Der Zwerg: spannend begin van een nieuwe periode
Tussen een schetterende openingsfanfare en een denderende orkestrale afsluiting speelde zich zaterdagavond bij De Nationale Opera de première af van Der Zwerg, een opera van Alexander Zemlinsky. Beeldend geregisseerd, meeslepend gespeeld.
Der Zwerg is een wreed verhaal over een mismaakte man die als leuk speeltje cadeau is gedaan aan een Spaans prinsesje. In de uitbeelding van regisseur Nanouk Leopold speelt het verhaal zich af in een roze wereld waarin de hofdames van prinsesje Donna Clara varkens zijn. Elegante varkens, die niet knorren, maar prachtig zingen. De vier zangeressen beschikken over beeldschone stemmen. Vooral Annette Dasch geeft met een kloek en expressief geluid de rol van Ghita, de eerste hofdame, krachtig karakter.
Bloedende sinaasappel
Het libretto van Der Zwerg, in 1919 geschreven door de toen 19-jarige Oostenrijkse jongeman Georg Klaren, is losjes gebaseerd op een verhaal van de Engelse schrijver Oscar Wilde. Daarin is ‘de dwerg’ een kleine, mismaakte jongen, aan het hof van een prinses terechtgekomen omdat hij zo goed kan dansen. In dat verhaal nemen dieren, bloemen en planten een belangrijke plaats in. Librettist Klaren mengde dat sprookje met het beeld dat de Spaanse schilder Diego Velasquez in 1656 schilderde van een Spaans prinsesje te midden van speelkameraadjes en een nar.
Bij Klaren werd het dansende mannetje een zingend personage. Componist Zemlinsky schreef voor hem een hoge tenorpartij, met onder meer een ontroerend liefdeslied over een bloedende sinaasappel, die zijn hart verbeeldt, met gloed gezongen door heldentenor Clay Hilley. Want de nar wordt verliefd op het prinsesje. Dat heeft haar speelkameraad een witte roos geschonken, wat de dwerg opvat als een liefdesverklaring.
Prinses en nar zingen een lang, poëtisch verwoord duet, dat Zemlinsky met wonderschone muziek invulde, zowel intiem lyrisch als hartstochtelijk uitbarstend. Eén van de hoogtepunten in de vocale uitwerking door Clay Hilley en sopraan Lenneke Ruiten (met een enorm punkkapsel). In deze scène liet dirigent Lorenzo Viotti de noten van Zemlinsky stromen met mooie glinstering en met heftige kleuren. De schrapende tromboneklanken gingen door merg en been op het moment dat Donna Clara haar dwerg duidelijk maakte dat hij lelijk is.
Hilley, qua aankleding en haartooi opvallend gelijkend op de nar van Velasquez, imponeerde vervolgens in een monoloog. Hij probeert op aangrijpende, donkere klanken uit het begeleidende orkest in het reine te komen met de schokkende confrontatie van zichzelf in een spiegel. De wreedheid in het verhaal stijgt ten top in de scène waarin de prinses haar dwerg in feite de grond in trapt. Zijn hart breekt en hij sterft. Een daverend crescendo volgt, dat met een knallend akkoord afsluit, plus een donkerslag als optisch effect.
Charmant roze
De Nederlandse filmmaker en toneelregisseur Nanouk Leopold betrad met Der Zwerg voor het eerst een operapodium. Zij zette haar filmische kwaliteiten meteen in door aan de statische enscenering een beeldlaag toe te voegen waarin allerlei acties werden vertoond. De nar was in de filmbeelden een grote, kleurrijke vogel, als uitbeelding van zijn anders-zijn.
Het enorme projectiedoek werkte ook gunstig als klankbord voor het orkest. Opgetuigd met drievoudige houtblazers, koperblazers, flink slagwerk en een grote strijkersgroep, past het vanwege de coronamaatregelen niet in de orkestbak. Het had plaatsgenomen op het podium, zodat er voor de enscenering slechts een smalle strook op het voortoneel overbleef.
Daar zette Leopold zes open kasten van verschillende grootte naast elkaar. Daarin stonden de hofdames, de nar, de prinses en de hofmeester (met autoriteit gezongen door Derek Welton). In Leopolds optiek hebben de personages geen contact met elkaar. Dat wordt echter weersproken door de reacties van de hofdames, die elkaar als domkoppen herhalen.
Er is iets voor te zeggen om ze voor te stellen als varkens. Op de filmbeelden rollen ze in de modder tijdens de heerlijke dansmuziek van het hofbal. Maar ze bewegen ook vrolijk in hun charmante roze kleren, wat mij deed denken aan de lieftallige meidenzanggroep K3 en hun lied over de drie biggetjes.
35 jaar NedPhO
Voor dirigent Lorenzo Viotti was het een historische gebeurtenis, want op 31-jarige leeftijd dirigeerde hij zijn eerste opera als nieuwe chef-dirigent van De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest. Hij leidde het orkest met autoriteit. Met zijn soepele slagtechniek liet hij de muziek stromen. Zijn liefde voor krachtsporten (onder meer boksen) was ook goed te zien in de fors aangezette gebaren, soms met gebalde vuisten, die hij benutte om de heftige accenten in de partituur op de musici over te dragen. Die reageerden met vurigheid. Daardoor werd Der Zwerg in alle opzichten een spannend begin van een nieuwe periode bij De Nationale Opera.
Historisch was de uitvoering ook omdat het op een paar weken na precies 35 jaar geleden was dat de toenmalige Nederlandse Operastichting (de voorganger van DNO) het operaseizoen opende met Der Zwerg. Ook met een nieuwe chef-dirigent, Edo de Waart. Hij had getekend voor drie jaar, maar liet spoedig weten maar één jaar uit te dienen. In de orkestbak speelde toen eveneens het Nederlands Philharmonisch Orkest. Een toen spiksplinternieuw ensemble, gevormd uit drie orkesten die tot een fusie waren gedwongen. Desalniettemin speelde het NedPhO een uitstekende première.
Met trots kan het terugkijken op 35 jaar orkestrale ontwikkeling, met dank aan Hartmut Haenchen, die het fusieorkest tot een eenheid smeedde, opgevolgd door voortreffelijke chef-dirigenten Yakov Kreizberg en Marc Albrecht. En nu neemt Lorenzo Viotti het stokje over. Ook hij tekende, net als destijds De Waart, voor drie jaar. Hopelijk dient hij die termijn wél uit. En liever nog langer.
Der Zwerg is nog tot en met 18 september te zien. Zie voor meer informatie onze opera-agenda.