de relatie tussen vader Leopold en zoon Wolfgang. Door de chronologische opbouw van de biografie loop je als het ware met hen mee en ben je getuige van alle hoogte- en dieptepunten in hun contact. Dat geeft een veel driedimensionaler beeld dan de stereotyperingen die je meestal over vader en zoon hoort. Ja, Leopold was streng en controlerend, en laadde veel gewicht op zijn zoons schouders, maar hij was ook gewoon een vader die in een bepaald niet gemakkelijke tijd alles in het werk stelde om zijn gezin te onderhouden.
Wat vader en zoon gemeen hebben, is een scherpe pen. Ze nemen geen blad voor de mond, zo blijkt uit tal van briefpassages. Vooral musici moeten het ontgelden, met een bijzondere verachting voor alles wat Frans is. “De Franse muziek is geen stuiver waard”, schrijft Leopold. En zoonlief schrijft tijdens zijn bezoek aan Parijs: “Ik zie hier zo’n massa ellendige stumperds om mij heen en ik zou het met mijn talent niet waar kunnen maken?”
Knockaert verweeft zijn haarfijne beschrijving van het reilen en zeilen van de familie Mozart op knappe wijze met de ontstaansgeschiedenissen van veel van Mozarts werken. De opera’s krijgt daarbij veel aandacht. Je leert van alles over de omstandigheden waarin Mozart ze moest componeren, de zangers met wie hij moest samenwerken (sommigen afschuwelijk slecht, als we de maestro moeten geloven) en de ontvangst door het publiek.
Rond het ontstaan van Mitridate, re di Ponto geeft Knockaert een rake schets van wat een operavoorstelling in Milaan in die tijd inhield: “In de opera kun je afspraakjes maken, donkere hoekjes opzoeken, kun je eten en drinken zoveel je wilt, je kunt er mensen ontmoeten, discussiëren, ruziën en vechten. (…) Opera’s zijn ook de plaatsen om kaart te spelen en zwaar te gokken; er zijn speelzalen zoals in casino’s en met de winst worden de dure voorstellingen betaald. Alles gebeurt tijdens de uitvoeringen zelf, die niet in stilte verlopen en waarbij het publiek zelfs niet hoeft te blijven zitten.”
Met dit soort smakelijke verhalen is het boek doorspekt. Soms dreigt Knockaerts aandacht voor detail de tekst enigszins op te drogen, zoals tijdens een zeven pagina’s lange opsomming van Mozarts geldleningen, maar dat zijn niet meer dan flarden. De biografie blijft tot de laatste bladzijde boeien.
Op die laatste bladzijde wordt het vroege levenseinde van Mozart beschreven. Knockaert geeft het slechts twee alinea’s de ruimte. Een treffend blijk van zijn nuchtere aanpak. Juist het gegeven waar het meest over gespeculeerd is en wordt, houdt hij kort en zakelijk. Want met Mozarts dood is het over en uit. Daarna ontstond de mythe.
Wolfgang Amadé is verschenen bij Uitgeverij Polis. Zie www.polis.be/boeken/wolfgang-amade.
1 Reactie
Voor wie meer in de laatste drie jaren van Mozarts leven geinteresseerd is, noem ik het inmiddels vier jaar oude meesterwerk ‘Mozart at the Gateway to his Fortune: Serving the Emperor 1788-1791’ (New York/Londen 2012) van Christoph Wolff.
Hierin wordt de gangbare, doorgaans sombere visie op Mozarts laatste levensjaren finaal onderuitgehaald. Verfrissend!
Heel prikkelend ook zoals de geniale Wolff over Così fan tutte, La clemenza di Tito en Die Zauberfloete schrijft. Niet voor niets zijn er warme aanbevelingen van Sir Eliot Gardiner, Nikolaus Harnoncourt, Yo-Yo Ma en Alfred Brendel. Aanbevolen!