Recensies

Uitstekende Parelvissers uit Tatarstan

Na een muzikaal uitstekende Carmen in het najaar blijft de Staatsopera van Tatarstan dit seizoen bij het operarepertoire van Georges Bizet. Onder leiding van, en voor een groot deel dankzij Renat Salavatov brengt het een goede Parelvissers.

Scène uit De Parelvissers. (© Staatsopera van Tatarstan)

De Parelvissers wordt aangekondigd als ‘Bizets exotische opera’. Het werk is ontstaan onder de invloed van het negentiende-eeuwse oriëntalisme – zacht gezegd nieuwsgierigheid naar de Oriënt, hard gezegd kolonialistische interesse vanuit het idee van de westerse dominantie.

Je kunt je afvragen of de opera vanwege deze achtergrond moet worden aangepast. Opera Vlaanderen gooide het een jaar geleden over een heel andere boeg en plaatste het verhaal in een bejaardentehuis. De Staatsopera van Tatarstan brengt een enscenering die zowel recht doet aan het exotische van de opera als een subtiele kanttekening plaatst bij het feit dat het een oriëntalistische opera is.

De opera speelt in een rijkversierde kamer met oriëntalistische muurplaten en dito meubilair. Het plaatst de opera als vanzelf in zijn historische context. De omgeving maakt duidelijk: dit is slechts een verhaal. Het exotische karakter van de opera krijgt vervolgens alle ruimte. De gehele voorstelling kun je genieten van de kleuren en de versieringen in de kamer.

Nadeel is dat de personages in zo’n rijke kamer kunnen overkomen als adellijken, of zelfs kolonisten, terwijl het verhaal daar duidelijk niet over gaat. De dansers compenseren dat voor een groot deel, maar het beeld van de hoofdpersonages, met name Nadir en Zurga, wordt toch wat vertekend. Ze komen beschaafder, minder wild over dan door Bizet bedoeld. Maar misschien is een dergelijke aanpassing wel op zijn plaats.

Scène uit De Parelvissers. (© Staatsopera van Tatarstan)

Muzikaal is de voorstelling geweldig. De koorscènes zijn uitstekend en alles klinkt goed in balans. Er wordt goed gefraseerd en de snelle passages worden goed opgepakt. Complimenten aan het koor, het orkest en de drie dirigenten die bij deze tournee betrokken zijn.

Ook de solisten vallen op een positieve manier op. Damir Zakirov heeft een prachtig tenorgeluid en is een prettige bezetting voor de gevoelige Nadir. Wel schakelt hij in de beroemde aria ‘Je crois entendre encore’ regelmatig naar zijn falset. Dat was decennialang normaal, maar tegenwoordig zijn we het niet meer gewend.

Venera Protasova was Leïla. Schitterend hoe licht ze de coloraturen zong en hoe goed ze zich inleefde in haar personage. Ze maakte duidelijk dat Leïla kwetsbaar is in de vreemde gemeenschap en dat haar keuze voor Nadir er één is van kinderlijke onschuld. Het duet ‘Ton coeur n’a pas compris le mien’ kwam dramatisch goed uit de verf. Dat gold trouwens voor alle drie de grote duetten in de opera.

Artur Islamov (Zurga) was in ‘zijn’ derde akte goed op dreef. In de eerste en de tweede akte viel zijn bas weleens weg in de samenzang en kampte hij soms met intonatieproblemen.

De personenregie in die eerste twee aktes riep de nodige vragen op. Is Zurga verrast Nadir te zien of niet? Hoe gekwetst is Zurga als Leïla de gesluierde vrouw blijkt te zijn? Dit had wat duidelijker uitgespeeld kunnen worden. De derde akte overtuigde als geheel wel, ook al kreeg de opera een meer open einde dan men waarschijnlijk gewend is.

De vierde rol, die van priester Nourabad, was goed bezet met de klinkende bas van Irek Fattakhov. Hij gaf zijn rol precies wat die nodig heeft: de status van een priester en het onstuimige van het oosterse volk zoals dat verbeeld is door Bizet.

De Parelvissers is nog tot en met 28 maart te zien. De hoofdrollen zijn dubbel bezet. Zie voor meer informatie dgtheater.nl.

Vorig artikel

Opera in de media: week 10 van 2020

Volgend artikel

VONK brengt nieuwe voorstelling GROND

De auteur

Peter 't Hart

Peter 't Hart

Peter 't Hart reist stad en land af voor opera. Met een literatuurachtergrond intrigeren de verhalen hem enorm. Sinds 2013 zingt hij zelf ook (tenor).