MacMillan schuwt harde kanten niet in kerstoratorium
Ongeveer op het moment dat de NTR ZaterdagMatinee in het Concertgebouw het kerstoratorium van James MacMillan lanceerde, legde de hemel een laagje sneeuw over Amsterdam en omstreken. Hoe romantisch bij de wereldpremière van zo’n werk. Maar in zijn compositie was voor de zoete, idyllische sfeer waar kerstvieringen mee worden omgeven nauwelijks plaats. MacMillan schuwde de harde kanten van het geboorteverhaal niet.
Dat het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor de wereldpremière van MacMillans Christmas Oratorio mochten verzorgen, kwam door een speling van het lot dat corona heet. Het werk zou enige weken geleden bij het London Philharmonic Orchestra in première gaan, echt in de kersttijd, maar de Britse coronamaatregelen verhinderden dat. De NTR ZaterdagMatinee had als medeopdrachtgever meer geluk, ook al moest de uitvoering plaatsvinden in een lege zaal.
De Schotse – of moet je zeggen Britse – componist verbluft het muziekleven al jaren met indrukwekkende werken over christelijke onderwerpen. Een eerste specimen was de imposante meditatie over Seven Last Words from the Cross uit 1993. Zijn grootste stukken betreffen oratoria, te weten de Saint John Passion (2008) en de Saint Luke Passion (2013). Het laatste werk werd in opdracht van het Koninklijk Concertgebouworkest geschreven toen toenmalig directeur Jan Willem Loot de Bach-passietraditie wilde doorbreken met een eigentijdse visie op het lijdensverhaal. In een radio-interview liet MacMillan doorschemeren dat er mogelijk te zijner tijd ook een Mattheüs-passie aan wordt toegevoegd.
Met het idee om ook een oratorium te scheppen over de geboorte van de Heer speelde de componist al jaren. Hij boog zich over mystieke teksten van Engelse dichters uit het begin van de zeventiende eeuw, selecteerde fragmenten uit de evangeliën en voegde die samen met antifonen uit de rooms-katholieke kerstliturgie. Zo ontstond langzamerhand een structuur in de vorm van twee identieke delen, ieder bestaande uit zeven segmenten.
Harde kanten
Middenin, als vierde segment, staat een groot tableau, zoals de componist het kenschetst. In het eerste deel gaat het om het evangelie waarin de komst van de drie wijzen, alias koningen, wordt verhaald, met de gang langs koning Herodes. Aansluitend volgt het verhaal van het vermoorden van alle jongetjes tot en met twee jaar op last van de jaloerse Herodes, die geen concurrent-koning der Joden wenst. Maar Jozef en Maria en het kind Jezus zijn dan al – gewaarschuwd door een engel – gevlucht naar Egypte. Terecht selecteerde MacMillan de vaak becomponeerde en beroemde tekst ‘Vox in Rama’. Hij laat de kreet van Rachel in het Latijn en het Engels tegelijk zingen; een hartverscheurend onderdeel, mede door de felle accenten van het omspelende orkest.
Het valt op dat in dit eerste deel geen herders met schapen, lekker idyllisch, te bekennen zijn. MacMillan haalt de harde kanten van het geboorteverhaal naar voren, ook in de selectie van de omringende teksten. Dat is een verademing vergeleken bij de sfeer van jingle bells en engelenhaar waar heden ten dage Kerstmis in verzeild is geraakt.
Het geboortefeest heeft consequenties, of zoals John Milton dichtte: ‘The babe lies yet in smiling infancy, that on the bitter cross must redeem our loss.’ Zinsnede uit het lied ‘It was a winter wild’, dat de meditatieve inleiding vormt op het tableau in het tweede deel, waarin het evangelie van Johannes centraal staat: ‘In the beginning was the Word’. MacMillan schreef er plechtige muziek bij. Heel mooi zet hij licht op verscheidene passages uit het visioen van Johannes. Koperblazers barsten uit in een fanfare om het ‘true light’ in te kleuren. De zinsnede ‘No one has ever seen God’ klinkt als uit één mond unisono.
Voorecho
MacMillan voegde kenmerkende en beroemde teksten in, zoals de antifoon voor de Vesper van Kerstdag: ‘Hodie Christus natus est’. Daar krijgen de engelen alle kans om te jubelen, aangevuurd door een blazersfanfare. Listig weefde de componist een verheven vioolsolo door de herhaalde tekst ‘Gloria in excelsis Deo’, die mij sterk deed denken aan de lumineuze vioolsolo die Ludwig van Beethoven verwerkte in het ‘Benedictus’ uit zijn Missa solemnis. Ook op een andere plek laat MacMillan een vioolsolo excelleren, een voorecho van het tweede vioolconcert dat hij momenteel aan het creëren is.
Het kan geen toeval zijn dat MacMillan in een andere beroemde tekst, ‘O sacrum convivium’, een vleugje Messiaen (even katholiek gelovig als MacMillan) verwerkte met een imitatie (zo te horen via de klarinet) van joelende klanken uit de Ondes Martenot, het mysterie-instrument van de Franse componist. Al deze meditatieve teksten droegen eraan bij dat het Christmas Oratorio een echt oratorium is, een gebedsmeditatie op muziek zoals die ontstond in Rome in de zeventiende eeuw bij de beroemde heilige pastoor Filippo Neri.
Machtig en krachtig
Zowel aan het begin als aan het einde van beide delen plaatste MacMillan een zogeheten sinfonia, een knipoog naar de cantates van Bach. De vier kleurrijke orkeststukken zouden als suite een interessante toevoeging zijn aan het orkestrepertoire. Maar ook in de begeleiding en de omspeling van de koorstukken en van de soli voor sopraan (Mary Bevan; geweldig in onder meer de aria ‘Behold a silly babe’ uit deel 1) en bariton (Christopher Maltman; ontroerend mooi in het lied ‘It was a winter wild’ in deel 2) had het Radio Filharmonisch de handen vol aan de soms exuberante passages.
Het klonk via de koptelefoon allemaal even prachtig en meeslepend. Hoe geweldig moet het zijn om dit oratorium in het echt in de zaal te beleven! Met ook het machtig en krachtig zingende Groot Omroepkoor kon James MacMillan zich als componist en tevens dirigent van zijn eigen nieuweling geen betere uitvoering wensen. Bij gebrek aan publiek applaudisseerden en stampten orkestmusici en koristen voor de maestro, en dat klonk beslist niet als een plichtpleging. De sneeuw hield ongeveer gelijktijdig op om ons toch een witte kerst te bezorgen.
Het Christmas Oratorio is te beluisteren via ‘Uitzending gemist’ op de website van de NTR ZaterdagMatinee. Het informatieve programmaboekje verdient aanbeveling.