Top-cd: Vermeulen zingt over de dirty mind
Een veelgehoorde uitdrukking luidt: a dirty mind is a joy forever. Tussen de regels lezen, alert zijn op seksuele dubbelzinnigheden: het kan het leven wat extra kleur geven. Op de nieuwe cd Dirty Minds van Olivia Vermeulen en Jan Philip Schulze wordt de luisteraar een kleine catalogus van voorbeelden aangereikt, van versluierd tot recht voor zijn raap.
Het programma begint al gelijk goed met ‘Sex’ van Thomas Pigor op tekst van Benedikt Eichhorn: ‘Es geht nur um Sex heute Nacht, es geht nicht um Gefühl, ein ‘Ich liebe dich!’ im Gewühl, wäre unangebracht.’
Minder direct gaat het eraan toe in ‘Och Moder, ich well en Ding han’ van Johannes Brahms. Moeder wil haar dochter maar niet begrijpen. Nee, geen pop, geen ring, geen jurk. Het arme kind is ten prooi aan hormonale onrust en als moeder eindelijk komt met de suggestie dat ze misschien een man wil, is de opluchting groot.
Olivia Vermeulen en Jan Philip Schulze hebben zich met overgave gestort op de rol van seks in de klassieke muziek, met name liederen, en een paar uitstapjes gemaakt naar werk uit de vorige eeuw. Ze stellen in een toelichting dat het moeilijk te accepteren is dat het toenmalige publiek al die teksten over bloeiende en verwelkte rode rozen, lotusbloemen en een zingende nachtegaal boven een liefdespaar niet als metaforen heeft opgepakt.
In de middeleeuwen was men een stuk directer op het gebied van seksualiteit. Met de introductie van ondergoed is er niet slechts een fysieke hindernis ontstaan, maar ook een versluiering in het taalgebruik. Natuurlijk hoeven we niet overal direct wat achter te zoeken, maar het kan nooit kwaad.
Soms maakt dit een lied nog treuriger dan het al is, zoals in ‘Die junge Nonne’ van Franz Schubert. Het arme kind is na een liefdesaffaire in het klooster gegaan, maar vindt ook daar geen rust in lijf en leden. In de muziek klinkt haar noodlottig besluit door: ze zal haar komst in het eeuwige leven als bruid van Christus door eigen toedoen bespoedigen.
Liederen als ‘Heidenröslein’ van Schubert en ‘Das Veilchen’ van Mozart – overigens beiden over een ontmaagding – worden door Vermeulen gezongen als operamezzo. De luisteraar schrikt vervolgens op als ze op de volgende track Mrs. Peachum uit de Dreigroschenoper tot leven brengt door met een rauwe, doorrookte stem ‘Die Ballade von der sexuellen Hörigkeit’ te zingen. De man is slaaf van zijn hormonen, overdag kan hij best rationeel zijn, maar ‘bevor es Nacht wird, liegt er wieder droben’. Als liefhebber van de muziek uit de Weimarperiode doet de uitvoering me verlangen naar een cd vol met dit soort nummers. Vermeulen lijkt me er geknipt voor.
Voor cabaretnummers als William Bolcoms ‘Tootbrush time’, over een vrouw die haar nachtbezoek ’s ochtends het liefst per direct wil zien opkrassen, en Jack Heggie’s ‘Animal passion’ maakt Vermeulen haar stem wat lichter. Dat laatste nummer is overigens een goedgekozen tegenhanger van de Hörigheitsballade: ‘Fierce as a bobcat’s spring, with start-up speeds of sixty miles per hour, I want a lover to sweep me off my feet, dnd slide me into the gutter.’
Het programma omvat verder werk van de klassieke componisten Schönberg, Wolf, Berg, Purcell, en Debussy. Van recenter datum is het werk van Hanns Eisler, die ruim vertegenwoordigd is met Sieben Lieder über die Liebe. Hier vermoed ik een connectie met Vermeulens vorige woonplaats, ze woonde langere tijd in Berlijn.
Van een bijna mannelijke stem als Mrs. Peachum tot die van een jong meisje in Trois Chansons de Bilitis: Olivia Vermeulen heeft het allemaal in huis en dat maakt dit album tot een absolute topper. De pianobegeleiding van Jan Philip Schulze biedt steeds voldoende ondersteuning, zonder te veel op de voorgrond te komen. Het gaat hier om teksten en daarvoor moet de zangstem alle ruimte krijgen. Dat is goed gelukt.