Twee Cd’s, twee tenoren, twee werelden
Eens in de zoveel tijd worden er nieuwe ´supersterren´ gelanceerd door platenmaatschappijen of operahuizen. In vele gevallen gaat het om zangers die om de een of andere reden in het nieuws gekomen zijn en een eerste of tweede Cd hebben mogen opnemen.
Deze maand verschenen twee nieuwe Cd´s van de nieuwe ster-tenoren van de komende generatie. Zo worden ze in ieder geval gepresenteerd door de publiciteitsmachines van de platenmaatschappijen. En het zijn inderdaad twee geweldige tenoren en daarbij zeer verschillend!
Van de ene tenor Freddie de Tommaso, die zo- of hoegenaamd uit het niets op de bühne van het Royal Opera House verscheen als Mario Cavaradossi, en de andere, zijn Chileens-Amerikaanse tegenhanger Jonathan Tetelman, zijn nu Cd´s met het grote (Italiaanse/Franse) operarepertoire verschenen.
Carrière opbouw
Freddie de Tommasso’s carriere is geen ‘over night’ sensatie, maar is al een jaar of zes in de maak. Maar goed, Cd maatschappijen houden nu eenmaal van een hype, dus zo werd de Tommaso gelanceerd. Hij haalde de voorpagina’s van vele (Britse) kranten toen hij, een week eerder dan gepland, zijn debuut in Tosca maakte. Zijn Covent Garden debuut stond ‘gewoon’ gepland maar kwam een weekje eerder. Hij verving halverwege de voorstelling zijn collega Bryan Hymell en zorgde voor een sensatie. Voor de volledigheid en misschien wel helderheid; al in 2018 won de Tommaso onder meer de eerste prijs, de Verdi-prijs en de Placido Domingo tenor-prijs op het Tenor Viñas concours in Barcelona Hij ontwikkelde zich rustig in de tussenliggende jaren en zong in verschillende Europese operahuizen, waaronder als Ismaele in Nabucco bij De Nationale Opera, waar hij ook komend seizoen te horen zal zijn.
Il Tenore
Zijn eerste Cd (Passione) met Napolitaanse liederen, bevestigde het enorme succes en eerlijk is eerlijk, de Tommaso is een getalenteerde zanger, die in menig belangrijk operahuis mooie dingen doet. Zijn tweede Cd , ´Il Tenore´ is een selectie van werken die de Tommaso regelmatig in deze operahuizen uitvoert en geeft een goed beeld van zijn huidige staat van dienst en ontwikkeling. Zijn stem is echt heel mooi, met een baritonale, donkere, lyrisch-dramatische klank en een vaak stralende hoogte. Hij zingt op zich prima in alle scenes en aria’s van Tosca, via Madame Butterfly en Turandot tot Carmen, maar het is allemaal wat ééndimensionaal en werd voor mij een beetje, en ik kan het helaas niet anders zeggen, vervelend! De Tommaso´s stem is echt prachtig, krachtig en indrukwekkend, maar er ontbreekt iets voor mij om deze Cd opwindend te maken.
Tosca
In de selectie uit Tosca zingt niemand minder dan Lise Davidsen de titelrol, maar van enige theatraliteit, spanning of opwinding is nauwelijks of helemaal geen sprake. Vocaal is er niet zo veel mis, maar hopelijk is opera zingen meer dan het produceren van de juiste noten, op de juiste teksten, in de juiste volgorde. Mogelijk komt het door dirigent Paolo Arrivabene. Hij kiest trage tempi kiest en brengt ons na de opwindende Tosca van Lorenzo Viotti bij de Nationale Opera met het Nederlands Philharmonisch orkest, met het Philharmonia Orchestra terug naar een saaie, weinig theatrale studio opera-uitvoering.
Het orkest speelt zoals De Tommaso zingt; mooi, gedetailleerd en rijk aan klank maar zonder passie en opwinding. ‘E lucevan le stelle’ heeft als losse aria genoeg te bieden, maar in de context van deze Tosca selectie, is het alleen maar meer van hetzelfde. Was er raar genoeg in de eerste aria van Mario Cavaradossi (´Recondita armonia´) een Italiaanse snik te horen, in de aria waarin Cavaradossi afscheid van het leven neemt, blijft het nogal droog.
Beide Calaf aria´s uit Turandot zingt De Tommaso heel erg goed en zijn ‘Nessun Dorma’ is er een van de hoogste orde, maar halverwege de Cd had ik toen eigenlijk al genoeg van hetzelfde gehoord. De Tommaso kan al heel veel met zijn prachtige stem, maar zingt voor mijn smaak met te weinig dynamische verschillen en kleurvarianten.
Butterfly en Carmen scenes
In het grote liefdesduet uit Madame Butterfly zingt Natalya Romaniw uit Wales een mooie, volle, geloofwaardig meisjesachtige Butterfly en brengt in de grote scene uit de eerste akte een rijk palet aan stemkleuren mee. Romaniw heeft echt de potentie om een heel grote Puccini-ster te worden, wat zij recentelijk tijdens de Proms in Londen bewees met een indrukkende Giorgietta in Il Tabarro. Een beetje vreemd is de keuze van het beginpunt, met ´Volgliatemi bene´ en niet aan het eigenlijke begin van de scene, ´Viene la sera´. De Cd heeft in totaal nog geen vijftig minuten aan muziek, dus er was ruimte genoeg voor de hele scene lijkt me.
Voor mij was het hoogtepunt de selectie uit Carmen, mede door de opwindende vertolking van de titelpartij door de jonge Aigul Akhmetshina. ‘La fleur que tu m´vais jetée’ zingt De Tommaso subtiel en de slotscène met Aigul Akhmetshina brengt spanning en wordt, ook door de bijdrage van het koor, even echt ‘opera’.
Freddie de Tommaso laat op de hele Cd horen dat hij een spannende nieuwe tenor is met een prachtige stem. Laten we hopen dat hij de tijd krijgt die tot volle bloei te laten komen. In kunnen we in ieder geval live luisteren naar deze speciale nieuwe tenor als hij in februari 2023 in Messa da Requiem bij De Nationale Opera zingt, een geënsceneerde versie van Verdi’s beroemde mis.
De Cd “Il Tenore” is verschenen bij Decca.
ARIAS
De andere nieuwe tenor van wie er een nieuwe Cd Arias verscheen is Jonathan Tetelman. Op zijn 22ste stond de jonge zanger met een diploma van de Manhattan School of Music in zijn hand, maar wist als bariton geen carrière op gang te brengen. Hij stopte met zingen, werkte als Dj in een nachtclub maar hervond zichzelf gelukkig als tenor.
Hij oogstte zijn eerste echt grote internationale succes als Paolo in Francesca da Rimini in de Deutsche Oper in Berlijn. Inmiddels heeft de Chileens-Amerikaanse tenor Alfredo en Rodolfo in Covent Garden gezongen, stond hij naast Placido Domingo in I due Foscari in Florence en zong in Tosca, Madame Butterfly en andere hoofdrollen over heel de wereld.
Debuut Cd
Tetelman maakt nu zijn Cd debuut en zingt met een rijkdom aan kleuren, gedurfde, super muzikale fraseringen en oprechte inleving. Zijn mooi resonerende lyrico-spinto tenorstem, net als De Tomasso met een baritonale klank in de lagere passages, klinkt in geen van de aria’s van zijn debuut-Cd hetzelfde en Tetelman zoekt steeds naar subtiele interpretaties vol details.
Dirigent Karel Mark Chichon gaat volledig mee in deze interpretaties en het Orquesta Filarmónica de Gran Canaria, toch normaal gesproken niet in dezelfde divisie als het Philharmonia Orchestra dat De Tommaso begeleidt, klinkt geïnspireerd en speelt de sterren van de hemel.
De openingsaria ‘Cielo e mar’ uit La Gioconda is bij Tetelman geen showaria voor een mooie tenor, maar een verklanking van de gevoelens van het personage. We horen niet Tetelman maar Enzo.
Vergelijkingen
Vaak is in de pers al de vergelijking met Jonas Kaufmann gemaakt en zeker zijn er overeenkomsten. Tetelman heeft weliswaar net als Kaufmann een baritonale onderkant aan zijn stem, kan mooi piano zingen en is expressief, maar in groot contrast met Kaufman klinkt Tetelman nooit kelig en is in mijn oren echt een heel natuurlijke zanger.
Het zal voor veel lezers een beetje raar klinken, maar ondanks de compleet verschillende repertoire keuze was de tenor waar ik aan moest denken bij het beluisteren van Jonathan Tetelman, de grote Fritz Wunderlich; mooi legato, prachtige frasering, elk woord, elke toon expressief en nooit buiten zijn eigen stem zingend. Dramatiek ontstaat bij Tetelman uit de muziek en het karakter en zijn stem kan hij zo aanpassen dat hij zonder forceren toch super krachtig klinkt in bijvoorbeeld de korte aria van Jacopo uit I due foscari, ´Non maledirmi, o prode´.
´La fleur que tu m´avais jetée uit´ Carmen heeft voldoende lyriek en vertwijfeling om Don José geloofwaardig te maken en in de lyrische, romantische arias uit Fedora en Adriana Lecouvreur horen we een gepassioneerde tenor, vol italianitá. Zijn vertolking van de grote aria ‘Come un bel dì di Maggio’ uit Andrea Chénier kan Tetelman de vergelijking met alle grote tenoren, in ieder geval op Cd, aan.
Scenes met partners
De scenes uit Francesca da Rimini en Il Trovatore (beide met de niet echt Italiaanse klinkende, maar erg goed zingende Vida Miknevičiūtė) en ook de arias uit Werther, Cavalleria Rusticana (met Magdalena Łukawska als Lucia) en Madame Butterfly (met smeltende diminuendi) overtuigen en doen echt hopen dat Jonathan Tetelman een ware grote nieuwe tenor is voor de lange termijn.
De Cd van Jonathan Tetelman ‘Arias’ is verschenen op DGG
Verder lezen, luisteren en kijken
Jonathan Tetelman zingt “E lucevan le stelle’ uit Tosca in het Theater an der Wien.
En dan maar even vergelijken:
Fritz Wunderlich (in het Italiaans) als Alfredo in La Traviata.