Willem Bruls laat Venetië zingen
In Venetiaanse Zangen schildert Willem Bruls een prachtig beeld van de sleutelrol van Venetië in vier eeuwen operageschiedenis. Gedetailleerde beschrijvingen van muziek, architectuur en schilderkunst mixt hij met verhalen uit het verleden en boeiende ontmoetingen in het heden.
Het uitgangspunt van Venetiaanse Zangen is simpel: Willem Bruls loopt als een (zeer goed onderlegde) toerist door Venetië en zoekt naar historische theaters, paleizen, kerken en andere gebouwen. Hij neemt je letterlijk mee op zijn zoektocht – tot aan het zoeken van ingangen en de gesprekjes met portiers toe – en vertelt ondertussen het verhaal van vier eeuwen opera. Heden en verleden wisselen elkaar voortdurend af, wat het boek een levendig ritme geeft.
De verhaallijn is chronologisch en voert langs de kopstukken Monteverdi, Händel, Vivaldi, Mozart, Rossini, Verdi, Wagner en Luigi Nono. Sommige componisten speelden een kleine rol in Venetiaans perspectief en worden kort behandeld (Händel, Mozart), anderen komen uitgebreid aan bod. Met name Claudio Monteverdi. Bruls graaft diep in het leven en werk van de founding father van het operagenre. De overvloed aan details en de uitweidingen over het bronmateriaal van Monteverdi’s opera’s halen voor mij soms de vaart uit het boek. Vanaf Vivaldi wordt het tempo aangenamer en kun je moeilijk stoppen met lezen.
Het woord vooraf begint met een uitspraak van Goethe: “Architectuur is bevroren muziek.” Bruls laat zich daar graag door leiden. Hij besteedt veel aandacht aan de architectuur van de gebouwen die hij bezoekt en aan de beeldende kunst die hij buiten en binnen aantreft. Zijn beschrijvingen zijn soms werkelijk als muziek, zeker als hij de Santa Maria Gloriosa dei Frari betreedt, waar Monteverdi begraven ligt. De achterflap noemt Venetië “een symfonie van kleuren en vormen” en dat weet Bruls goed over te brengen.
De krenten in de pap zijn voor mij de anekdotes uit het verleden (“De verveelde adel en patriciërsfamilies in hun loges gooiden de schillen van hun sinaasappels op de bezoekers in het parket”), de citaten uit ooggetuigenverslagen en dagboeken en bovenal de boeiende ontmoetingen die Bruls zelf heeft tijdens zijn zoektocht.
Hij spreekt bijvoorbeeld met musicoloog David Bryant, die snel afrekent met Bruls’ naïeve veronderstellingen over de ontstaansgeschiedenis van L’incoronazione di Poppea. “Eigenlijk weten we bijna zeker dat de opera in grote delen niet van Monteverdi is.” Ook is er mooie ontmoeting met barokspecialist Andrea Marcon, waarvoor Bruls even de stad van het water verlaat en naar Treviso reist.
In Mijn Opera bewees Willem Bruls al dat hij zijn enorme kennis van de fijnmazige operageschiedenis zo kan aanwenden dat er een voor minder ingewijden toegankelijk en interessant verhaal ontstaat. Met dat talent heeft hij ook Venetiaanse Zangen geschreven. Een aanrader!
Venetiaanse Zangen verscheen op 1 oktober bij Atlas Contact.