Recensies

Lenneke Ruiten haalt het uiterste uit haar stem

Vrijwel allemaal korte gedichtjes trokken voorbij in het recital dat Lenneke Ruiten woensdag gaf op het Internationaal Lied Festival Zeist. Verbazingwekkend wat componisten als Zemlinsky en Korngold hoorden in de simpele versregels, en hoe ze dat in klank omzetten. Het leverde een bijzondere avond op.

Lenneke Ruiten en Thom Janssen in actie. (© Mel Boas / boasphoto.nl)

Het was een memorabel moment aan het einde van haar laatste lied, ‘Cäcilie’ van Richard Strauss. Lenneke Ruiten spande haar hele bovenlichaam in, stak haar armen in een grootse beweging uit en gaf een machtig crescendo op de laatste regels: ‘Wenn du es wüsstets, Du lebest mit mir!’ Een prachtig slot aan een recital dat zij in eendrachtige expressie met vaste begeleider Thom Jansen had gegeven. Zij beloonde het enthousiaste publiek met zowel ‘Slechtes Wetter’ als natuurlijk ‘Zueignung’ (Habe Dank). Een concert onder de titel Gruss, maar dat woord liet zich niet horen. Het gelijknamige lied van Mendelssohn zou passend zijn geweest ten afscheid.

Haar expressiviteit had zij al flink ontplooid in de voorgaande zes liederen uit het Strauss-repertoire. Ruiten heeft eigenlijk niet zo’n grote stem, maar zij zet haar klankorgaan zo effectief in dat zij geweldige expansies kan maken. Heerlijk zoals zij de inzet van ‘Heimliche Aufforderung’ eruit gooide: ‘Auf, hebe die funkelende Schale empor zum Mund.’ En als een zilveren draadje klonk de laatste versregel in het korte lied ‘Die Nacht’. Zij haalt het uiterste uit haar stem.

Smetteloos hoge lijnen

Met vooral korte gedichten was haar programma gevuld, vanaf de verrassend sierlijke en dansante Wälzer-Gesänge nach toskanischen Liedern van Zemlinsky tot en met de soms melodisch grillige zes liederen uit de cyclus Ich will dir singen ein Hohelied van Rudi Stephan.

Zemlinsky was pas 18 jaar toen hij de oorspronkelijk Italiaanse volksliedjes leerde kennen in de bewerking van de Duitse dichter Ferdinand Gregorovius en ze met veel gevoel voor toonschildering van noten voorzag. De zwaluw uit het eerste van de zes liedjes fladderde uit de piano, terwijl de zangstem de ‘süsse Melodie’ van het vogeltje door de ruimte liet zweven. Mooie liederen, met veel natuur en liefde erin, en toch ultrakort.

Ook Erich Korngold liet zich door drie korte gedichten van verscheidene auteurs inspireren tot wonderschone liefdesliederen. Ruiten liet hierin horen hoe beeldend zij kan zingen, met smetteloos hoge lijnen, fraai ondersteund in de pianopartijen die Korngold kon toveren en door Thom Jansen werden uitgewerkt.

Pantherlied

In Alban Bergs bekende Sieben frühe Lieder, evenals in de zes liederen van Rudi Stephan, klonk de nieuwe uitdrukkingskracht van de vroege twintigste eeuw het sterkst door. De soms heftige expressie in de slingerende zanglijnen en de van kleur verschietende onderbouwing in het klavier, waren vooral met effect toegepast door Stephan. Hij toonzette teksten van de nu vergeten, maar destijds spraakmakende toneelschrijver, regisseur en filosoof Otto Borngräber. Diens toneelstuk Die ersten Menschen raakte in Stephan een muzikale zenuw, die leidde tot het componeren van de gelijknamige opera – dankzij De Nationale Opera in juni vorig jaar voortreffelijk op de planken gezet.

Lenneke Ruiten en Thom Janssen in actie. (© Mel Boas / boasphoto.nl)

In de liederen die Stephan in de aanloop naar de operacompositie voltooide, klonk dezelfde kleurrijke expressie. Het meest bijzondere nummer uit de serie symbolistisch aandoende teksten was wel het ‘Pantherlied’, met een krachtige pianopartij en panterachtige sprongen in de zanglijn.

De overgang van het laatste Stephan-nummer ‘Das Hohelied der Nacht’ naar de onbekommerde schoonheid van ‘Mädchenblumen’ door Richard Strauss voelde schokkend aan. De soepele, lange zanglijnen in het lied ‘Wasserrose’ stroomden Ruiten als kristalhelder water uit de mond.

Klappers

Het Liedfestival heeft in het weekeinde nog een paar klappers te bieden. Twee winnende liedduo’s – sopraan Siân Dicker en pianist Krystal Tunnicliffe (Oxford Festival) en bas-bariton Matthias Hoffmann en Lisa Ochsendorf (IVC Den Bosch) – delen zaterdagmiddag het podium. ’s Avonds maakt daar Florian Boesch zijn opwachting, met Justus Zeyen als begeleider. De afsluiting wordt zondagmiddag gevormd door het spraakmakende Coco Collectief (vijf sopranen) en ’s avonds door bariton Benjamin Appl in het programma An die Musik.

Zie voor meer informatie de website van het Internationaal Lied Festival Zeist. Raadpleeg ook onze opera-agenda!

Vorig artikel

Opera Magazine: Thomas Oliemans en Formidable!

Volgend artikel

In de zalen: Don Giovanni, Traviata, Bowi

De auteur

Franz Straatman

Franz Straatman