Engeltjes en Scholl: een droomconcert
Het was de grote droom van countertenor Maarten Engeltjes: aria’s en duetten zingen met zijn collega-countertenor Andreas Scholl. Afgelopen weekend kwam de droom tot leven in het Muziekgebouw aan ‘t IJ met fabelachtige barokmuziek van Purcell en Blow. Als kers op de taart droeg acteur Frans van Deursen ontroerende gedichten van Shakespeare voor.
De Duitse countertenor van wereldformaat Andreas Scholl (1967) behoeft weinig introductie. Hij wordt geroemd om zijn lenige, volle altstem, zijn fraaie uitspraak en zijn no-nonsense-uitstraling.
Maarten Engeltjes (1984) is oud-leerling en bewonderaar van deze meester. Ook Engeltjes staat hoog op de lijst van beste countertenoren van de wereld. Hij zingt eigentijds repertoire, maar vooral werken uit het barokgenre. Sinds 2017 heeft hij een eigen ensemble: PRJCT Amsterdam. Het ensemble heeft als doel barokmuziek te promoten en een nieuw publiek te bereiken.
PRJCT Amsterdam werkte mee aan dit barokconcert met de Purcell-titel If Music be the Food of Love. Voorafgaand aan het concert waren de beide heren te gast bij Podium Witteman. Daar omschreef Scholl zijn collega Engeltjes als ‘een zanger met een heel goede stem die volop communiceert met het publiek’. Hij noemde hem een zingende acteur die een verhaal vertelt. Engeltjes op zijn beurt vindt dat Scholl een volmaakte stem heeft met een perfecte ademtechniek. Het samen zingen noemde Scholl intiem. Je luistert naar elkaars stem en reageert daar direct op. In dit droomconcert was dat volop merkbaar.
In de geprogrammeerde liederen en in William Shakespeares sonnetten is de liefde het voornaamste onderwerp. Sonnet 97 (‘How like a winter hath my absence been’) was het eerste gedicht dat Frans van Deursen met mooie dictie voordroeg. De bekende televisieacteur had de gedichten zelf voor de gelegenheid vertaald. Een vrije vertaling vooral, ver weg van het origineel, maar daarom niet minder fraai.
Engeltjes dirigeerde in ‘Here the deities approve’ van Henry Purcell met zwier zijn orkest, dat de stukken veelal ritmisch en evenwichtig speelde. De countertenor zong dit lied over de liefde met aangename expressie. Genieten was het ook bij het bekende ‘Sound the Trumpet’ van Purcell. Wat toonden de heren hier een virtuositeit en vooral groot enthousiasme.
Verderop in het programma etaleerde Scholl zijn zangkwaliteiten in de aria ‘Music for a while’ (Purcell). Los van zijn partituur zong hij dit beeldschone lied, dat gaat over het bevrijd worden van de duivelse Medusa. Duivels knap.
Technisch perfect, maar met wat distantie bracht Engeltjes ‘Sweeter than roses’ (Purcell). Eerst uitgesponnen gezongen en dan met de voorgeschreven versnellingen en trillingen. Meer emotie wekte het duet ‘Ah heav’n! What is’t I hear’ op van John Blow (1649-1708). De heren werden begeleid met het krachtige geluid van de theorbe. De stemmen vermengden zich prachtig met elkaar.
Groot applaus kreeg Scholl na het zingen van de bekende droevige aria ‘When I am laid in earth’ uit Dido and Aeneas van Purcell. Hoe ver je ook van het podium vandaan zat, de melancholische woorden kwamen door de pure klank dichtbij, en zogen je mee.
Ter ere van countertenor Alfred Deller (1912-1979) werd het concert afgesloten met een Schotse traditional: ‘Annie Laurie’. Deller zorgde halverwege de vorige eeuw ervoor dat de muziek voor countertenoren nieuw leven werd in geblazen. ‘Annie Laurie’ ontroerde het publiek. Zo’n intiem gevoel hadden we al lange tijd niet ervaren.
Het concert van Maarten Engeltjes en Andreas Scholl is nog op 14 oktober in De Doelen in Rotterdam te zien. Zie voor meer informatie onze opera-agenda.