Rusalka als dansopera in Gent
Opera Vlaanderen brengt dit seizoen een nieuwe productie van Rusalka. De reeks loopt inmiddels op haar einde. Peter Franken ging bijna op de valreep nog een kijkje nemen in de Opera Gent. Hij zag een moderne dansvoorstelling met daarin opgenomen een opera.
De enscenering van deze Rusalka komt voor rekening van een Noors regieteam onder leiding van Alan Lucien Øyen. Daarmee is gelijk duidelijk wat de oorzaak is van het problematische karakter van deze voorstelling. Øyen is in de eerste plaats choreograaf en pas daarna regisseur. Hij heeft de verleiding niet kunnen weerstaan om zijn primaire metier over Dvořáks opera heen te leggen.
Zijn uitgangspunt is dat zangers niet in staat zijn hun gedachten en emoties zelfstandig tot uitdrukking te brengen. Ze hebben daarvoor hulp nodig van een danser die middels vrije expressie het voor het publiek allemaal eens even verduidelijkt. Hiertoe zijn vrijwel alle zangers gedubbeld met dansende ‘tolken’, die als slangenmensen met veel armgezwaai en zwiepende bewegingen van de romp voor permanente onrust op het toneel zorgen.
Alleen Ježibaba en de buitenlandse prinses ontkomen aan dit lot; zij mogen helemaal zelf acteren. Gelet op het feit dat Rusalka in de tweede akte stom is, zou een dansdubbel hier wel van nut geweest kunnen zijn, mits daarmee de zangeres niet tot figurant wordt gedegradeerd. Dat bleek echter wel het geval. Ze werd bij wijlen volledig genegeerd doordat andere zangers zich tot de danseres richtten in plaats van de titelheldin.
Het decor van Åsmund Færavaag bestaat uit een tweetal gewelfde houtconstructies, reusachtige verticale lamellen, die elk op een eigen draaitoneel staan. In combinatie met de uitgekiende belichting van Martin Flack levert dit mooie beelden op, met name als in bepaalde configuraties het effect van maanlicht wordt gegenereerd. Die houten gewelven vormen ondanks hun voortdurend veranderende posities een rustpunt op het toneel. Waarmee vooral iets gezegd is van het gekrioel van al die dansende bijfiguren.
Øyen heeft ergens gelezen dat rusalki eigenlijk geesten van ongedoopte kinderen zijn, meer in het bijzonder kinderen van ongehuwde moeders die door hen zijn verdronken. Hij laat Ježibaba aan het begin een baby in het water leggen, bedoeld als verklaring voor haar agressieve afkeer van mensen in het algemeen. Samen met de buitenlandse prinses is zij de bad girl. Zou iemand weleens op het idee zijn gekomen die twee vrouwen door dezelfde persoon te laten zingen, zoiets als Venus en Elisabeth?
Ježibaba kwam voor rekening van Maria Riccarda Wesseling; een goed verzorgd, mooi optreden. De buitenlandse prinses werd adequaat vertolkt door Karen Vermeiren. Een beetje flets geacteerd, maar goed gezongen. Raphaële Green, lid van het Jong Ensemble van Opera Vlaanderen, dubbelde als bosnimf en keukenjongen.
De Georgische bas Goderdzi Janelidze was een voortreffelijke Watergeest, zeker niet iemand die qua stem en acteren over onvoldoende expressiemogelijkheden beschikte. Als bij één zanger de danser in de weg liep, dan was hij het wel.
De van Opera Lviv afkomstige tenor Mykhailo Malafii zette een uitstekende Prins neer. Malafii is een tenor met een grote stem en een mooi timbre. Samen met zijn Georgische collega maakte hij veel goed in deze voorstelling.
De Zuid-Afrikaanse sopraan Pumeza Matshikiza stelde enigszins teleur in de titelrol. Voor een deel kwam dit doordat haar dansende dubbel te veel op de voorgrond trad. Als bijvoorbeeld Ježibaba aan Rusalka een mes wil overhandigen om de Prins te doden, probeert ze dat aan de danseres te geven; naar de ‘echte’ Rusalka wordt niet omgekeken. Daarmee kom je als zingende protagonist wel op achterstand te staan. Komt bij dat ik haar stem nogal geknepen en ‘kelig’ vond, nooit eens een mooi vloeiend helder geluid. Alle noten waren er, maar ik kon er niet aan wennen.
De bijdrage van het orkest was zonder meer geweldig. Prachtig spel van het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen, strak geleid door de uit Litouwen afkomstige Giedrė Šlekytė, die met deze productie haar huisdebuut maakte.
Rusalka is nog twee keer te zien: op 21 en 23 januari in de Opera Gent. Zie voor meer informatie de website van Opera Vlaanderen.