Mercadantes Francesca da Rimini op Dvd
Francesca da Poleta, of ook wel Francesca da Rimini, heeft vele componisten geïnspireerd tot het schrijven van een opera. Zo ook Saverio Mercadante die in 1831 zijn versie op papier zette. Het duurde echter tot 2016 voor de opera daadwerkelijk werd uitgevoerd. Van die uitvoering is nu een Dvd versie verschenen.
Het verhaal van Francesca da Polenta en Paolo Malatesta is gebaseerd op personages uit de 13e eeuw. Een gangbare versie hiervan gaat als volgt: ‘Guido da Polenta was in oorlog met de familie Malatesta. Toen er vrede werd gesloten, wilde Guido deze consolideren door zijn dochter te laten huwen met de erfgenaam van de Malatesta’s, Giovanni Malatesta (Gianciotto), zoon van Malatesta da Verucchio, heer van Rimini. Giovanni was een dapper man, maar invalide en misvormd. Guido wist wel dat Francesca een huwelijk met Giovanni zou weigeren en daarom had hij de bruiloft zo georganiseerd dat Francesca dacht dat ze met Giovanni’s knappe broer Paolo (‘il bello’) zou trouwen. Francesca werd verliefd op Paolo en had pas de ochtend na de huwelijksnacht in de gaten, dat ze met zijn broer was getrouwd. Francesca en Paolo werden vervolgens verleid door het elkaar voorlezen lezen van het verhaal van ridder Lancelot en koningin Guinevere en werden minnaars. Hoewel Paolo gewoon met iemand anders trouwde, duurde zijn affaire met Francesca een jaar of tien totdat Giovanni het stel uiteindelijk in Francesca’s slaapkamer betrapte en hen beiden vermoordde.’
Francesca wordt wel de Italiaanse Tristan genoemd. Ook hier de aantrekkelijke jonge man Paolo (Tristan), die een bruid, Francesca (Isolde), moet werven voor een onaantrekkelijke partij met Giovanni in de rol van Marke. Saillant detail is echter dat in de literatuur geen nadrukkelijk moreel oordeel over de liefdesrelatie van Tristan en Isolde wordt geveld. Dit in tegenstelling tot die van Francesca en Paolo, met dank aan Dante en zijn Goddelijke Komedie. Dante plaatst het tweetal in Canto 5 in de Tweede Kring van de hel, op zich ver verwijderd van Canto 34 in de Negende Kring waar Lucifer te vinden is, maar evengoed in de hel. Het is de straf voor diegenen die zich niet hebben kunnen beheersen en zich overgaven aan wellust. In een wervelende wind is het liefdespaar voor eeuwig aan elkaar gekoppeld, ze delen het verblijf in de hel. Daarmee vergeleken is het aardse huwelijk een korte flirt. Een plekje in het Purgatorio zou ons voor Francesca vandaag de dag wat meer geëigend hebben geleken.
Francesca heeft vele componisten geïnspireerd tot het schrijven van een opera. Als ik goed heb geteld was die van Riccardo Zandonai uit 1914 nummer 26. Saverio Mercadante (1795-1870) is een van de vele componisten die hem waren voorgegaan.
Hij was een veelschrijver die tijdens zijn leven veel succes genoot maar later min of meer in de vergetelheid is geraakt. Op zich is succes tijdens je leven natuurlijk het enige dat telt, wie zit er nu te wachten op een armoedig bestaan met pas roem na je dood. In dat opzicht heeft Mercadante met zijn ruim 50 opera’s het prima gedaan.
Francesca da Rimini dateert uit 1831 en was Mercadantes 30ste opera, de eerste was uit 1820, iemand die snel werkte zogezegd. De jonge componist stond in die tijd waarneembaar nog onder invloed van Rossini en Bellini en had Donizetti als directe rivaal voor de aandacht van het publiek. Ter vergelijking, Anna Bolena had in 1830 première. Maar in zijn lange carrière ontwikkelde Mercadante duidelijk een andere muzikale stijl en vooruitstrevende dramatische opvattingen. In Francesca da Rimini is daarvan echter nog niets te merken, het is een uitgesproken belcantowerk en in theatraal opzicht tamelijk van zijn tijd. De componist neemt werkelijk alle tijd voor de afwikkeling van de (beperkte) dramatische handeling waardoor de opera maar liefst 200 minuten duurt.
Door een samenloop van omstandigheden kwam het in 1832 niet tot een uitvoering en Francesca lag tot 2016 te wachten op het moment dat ze eindelijk aan de wereld kon worden getoond. De wereldpremière vond plaats tijdens het Festival della Valle d’Itria onder leiding van Fabio Luisi. Hij dirigeerde een festivalorkest (Orchestra Internazionale d’Italia) en het koor van de opera in Cluj-Napoca. De uitvoeringslocatie was de voorhof van het hertogelijk paleis in Martina Franca (Puglia).
Pier Luigi Pizzi was aangetrokken voor de regie en de kostumering. Het decor beperkte zich tot een plankier voor de wand van het paleis en een catwalk waarop de zangers tussen orkest en publiek in het nodige konden zingen. Feitelijk gebeurt er heel weinig in deze versie, het is vooral veel zang. Om die reden heeft Pizzi een ballet aan het koor toegevoegd en zijn favoriete ballerina Letizia Giuliani is ook van de partij.
Giovanni, die hier Lanciotto heet, beklaagt zich bij zijn schoonvader Guido over Francesca’s gedrag; ze wil niets van hem weten. Desgevraagd verklaart de ongelukkige vrouw dat ze hem slechts haar hand heeft gegeven, omwille van het staatsbelang, maar niet haar hart. Ze wilde een klooster in maar mocht niet van haar vader. Als Paolo plotseling opduikt wordt ze onwel. De rest van de handeling verloopt min of meer conform het hierboven gestelde. Even lijkt het nog goed af te lopen doordat Francesca weet te ontkomen naar een klooster maar daar sterft ze van alle opwinding en Paolo doorsteekt zichzelf, tot woede en frustratie van Lanciotto.
Alle zangers, ook de koorleden, zijn gestoken in lange gewaden die flink wapperen de hele avond. Er moet wel een bries met windkracht 5 hebben gestaan. Gelukkig heeft dit geen invloed op de geluidskwaliteit, die onberispelijk is. Francesca gaat in het cyclaamrood, Paolo in het blauw en Lanciotto in zwartblauw met gele voering. Guido draagt een paarse mantel en Fez-achtige hoge hoed. Daarmee moet de toeschouwer het doen, de belichting is schaars en op een boekje en enkele zwaarden na zijn er ook geen rekwisieten. Francesca en Paolo zitten intiem op de grond elkaar voor te lezen uit Lancelot en Guinevere.
Paolo komt voor rekening van de indrukwekkend mooi zingende mezzo Aya Wakizono. De duetten met Francesca, een schitterende Leonor Bonilla, krijgen hierdoor nadrukkelijk een Aldagisa-Norma tintje. Beiden zingen lang uitgesponnen teksten, feitelijk zoals in een barok opera, zonder veel ophef of gedoe. Pas als Paolo voor het klooster staat te zingen waaruit hij zijn Francesca op de valreep wil bevrijden is er sprake van Rossiniaanse opwinding. Niettemin blijft het wel degelijk boeien, de muziek is werkelijk oorstrelend en Luisi doet de partituur alle eer aan.
Tenor Merto Süngü als Lanciotto, neemt aanvankelijk wat teveel hooi op zijn vork met een serie geïmproviseerde coloraturen, maar beperkt zich later tot de reguliere partij die al lastig genoeg is. Daarmee weet hij veel indruk te maken. Bariton Antonio di Matteo weet acterend en zingend te overtuigen als Francesca’s vader Guido.
Een opname van de (winderige) première is op Blu-ray uitgebracht door Dynamic. Vooral interessant natuurlijk voor diegenen die een tochtje naar Frankurt overwegen om daar (vanaf 26 februari 2023) een uitvoering van deze rariteit bij te wonen.