Lili Boulanger in het zonnetje
Lili Boulanger (1893-1918) had alles in zich om een toonaangevende componiste te worden. Niet voor niets werd ze in 1913 de eerste vrouwelijke componiste die de felbegeerde 1ste Grand Prix de Rome voor haar cantate Faust et Hélène ontving. Ze overleed echter nog voor haar 25ste verjaardag, nog voordat ze haar stempel op de muziek van de twintigste eeuw kon drukken. Haar muzikale nalatenschap is helaas weinig bekend, terwijl het om zeer interessante en originele werken gaat die de aandacht van veel meer spelers en luisteraars verdienen.
De bezoekers van Wonderfeel Festival op zondag 17 juli jl. hebben in dit opzicht een zekere voorsprong gekregen, aangezien Lili Boulanger een van de ‘festivalcomponisten’ van dit jaar was. Op het terras van het zonnige Veld speelden de zussen Maria en Nathalia Milstein een ochtendconcert met Lili’s Nocturne (1911) en Cortège (1914) voor viool en piano, gevolgd door het middagrecital van de sopraan Katharine Dain en de pianist Sam Armstrong, die het enthousiaste publiek met de vocale cyclus Clairières dans le ciel (1913) verrasten.
Voor deze cyclus koos de toen 21-jarige Lili een dertiental gedichten uit het bundel Tristesses (1905) van Francis Jammes (1868-1938). Ze maakte er een poëtisch-muzikaal dagboek van waarin de dichter/protagonist over het verloop van zijn ongelukkige liefde vertelt. Thematisch gezien heeft deze cyclus een sterke verwantschap met Frauenliebe und -leben van Robert Schumann, met dezelfde thema’s als eenzaamheid, droefheid, hoop, vreugde en verdriet en een vergelijkbare intensiteit van het gevoelsleven. De modale taal van Boulangers liederen laat vooral aan haar tijdgenoten Fauré en Debussy denken, met de herkenbare invloeden van Schubert en Wagner. Naar deze laatste verwijst ze zelfs met een citaat uit het Tristan-motief, die de lading van de woorden ‘Je me suis souvenu de ma détresse ancienne’ nog verder benadrukt.
Katharine Dains dynamische en uiterst buigzame stem veranderde als het ware met elk lied, voor elke emotie leek ze steeds nieuwe kleuren en klankintensiteit te kunnen vinden. Met de stem die straalde van geluk bezong ze de ontluikende liefde in een teder openingslied Elle était descendue au bas de la prairie. In het derde lied Parfois je suis triste klonk al de eerste twijfel die echter als sneeuw voor zon verdween in de poëtische droom van het daaropvolgende Un poète disait. Rustige melancholie voerde de boventoon in Nous nous aimerons tant en Vous m’avez regardé avec toute votre âme (respectievelijk nummers 7 en 8 van de cyclus). Zeer overtuigend was het duo in het negende lied Les lilas qui avaient fleuri, dat naast een intense vocale partij is voorzien van een delicate pianobegeleiding, met statige akkoorden en veelvuldige arpeggio’s.
Vanaf dat moment sloeg de stemming om en werden de liederen Parce que j’ai souffert en Je garde une médaille d’elle doordrenkt van angstige voorgevoelens en treurige gedachten. Met het afsluitende Demain fera un an liet de zangeres er geen twijfel over bestaan: de liefde was ten einde en alles wat er nog overbleef waren de droefheid en herinneringen aan vroeger.
Tot de grote vreugde van het publiek koos Katharine Dain voor een minder formele vorm van een recital. Ze gaf niet alleen een levendige inleiding over Lili Boulanger, maar zorgde ervoor dat de betekenis van de Franse liedteksten niet verloren ging. Ze verdeelde de cyclus in thematische delen van steeds 2 of 3 liederen en lichtte de teksten en hun symboliek stuk voor stuk toe. Met haar warme pleidooi voor deze muziek en gloedvolle voordracht wakkerde Dain de belangstelling aan voor de onbekende liederen en maakte ze zo veel toegankelijker en betekenisvoller. Een betere introductie tot de muzikale wereld van Lili Boulanger kon je je als luisteraar niet wensen.
Verder lezen, luisteren en kijken
Nocturne van Lili Boulanger, gespeeld door Janine Jansen en Itamar Golan
Volgend jaar vindt Wonderfeel 2023 plaats op 21, 22 en 23 juli