Eerste video-opname Fernand Cortez
Op het label Dynamic is een opname verschenen van Gaspare Spontini’s opera Fernand Cortez. Het is een productie van Teatro del Maggio Musicale Fiorentino uit oktober 2019.
Spontini is vooral bekend als de componist van La Vestale, met name dankzij Maria Callas, door wier toedoen dit werk na een periode van vergetelheid terugkeerde op het podium. Kort na de première van La Vestale in 1808 kreeg Spontini op instigatie van Napoleon Bonaparte en keizerin Joséphine de opdracht voor een opera over Fernando Cortez, de veroveraar van Mexico. Het werk ging in 1809 in première, maar Spontini bleef er tot 1840 aan werken. De versie uit 1817 werd in de negentiende eeuw gezien als de definitieve.
De opname uit Florence betreft een reconstructie van het origineel uit 1808. De kritiek die de zangers destijds uitten – dat veel passages te lang werden uitgesponnen, waardoor het moeilijk was om de eigen aandacht en die van het publiek vast te houden – kan ik na het afspelen van deze blu-ray wel begrijpen. Naast zich eindeloos voortslepende recitatieven en aria’s is er bijna een uur balletmuziek, met hier en daar wat koorzang erin, op een totale speelduur van drie uur. Ook al heeft zo’n ballet wel een verhalende functie, dan nog is het naar huidige maatstaven gemeten erg lang.
Lang ballet
De opera behandelt de korte periode na het initiële succes van Cortez. De Azteken zagen in hem en zijn krijgers een soort goddelijke gezant, de Spanjaarden van hun kant vonden die indianen maar een stel wilden, die nog in het bronzen tijdperk leefden en zeer wrede mensenoffers aan hun goden brachten. Maar inmiddels is de status quo dat men elkaar ziet als normale tegenstanders in een gevecht om macht en territorium.
Cortez heeft hulp gekregen van een naburig volk, dat door de Azteken werd onderdrukt. De Azteekse leider Montezuma moet nu alles op alles zetten om Cortez terug de zee in te drijven. Het aspect van verbroedering krijgt een gezicht in de persoon van Amazily, die door Cortez van de dood is gered toen zij op het punt stond in de Aztekentempel geofferd te worden. Haar broer Télasco vertegenwoordigt de kant van de Azteken en in een later stadium maken we ook kennis met de hogepriester. Montezuma blijft buiten beeld; hij is feitelijk ondergeschikt aan de priesterkaste.
In een zeer lang ballet proberen Mexicaanse vrouwen op instigatie van Télasco de soldaten van Cortez op te vrijen, wat aardig lukt. Cortez ziet het gevaar en zet er een soort militair ballet tegenover, om zijn superioriteit op het punt van oorlogvoering te tonen. Maar Cortez’ broer wordt in de tempel gevangengehouden en de hogepriester is slechts bereid hem vrij te laten als de afvallige Amazily wordt uitgeleverd en alsnog geofferd. Cortez gijzelt op zijn beurt Télasco en zet de aanval in op de stad Mexico. Om zijn vastberadenheid te tonen, heeft hij kort daarvoor al zijn schepen in vlammen laten opgaan: de dood of de gladiolen.
Het eindigt met de overwinning van Cortez, die met een breed gebaar iedereen tot bondgenoot probeert te maken. Een nieuw tijdperk breekt aan, met een nieuwe godsdienst die geen mensenoffers eist. Zijn adjudant Moralez wordt echter tijdens de ouverture en het naspel (weer een ballet!) opgevoerd als oude man die terugkijkt op de gebeurtenissen en benadrukt dat de latere kijk erop vooral een propagandistisch succes van de grote conquistador Cortez is geweest.
Dario Schmunck
De decors deze productie van Cecilia Ligorio tonen schepen op de achtergrond die later in brand vliegen. Een compleet maisveld wordt het toneel op geduwd, waaruit een zwerm vrouwen opduikt die de soldaten gaan bewerken onder toeziend oog van Télasco. Verder wordt gewerkt met achtergrondprojecties en een basaal vormgegeven tempel. De Spanjaarden gaan in kuras, de Mexicanen zijn wat toegetakeld met verf en veren. De vrouwen zijn vooral zeer kleurrijk gekleed, met uitzondering van Amazaly, die al een beetje Spaans is geworden en zelfs een kruis aan een ketting draagt.
Aanvankelijk doet de zang van Cortez me vagelijk denken aan Enée in Les Troyens, ook een avonturier op jacht naar roem. Wellicht heeft Spontini zijn latere collega Berlioz weten te inspireren. Anderzijds klinkt ergens in de zang van Amazaly met enige fantasie Glucks aria ‘Malheureuse Iphigénie’ door. Merkwaardig genoeg roept het werk niet of nauwelijks het klankbeeld van La Vestale bij me op.
De Argentijnse tenor Dario Schmunck zet een zeer solide Cortez neer. Hij is ook qua postuur en uitstraling geknipt voor deze rol. Hij draagt grote delen van de opera en aangezien de handeling nogal eens inzakt, is dat geen sinecure.
De Griekse sopraan Alexia Voulgaridou zingt een sterke Amazaly, maar mist de uitstraling die haar personage enige overtuigingskracht zou kunnen geven. Ze heeft lange solo’s te zingen – te lang zal men in 1808 hebben gedacht – en weet daarin de spanning redelijk vast te houden. Maar de dramatiek die we verwachten met een ‘Tu che invoco’ uit La Vestale in ons achterhoofd blijft lang uit. Pas in haar grote aria ‘Dieu terrible. Prêtre jaloux’, als ze besluit zich voor Cortez’ broer op te offeren (tegen diens wil overigens), klinkt de ernst van de situatie in de zang door.
De twee andere grote rollen, Télasco en de hogepriester, komen voor rekening van respectievelijk tenor Luca Lombardo en bas André Courville. Beide heren krijgen een ruime voldoende.
Koorzang en balletten zijn goed verzorgd. Het orkest van Maggio Musicale Fiorentino geeft voor zover ik kan beoordelen een goede weergave van Spontini’s partituur. De muzikale leiding is in handen van Jean-Luc Timgaud.
Fernand Cortez stond in 2020 op het programma van het Theater Dormund, maar de voorstelling kon geen doorgang vinden. Naar verluidt wordt het werk komend seizoen opnieuw geprogrammeerd.