Lucia is triomf voor Nadine Sierra
In een coproductie met LA Opera bracht The Metropolitan Opera dit seizoen een nieuwe Lucia di Lammermoor, een productie van de Australische regisseur Simon Stone. Ik zag de voorstelling in de serie Live in HD waarmee afgelopen zaterdag de reeks in New York werd afgesloten, zoals voor mij gebruikelijk in Cinema Pathé Schouwburgplein Rotterdam. Het werd vooral een triomf voor sopraan Nadine Sierra.
Stone is huisregisseur van Internationaal Theater Amsterdam en heeft in Europa inmiddels een grote reputatie opgebouwd als theater- en filmregisseur. Ook operahuizen hebben hem inmiddels ontdekt getuige een aantal producties in onder meer München en Wenen. Hij staat erom bekend zijn stukken flink onder handen te nemen en in een modern jasje te steken. Zo iemand uitnodigen in New York is natuurlijk een waagstuk, men voorziet zijn benadering van krakers uit het gevestigde repertoire erg gemakkelijk van het etiket ‘Eurotrash’. Dat kan ook duidelijk worden opgemaakt uit de wijze waarop deze Lucia in de pers werd afgemaakt. Maar het publiek was afgelopen zaterdag laaiend enthousiast, al zal de muzikale component wel de doorslag hebben gegeven.
Stone concentreert zich op de ondergeschikte rol die Lucia binnen haar familie inneemt. Vader en moeder zijn dood, ze treurt nog om het recente verlies van mama. Haar broer Enrico zit in grote financiële problemen en heeft zijn hoop gevestigd op de protectie door Arturo. Om die blijvend aan zich te binden zet Enrico het enige in waarover hij nog denkt te kunnen beschikkend: zijn zusje. Lang geleden was dat in Schotland waar de opera zich formeel afspeelt niet ongewoon. Maar het gemak waarmee een door mannen gedomineerde maatschappij meent te kunnen beschikken over lijf en leden van een vrouw is inmiddels duidelijk aan een comeback bezig. Stone ziet de commotie rond de abortuswetgeving in de VS hiervoor als een duidelijke exponent.
Op zoek naar een setting waarin deze elementen samengebracht kunnen worden is Stone terechtgekomen bij een soort Nergenshuizen in de Rustbelt.
Dit gebied was ooit welvarend dankzij de industrie maar die is grotendeels verdwenen sinds andere landen moderner zijn gaan werken en concurrerender zijn geworden. Er heerst grote werkeloosheid en veel mannen die erop hadden gerekend tenminste in een vergelijkbare welvaart te kunnen leven als hun ouders – twee auto’s en een aardig huis – hebben dat beeld in rook zien opgaan. Wat scharrelen in auto onderdelen, drugs dealen, een werkeloosheidsuitkering, dat bepaalt hun leven.
Het decor bestaat uit een stel ‘bordkartonnen’ componenten: het kantoortje van Enrico, Lucia’s slaapkamertje, een motelkamer. Er omheen gevels van een verlopen Mart, 24 Hour Prescriptions, Liquor Store en zelfs een drive in bioscoop.
Daarvan zijn er momenteel nog een paar honderd in de VS en eentje staat er in dit treurige stadje. Zo nu en dan krijg je als toeschouwer iets mee van de film die wordt vertoond: My favorite brunette, een parodie op de Film Noir met Bob Hope en Dorothy Lamouruit 1947. Op zich is dat een cliché, maar tevens een verwijzing naar betere tijden en een knipoog naar Hollywood. Immers het is een coproductie met LA Opera.
Goed beschouwd zijn het allemaal cliché’s natuurlijk en dat verklaart veel van de giftige kritieken waarmee Stone door ‘Manhattan’ de grond in werd geboord. Men wil dit beeld van Amerika niet waar hebben: ‘this is not us’. Zelf miste ik eigenlijk maar alleen maar de tekst MAGA op een muur met graffiti. Dit voor de hand liggende detail ontbreekt nadrukkelijk, kennelijk vond Stone het te riskant.
‘Uiteraard’ wordt veel gewerkt met live filmbeelden die op een hoog geplaatst scherm worden geprojecteerd en in de bioscoop soms in de plaats komen van de feitelijke handeling. Gelukkig bleven ze verder voor de kijkers in de bioscoop zaal grotendeels buiten beeld, in de opera wekte het nogal wat irritatie omdat men erdoor werd afgeleid, zo viel te lezen in meerdere recensies.
Bij aanvang dreigt Lucia van haar telefoon te worden beroofd. De man die een mes op haar keel zet laat zijn voornemen echter snel varen als Edgardo haar te hulp schiet met een pistool. Liefde op het eerste gezicht, even later zitten ze te vrijen in zijn pickup, in close up live gefilmd. Maar goed, Edgardo heeft een akelig verleden met Enrico’s familie dus dat wordt trouble. Het stelletje kan elkaar alleen ontmoeten in een motelkamer, later is dat ook het bruidsvertrek in de laatste akte. Edgardo wordt opgeroepen voor ‘deployment’ ergens ter wereld waar hij kennelijk onbereikbaar is, ondanks de mobiele telefonie.
Bariton Artur Ruciński beheerst als Enrico het grootste deel van de eerste akte. Hij zit aan de grond, of erger, en is vastbesloten zijn zus te gebruiken om hem uit de problemen te helpen. Familie gaat voor alles, haar mening telt niet.
Hij speelt Enrico als een gladde gewetenloze kettingrokende alcoholist die voor geen enkele leugen of manipulatie terugdeinst. In de pauze verklaarde Ruciński wellicht ten overvloede dat hij zich liet inspireren door Putin. Zeer overtuigend gespeeld en voortreffelijk gezongen, een echte belcanto griezel.
Javier Camarena oogt teveel als een vriendelijke teddybeer om enige ruigheid in Edgardo’s karakter te kunnen etaleren maar compenseert dit volledig met zijn fenomenale zang. Christian Van Horn maakt als de priester Raimondo een wat vreemde indruk. Eigenlijk zit hij hier een beetje in de rol van Lieutenant Schrank (in West Side Story), zo’n bemiddelende vaderfiguur die moet bemerken dat je met praten niet tegen uit emoties voortkomend geweld bent opgewassen.
Maar uiteindelijk draait eigenlijk alles om de Lucia van Nadine Sierra. Ze speelt hier een pittige puber die haar broer tot op het laatst verzet blijft bieden. Het ‘bewijs’ van Edgardo’s ontrouw doet haar bezwijken, een andere uitweg ziet ze niet. Minder vreemd dan het lijkt, als ze die wel had gezien was ze allang uit dit shithole vertrokken.
Ze doodt haar nieuwbakken echtgenoot met een brandblusser. Dat ze daardoor zelf overdadig onder het bloed komt te zitten is meer een wenk in de richting van Quentin Tarantino dan een realistische weergave van de situatie. Stone heeft wat moeite met die moordpartij. In de oorspronkelijke versie van de opera is Lucia bij aanvang al een beetje van het pad af, eerst haar moeder dood, dan Edgardo die zijn gelofte heeft geschonden, het leidt tot een psychose. Stone portretteert zijn Lucia onopvallend als iemand die verslaafd is, bijvoorbeeld aan OxyContin. We zien haar eerder in de opera een pilletje wegslikken in de Farmacy. Dat zou dan moeten verklaren waardoor ze tijdelijk ontoerekeningsvatbaar is geworden. Het zal wel, moet maar. Omdat ze eenmaal weer bij zinnen zich, realiseert wat ze heeft gedaan en een leven achter tralies voorziet, pleegt ze zelfmoord. En zoals het hoort in de opera doet Edgardo hetzelfde als hij dit treurige nieuws verneemt. Daar helpt geen Rustbelt situering aan.
Nadine Sierra is de absolute ster van de voorstelling. Ze zingt haar partij met speels gemak, zo lijkt het. Ook in de lastigste passages geeft ze geen krimp. Elke hoge noot pakt ze direct, geen portamento en een beetje opstuwen, niets daarvan. En ze weet ook haar volume te matigen, iets waar ik altijd zoveel waarde aan hecht. Hoog zingen is mooi, het zachtjes doen is nog veel mooier. En waar dat te pas komt eens flink aanzetten zolang het maar niet uit technische noodzaak is.
In de interviews tijdens de pauze laat Sierra geen spoor van stress of opluchting zien, ze weet wat ze kan en doet wat van haar verwacht wordt. Geweldige zangeres.
De decors kwamen voor rekening van Lizzie Clachan en de eigentijdse kostumering was van Alice Babidge and Blanca Añón. Ze introduceren Lucia als the girl nextdoor in een lichtblauw kort jack en met blote buik. Daarmee is gelijk de toon gezet.
Het prachtig spelende orkest van de Met stond deze avond onder de bekwame leiding van Riccardo Frizza. Bijzondere vermelding voor de solo van de glasharmonica tijdens de waanzinsscène.
Lucia di Lammermoor uit de Met is op zondag 29 mei in 11 Pathe bioscopen in de Encore-serie te zien.
Verder kijken, lezen en luisteren
De visie van regisseur Simon Stone op het moderniseren en ‘up-daten’ van opera’s.
In 2018 maakte Jordi Kooiman een ‘Youtube’-portret van Nadine Sierra.