Recensies

La Wally voor het eerst uitgebracht op dvd

Het label Capriccio heeft een opname uitgebracht van een voorstelling van La Wally in het Tiroler Landestheater in Innsbruck. Het is een verdienstelijke productie van dit verwaarloosde werk, muzikaal redelijk verzorgd.

Als je de keuze hebt uit één, dan is dat natuurlijk niet moeilijk. Ik had La Wally in 2005 al eens gezien in Düsseldorf, met huisdiva Morenike Fadayomi in de titelrol, evenals in 1993 bij De Nationale Opera, maar daar was het tot dusver bij gebleven. Vandaar mijn interesse in deze Tiroler productie, feitelijk Wally’s thuisland. Ik werd niet teleurgesteld.

Mijn eerste kennismaking met dit werk van Alfredo Catalani kwam zo’n dertig jaar geleden, toen ik een uitvoering van ‘Ebben? ne andrò lontana’, de bekendste aria uit de opera, door Maria Callas beluisterde. Vrij kort daarna zag ik het gehele werk in het Muziektheater in Amsterdam, al kan ik me daar maar weinig van herinneren.

Catalani (1854-1893) schreef vijf opera’s, waarvan alleen La Wally uit 1892 enige bekendheid bij het grote publiek geniet. Het werk stamt uit dezelfde periode als Mascagni’s Cavalleria rusticana (1890), maar is minder uitgesproken veristisch. La Wally markeert als het ware de overgang van romantiek naar verismo.

Het personage Wally doet in bepaalde scènes denken aan een licht hysterische, wanhopige Santuzza, maar gedraagt zich op andere momenten zo onbehouwen dat een vergelijking met een hybride van Turiddu en Alfio meer op zijn plaats is. Ze is dan ook geen arm dorpsmeisje, maar (na de dood van haar vader) een grootgrondbezitter en de rijkste vrouw van het dorp.

Het verhaal is nauwelijks relevant: een vrijgevochten meisje dat niet wil trouwen met de man uit het dorp Hochstoff die haar vader voor haar heeft bepaald, een andere man uit het naburige Sölden (Hagenbach) die haar voorkeur heeft, de afgewezen huwelijkskandidaat (Gellner), een uitdagende concurrente in de liefde en verder ruzie, wraak en moord. Het einde komt als Hagenbach door een lawine een ravijn instort, waarna Wally hem volgt in de dood.

De handeling in deze productie van Johannes Reitmeier speelt zich grotendeels af op een verkleind toneel; een trapeziumvormige doos die naar achteren toe oploopt, lichtgekleurd om de illusie van sneeuw en ijs op te wekken. Het speelvlak doet dienst als dorpsplein en besneeuwd berglandschap. Door ingenieuze wisselingen kan het basisdecor plaatsmaken voor een woning, een herberg en een ravijn. In het laatste geval is er een loopbrug tussen de zijwanden gespannen om hoogteverschil te suggereren. Decorontwerper Thomas Dörfler verdient een groot compliment.

De kostumering van Michael Zimmermann beperkt zich tot Tiroler etnografie. Iedereen ziet eruit als het beeld dat niet-Tirolers van deze mensen hebben, compleet met Gellner in Lederhose. Wally’s vader Stromminger draagt een zwarte, lange jas. Een voornaam uiterlijk, al weet deze dorpspotentaat zich daar niet echt naar te gedragen.

Bas Marc Kugel zingt een redelijke Stromminger. Hij is alleen tijdens de eerste akte te zien en ik heb hem daar niet gemist. Bariton Bernd Valentin neemt de rol van Gellner voor zijn rekening, goed verzorgd. Zoals gebruikelijk moet hij het in de strijd om het meisje afleggen tegen de tenor.

Paulo Ferreira in de rol van Hagenbach is niet erg overtuigend als Wally’s love interest, maar wordt daarin ook niet geholpen door het libretto. Die twee staan elkaar letterlijk naar het leven, totdat hij haar eindelijk zijn liefde komt verklaren als ze als kluizenaar feitelijk het leven al achter zich heeft gelaten. Om vervolgens samen in een ravijn te eindigen. Ferreira wisselt vocaal mooie momenten af met duidelijk mindere passages.

Door het stuk heen loopt het jongetje Walter, dat zich welhaast fysiek aan Wally heeft gehecht. Vermoedelijk is hij een weeskind dat in haar een grote, zelfbewuste zus ziet. Walter is altijd vrolijk en zelfs als de wereld voor Wally lijkt in te storten, is hij nog steeds het toppunt van optimisme. De lichte sopraan Susanne Langbein geeft een uitstekende vertolking van dit leuke kereltje. Vocaal is haar optreden feitelijk het beste dat de voorstelling heeft te bieden.

De dramatische sopraan Susanna von der Burg slaat zich naar behoren door haar vaak lastige partij. Het topnummer ‘Ebben’ komt er goed uit en ook in andere dramatische passages weet ze zich vrij goed staande te houden. Voor de toeschouwer is het echter lastig om in deze forsgebouwde, al wat oudere dame de ‘tomboy’ Wally te zien, die ontleend is aan het boek Die Geier Wally. Dat is een handicap bij het geloofwaardig tot leven wekken van dat personage.

De productie, muzikaal geleid door Alexander Rumpf, kan ik zeker aanbevelen als kennismaking met deze opmerkelijke opera, die slechts zelden in het theater te zien is.

Vorig artikel

Concertgebouw geeft college over muziek en brein

Volgend artikel

Studio Nibelheim: Klaas-Jan de Groot

De auteur

Peter Franken

Peter Franken